Voorheen zogenaamd "L'Union Linière". Vlasspinnerij gesticht in 1907 door Aallier onder beheer van Beernaert, Vercoutere en De Porre. Wordt in 1922 "La Nouvelle Union Linière". In 1923 stichting van "Cotonnière des Flandres" met bouw van een nieuwe katoenspinnerij ernaast (Kempstraat). Sluit als laatste zelfstandige spinnerij van Gent haar deuren in oktober 1978. Een jaar later aangekocht door de stad Gent. Nieuwe bestemming nog onzeker.
Bouw van een eerste vlasspinnerij "Union Linière" in 1907 naar ontwerp van architect Oscar Van de Voorde. Aan de Groendreef ijzeren ingangshek (vernieuwd) met rechts de conciërgewoning en links de kantoren, oorspronkelijk slechts één bouwlaag hoog en in 1927 met één verdieping verhoogd en daarnaast nog een woning van twee bouwlagen.
Spinnerij van het Manchestertype van drie bouwlagen met rechts traptoren met lift en vermoedelijk waterreservoir bovenaan. Hoge steekboogvensters met metalen roedeverdeling. In de traptoren gegroepeerde rondboogvensters gevat tussen lisenen met aflijnende rondboogfries. Later toegevoegde linker traptoren met elektrische centrale beneden.
Interieur: troggewelven met ijzeren balken op links aangebrachte moerbalken ondersteund door twee rijen gietijzeren zuilen. De metalen balken rusten op de buitenmuren en zijn verbonden met ovale muurankers zichtbaar op de penanten van de gevels. Op alle niveaus dezelfde onderverdeling en gele fabrieksvloeren. Op de benedenverdieping ten noorden aanbouwsel van één bouwlaag onder twee raekemdaken.
Aansluitend bij de spinnerij ten noorden ketelhuis (vervangen in 1924) en machinezaal. Ernaast ronde fabrieksschouw versterkt met ijzeren banden.
Er tegenover magazijn gebouwd door O. Van de Voorde in 1909. Op de binnenplaats uitziend met zes tuitgevels met topoculus, baksteendecoratie in fries en oorspronkelijk zes poorten.
Uitbreiding van de fabriek in de jaren 1920. Bouw van een nieuwe katoenspinnerij van slechts één bouwlaag in 1923 door "La Nouvelle Union Linière" onder leiding van aannemers A. & P. Serck. Aan de Kempstraat voorzien van acht puntgevels. Verder uitgebreid in 1925 in twee bouwcampagnes met vier en zeven traveeën tot het huidige gebouw.
Interessant interieur onder veertien raekemdaken met vakwerkliggers ondersteund door gietijzeren zuilen.
- Stadsarchief Gent, Bouwaanvragen particuliere woningen, G12, 1907/A/17, 1909/A/55, 1923/C/46, 1924/A/102, 1924/C/116, 1925/K/10, K/44.