Homogeen behouden eclectische gevelwand als geheel ontworpen in 1897 door architect Ch. Van Driessche. Slechts zeven van de twaalf ontworpen gevels werden uitgevoerd. Evenals in de steeg zeer gevarieerde gevelarchitectuur met verschillend getinte bakstenen enkelhuizen van twee of drie traveeën met drie bouwlagen en zadeldak (leien of pannen), markerende dakvensters, erkers en erkertorentjes met voornamelijk neotraditionele of neogotische inslag.
Nummer 415 is gekenmerkt door een brede linker venstertravee met centraal getrapt dakvenster en gekoppelde getoogde vensters met deelzuiltje en bekronende boogvelden met tweekleurige baksteenvulling. Rechter deurtravee met overkragend erkertorentje afgelijnd met bakstenen boogfries en muizentanden onder het tentvormig leiendak. Sierankers.
Nummer 417 met contrasterend parement van witte baksteen met verwerking van blauwe geglazuurde baksteen voor speklagen, aflijnende imitatiehoek- en negblokken en ontlastingsbogen. Rechter zijrisaliet met houten erker en bekronende topgevel met voluten. Linker deur onder zwaar entablement en omlijste ovale oculus.
Nummer 419 op de plint gesigneerd en gedateerd, sterk gelijkend op nummer 415 doch met variërende vensternissen en overhoeks houten erkertje met bekronende loggia onder leien tentdakje.
Nummer 421 met sterk neogotisch getinte gevel met twee traveeën breed rechter zijrisaliet met bekronende Brabantse trapgevel en overkragende bovenverdieping met tudorboogvormige vensternissen waarin vensters en boogvelden met drielobtracering gevat zijn. Smalle linker deurtravee.
Nummer 425-429 eveneens gesigneerd en gedateerd, slechts twee bouwlagen onder pseudomansardedak. Gemarkeerde smalle rechter deurtravee met erkertorentje met bekronende naaldspits; brede linker venstertravee met ruim korfboogvenster boven de verbouwde kelderverdieping en loggia met gekoppelde tudorbogen met deelzuil en ijzeren leuning op de bovenverdieping. Aflijnende boog- en baksteenfries onder de gootlijst met centraal dakvenster.
Nummer 431 met witgeschilderde bakstenen gevel in neogotische stijl gemarkeerd door een linker zijrisaliet met bekronende trapgevel en brede spitsboognis met drielobtracering waarin twee spitsboogvensternissen gevat zijn, getoogde vensters met middelkalf en bekronende spitsboogvelden. Rechts deur met balkonhek.
Nummer 433 in spiegelbeeldschema met donkere bakstenen voorgevel met centraal getrapt dakvenster en zware bakstenen erker met balkon op de bel-etage; borstweringen verfraaid met geometrische motieven van lichte baksteen.
- Stadsarchief Gent, Bouwaanvragen particuliere woningen, G12, 1897/B/14.