Teksten van Apotheek Baetslé

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/18366

Apotheek Baetslé ()

Historiek

Op 16 juni 1913 keurde het Gentse stadsbestuur de bouwaanvraag goed van apotheker Remi Baetslé voor een huis naar ontwerp van de Gentse architect-aannemer Jules Goossaert. Apotheek Baetslé werd opgetrokken in het hart van de nieuwe wijk die zich begin 20ste eeuw ontwikkelde ten noorden van het Sint-Pietersstation (1912) en waarvoor de Wereldtententoonstelling van 1913 als katalysator diende. Bij de inrichting van het gebouw was de schilder Constant Prosper Hoste (1873-1917) betrokken, die bekend staat omwille van academische maar technisch kwalitatieve realisaties en die bevriend was met Remi Baetslé. In dit pand realiseerde hij de schilderingen in de apotheek, de glasramen in de deuren naar de veranda, een schilderij boven de schouwmantel van de woonkamer en een geschilderde buste van schrijver-historicus Frans De Potter (de schoonvader van Baetslé) in de veranda.

De daaropvolgende eeuw onderging het pand enkele kleinere aanpassingen zoals het verwijderen van het smeedijzeren hekken rond de voortuin in 1929 omwille van de verbreding van de Koningin Elisabethlaan, en de verhoging van de achterbouw eind jaren dertig. Anno 2019 is de woning nog steeds een uitzonderlijk gaaf bewaard, representatief voorbeeld van een woonwinkelhuis in beaux-artsstijl.

Inplanting

Apotheek Baetslé is ingeplant op een diep rechthoekig perceel. Het hoofdvolume wordt achteraan aan de westzijde van het perceel verlengd in een tweelaagse achterbouw onder een plat dak. Achteraan wordt het perceel afgesloten door een bijgebouw. De haakse achterbouw en het bijgebouw staan een meter van elkaar verwijderd en omsluiten een smalle binnenkoer. In de oksel van het hoofdvolume en de achterbouw bevindt zich de veranda, onder een lessenaarsdak.

Beschrijving

Exterieur

Apotheek Baetslé is een rijwoning van twee traveeën breed en drie bouwlagen hoog, onder een mansardedak (nok parallel aan de straat) met pannen (en leien aan de straatzijde). De voorgevel is volledig uitgewerkt in simili-pierre en kunststeen, boven een lage plint van blauwe hardsteen. De gevel bestaat uit twee ongelijke traveeën. De smalle linkertravee bevat de toegang naar het woongedeelte op de verdiepingen en wordt bekroond door een oeil-de-boeuf. De brede en licht uitspringende rechtertravee wordt verlengd in een klokgevel met een bekronend rondboogfronton waaronder zich een medaillon bevindt met voorstelling van een kelk en slang (vermoedelijk uitgevoerd in koper of brons), als verwijzing naar de oorspronkelijke functie als apotheek. Deze travee bevat tevens de winkelpui, met hierboven een driezijdige erker onder een balkon met metalen balustrade in geometrische vormgeving. De gevel wordt horizontaal geleed door lekdrempels ter hoogte van de verdiepingen en een uitkragende houten kroonlijst op klossen. Dubbele consoles met bekronende vaas markeren deze rechtertravee op de tweede verdieping en ter hoogte van de kroonlijst.

De gevelopeningen variëren per bouwlaag en bewaren het oorspronkelijke, houten schrijnwerk, met inbegrip van alle hang- en sluitwerk en beglazing. De korfboogvormige toegang op de begane grond bevat een beglaasde voordeur voorzien van smeedwerk met geometrische vormgeving. Boven de deur is een ovale oculus met glas-in-loodraam met voorstelling van een bloemenvaas. De licht verdiepte winkelpui is gevat in een korfboogvormige nis. De winkelpui bestaat uit de vitrine (links) met gebogen winkelraam naar de verdiepte toegangsdeur (rechts), gevat onder een gezamenlijk bovenlicht met kleine roedeverdeling en glas-in-loodramen. Het centrale medaillon bevat een voorstelling van een kelk met boek en slang, de traditionele apothekerssymbolen, omgeven door gehamerd glas. In de plint is een kelderraam met smeedwerk in geometrische vormgeving, gelijk aan deze van de erker. De verdiepte inkom wordt zenitaal verlicht door een daklicht met kleine roedeverdelingen, en bevat rechts een kleine vaste vitrinekast. De toegangsdeur is voorzien van een grote koperen deurgreep. De rechthoekige vensteropeningen van de eerste verdieping hebben ramen met gebogen tussendorpel en vaste bovenlichten voorzien van een centraal medaillon met vleugelstukken. Links bevindt zich een T-raam, rechts de driezijdige erker met enkele opendraaiende vleugels. De bovenlichten zijn ingevuld met veelkleurige glas-in-loodramen met gestileerde bloemmotieven, guirlandes en krans- en strikmotieven. Het strikmotief wordt tevens herhaald in de gebeeldhouwde festoenen op de tussenstijlen van de erker.

De korf- en rondboogvormige vensteropeningen op de tweede verdieping zijn bekroond met een doorlopende profilering met sluitstenen, respectievelijk console- en palmetvormig, met bloemenslingers. De ramen hebben vaste bovenlichten en een kleine roedeverdeling. Links bevindt zich een T-raam, rechts een dubbele vensterdeur met vaste flankerende zijlichten. De geveltop bevat een gelijkaardig raam met kleine roedeverdeling, doch zonder vast bovenlicht.

De achtergevel van het hoofdvolume en de gevels van de achterbouw en het bijgebouw zijn eenvoudiger afgewerkt (onder andere cementering met simili-afwerking) maar bleven ook vrij gaaf bewaard.

Interieur

Apotheek Baetslé is een woonwinkelhuis met een typische indeling. Op de begane grond bevinden zich een winkel- en bereidingsruimte in het hoofdvolume en dienstruimtes in de smallere achterbouw. De woonvertrekken bevinden zich op de verdiepingen en zijn toegankelijk via een afzonderlijke ingang op de begane grond. De gelijkvloerse verdieping van het hoofdvolume bestaat uit een winkelruimte aan de straatzijde (de voormalige apotheek) met aansluitend de voormalige bereidingsruimte. Naast beide ruimtes loopt een laterale gang die toegang geeft tot de hoofdtrap naar de verdiepingen. Een veranda maakt de verbinding tussen de bereidingsruimte en de achterbouw.  De drie verdiepingen van het hoofdvolume volgen een gelijkaardige indeling, die gedeeltelijk overeenkomt met de indeling van de begane grond. Aan de achterzijde bevindt zich telkens de traphal en een aanpalende kamer die uitkijkt op de binnenkoer. De ruimte aan de straatzijde bestaat ofwel uit één grote kamer (eerste verdieping) ofwel is ze opgedeeld in twee kamers (tweede en derde verdieping). Op de eerste verdieping bevonden zich de woonruimtes (de eet- en woonkamer), daarboven de slaapkamers. Op alle verdiepingen zijn de kamers niet enkel verbonden met de overloop, maar zijn er ook deuren voorzien tussen de kamers. Het huis beschikt ook over een zolder en kelder.

De vormgeving van het exterieur en interieur is erg gelijkend en bepaalde vormelementen van de beaux-artsstijl worden consequent doorheen de woning gebruikt: palmet, meander, uitgespaarde hoeken met bloemmotieven, strikmotieven, guirlandes, bloem gevat in een vierkant, en bloem- en bladmotieven. Net zoals het exterieur bleef het interieur van de woning opvallend gaaf bewaard, inclusief schrijnwerk en hang- en sluitwerk.

De vroegere verkoopsruimte van de apotheek is symmetrisch en voorzien van een kamerhoge houten lambrisering, vaste kastenwanden en centraal achterin de vaste toonbank. Deze apotheekinrichting is verzorgd vormgegeven met decoratief houtsnijwerk in de vorm van herhalende bloem- en bladmotieven, uitgespaarde hoeken met bloemmotieven en een overkragende kroonlijst met meanderfries. In de lambrisering bevindt zich aan weerszijden een identieke korfboogvormige nis tussen ionische zuiltjes en met grisailleschilderingen in het boogveld. De schilderingen zijn gesigneerd door Constant Prosper Hoste en stellen telkens twee putti voor met attributen die verband houden met het apothekersambacht zoals een vijzel, receptenboek en destilleerproces.  Tussen de achterliggende bereidingsruimte en veranda bleven twee beglaasde deuren bewaard met glas-in-loodramen. Onder- en bovenaan zijn guirlande en strikmotieven afgebeeld en centraal bevindt zich een ovalen medaillon met twee verschillende afbeeldingen in gebrandschilderd glas, beide gesigneerd door P.C. Hoste. De glasramen vermelden “Artsenijkundige naar D. Teniers” en “Dorps-dokter naar Adr. Brouwer”.  De veranda wordt zenitaal verlicht door middel van een daklicht met afgeschuinde hoeken, ingevuld met wit reliëfglas en een omboordend bloemenmotief van glas in lood. Boven de deur naar de gang is een medaillon bewaard met portret van Frans de Potter. In de gang en de achterbouw bleef de oorspronkelijke keramische tegelvloer bewaard van de Franse tegelfabriek Simons & Cie uit Le Catteau.

Ook in de rest van de woning is de interieurinrichting grotendeels bewaard. Aangezien de woon- en eetkamer zich bevonden op de eerste verdieping werd deze verdieping rijkelijk aangekleed met parketvloeren, paneeldeuren met bovenlichten en verzorgd koperen hang- en sluitwerk. De woonkamer aan de straatzijde is bijzonder rijk gedecoreerd en fungeerde als pronksalon. De wanden zijn bekleed met een kamerhoge lambrisering met fijn houtsnijwerk in eenzelfde vormgeving als in de apotheek en met vergulde accenten. De wanden worden geritmeerd door een lage plint en omlijste panelen tussen penanten, onder een kooflijst met guirlandes. De panelen met uitgespaarde hoeken zijn voorzien van een wandbespanning met blauwgrijze zijdedamast met bloemmotief. Centraal aan de zuidwestelijke zijde bevindt zich een spiegelpaneel in een korfboogvormige nis met sluitstuk, bloemmotieven in de zwikken en voor de spiegel overhangende bloemenslingers. Aan de overzijde bevindt zich de schouwmantel van witte marmer, met overeenstemmende vormgeving van blad- en bloemmotieven en een meanderfries. De schouwboezem is bekleed met een kleinere spiegel met identieke omlijsting. Hierboven bevindt zich een paneel met uitgespaarde hoeken en een ovaal medaillon met een schilderij gesigneerd door C. P. Hoste en gedateerd 1915. In een vergulde omlijsting wordt een pastoraal motief voorgesteld van een jongeman met blokfluit en een zingende vrouw die een luit bespeelt. De twee dubbele deuren naar de overloop en eetkamer zijn bekroond met supraporta’s met vergulde laurierkransen. Aan de straatzijde bevindt zich de erker en één venster, beide omkaderd door overgordijnen met hetzelfde motief als de wandbespanning. Er zijn twee oorspronkelijke houten radiatorkasten en het interieur van de woonkamer wordt afgewerkt door een indrukwekkend stucplafond met een centraal ovalen middenveld, bloemen in de hoeken en diverse lijsten met parel- en bladmotieven. De eetkamer is eveneens voorzien van een stucplafond (met eenvoudige kooflijst en profileringen) en een radiatorkast. Deze kamer bewaart ook nog de originele dienlift. De slaapkamers op de tweede en derde verdieping zijn soberder aangekleed maar getuigen nog steeds van de beaux-artsstijl.

  • Stadsarchief Gent, Fonds VII (Openbare werken), doos 1851.
  • Stadsarchief Gent, PLADS-2003-312. Verslag gemeenteraadszitting van 19/07/1909 – Stadsgronden der Elisabethlaan – Verkaveling en instelprijzen.
  • Stadsarchief Gent, private bouwaanvragen reeks G12, 1913/A/31; 1916/A/8; 1939/E/3 en 1958/K/27 (ontbreekt).
  • Universiteit Gent, Fonds Vliegende Bladen, BIB.VLBL.HFI.C.146, Chemins de Fer de Gand.
  • BOGAERT C., LANCLUS K. & DESEYN G. 1982: Van winkelen en puien, Monumenten & Landschappen, 2.1, 12-41.
  • CLAUS L., CAESE G. & POULAIN N. 1988: Herdenkingstentoonstelling Constant Prosper Hoste 1873-1917, Gentbrugge.
  • COENE A, 2010: De schone wijk van Gent Sint-Pieters, Van Mensen & Dingen. Tijdschrift voor volkscultuur in Vlaanderen VIII,1-4, 7.
  • DECLERCQ D. & GILTE S. 2017: Criterianota winkelinterieurs, onuitgegeven nota agentschap Onroerend Erfgoed.
  • LE POLAIN DE WAROUX, J. 2009:  Une étude de l'évolution architecturale, de la restauration et de la conservation des anciennes pharmacies dans le Pentagone à Bruxelles, onuitgegeven masterproef Kunstgeschiedenis UCL Louvain-la-Neuve.
  • VAN HERREWEGE G. 1955: Femmes Peintres à Gand: 1792-1955, Gent, 123.
  • Schriftelijke informatie verkregen van Mario Baeck, tegelexpert, op 25 maart 2019.

Bron: VANDEWEGHE E. & DECLERCQ D. 2019: Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier 4.001/44021/148.1, Apotheek Baetslé.
Auteurs:  Vandeweghe, Evert; Declercq, Daan
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Vandeweghe E. & Declercq D. 2019: Apotheek Baetslé [online], https://id.erfgoed.net/teksten/311828 (geraadpleegd op ).


Apotheek Baetslé ()

Rijhuis in neo-Lodewijk-XVI-stijl, gebouwd als apotheek naar ontwerp van architect J. Goossaert (gesigneerd) en daterend van 1913. Gecementeerde voorgevel met twee ongelijke traveeën en drie bouwlagen onder pseudomansardedak (leien) met houten dakkapelletje en dakvenster in de vorm van een klokgevel onder gebogen fronton en met siervazen op de hoekpostamenten. Rechter zijrisaliet met korfboogvormig winkelraam en driezijdige erker met bekronend balkonhek op de bovenverdieping. Rechthoekige en korfboogvormige vensters onder waterlijst met guirlandes; bovenlichten met medaillon in glas in lood. Behouden apotheekinrichting in neoclassicistische stijl.

  • Stadsarchief Gent, Bouwaanvragen particuliere woningen, G12, 1913/A/31.

Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. 1982: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, 19de- en 20ste-eeuwe stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4nc, Brussel - Gent.
Auteurs:  Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Bogaert C. & Lanclus K. & Verbeeck M. 1983: Apotheek Baetslé [online], https://id.erfgoed.net/teksten/18366 (geraadpleegd op ).