Voormalige katoenspinnerij en -twijnderij zogenaamd "La Nouvelle Orléans". Opgericht in 1896 ten westen van de oude Lieve. In 1899 uitgebreid met een nieuw gebouwencomplex van vier bouwlagen voor de self-acting spinnerij. Verdere uitbreiding met nieuwe spinnerij in 1905. In 1957 fusie met jutespinnerij De Waele-Rothlisberger en oprichting van "Filature Nouvelle Orléans", in 1972 opgenomen bij UCO.
Dominerend rechthoekig gebouw van vier bouwlagen onder drie schilddaken, opgetrokken in 1899. Typisch spinnerijgebouw van het Manchestertype. Verdiepte travee in rechthoekige nissen en vensters met kleine roedeverdeling. Ankers op de penanten. Binnenconstructie met gietijzeren zuiltjes ter ondersteuning van troggewelven is grotendeels behouden, doch het machinepark werd gemoderniseerd.
In 1905 wordt hetzelfde gebouw vergroot met acht traveeën onder leiding van Serafinus De Taeye & Cie. In 1907 bouw van de nog bestaande kantoorgebouwen van één bouwlaag in neo-Vlaamserenaissance-stijl en plaatsen van ijzeren toegangshek met vijf pijlers naar ontwerp van dezelfde architect.
In 1908 wordt de markante vierkante traptoren van het hoofdgebouw hoger opgetrokken door Serafinus Detaeye & Cie. Afwerking in neo-Vlaamserenaissance-stijl met leiendak waarin twee waterreservoirs. Aan elke zijde gekenmerkt door dakkapellen met radvenster en bekronend gebogen fronton. Ten oosten voormalig katoenmagazijn, nu ateliers, van 1912.
Ten noorden vernieuwde katoenmagazijnen met in zuidhoek bewaarde paardenstal met gietijzeren scheidingen en behouden kribben. Aan de buitenmuur oude pompinstallatie van de "American Petroleum Cie".
Tegen de noordzijde van de spinnerij nieuwe kantoorgebouwen uit de jaren 1930. De ronde fabrieksschouw ten noordwesten van de spinnerij werd opgetrokken in 1947.
- Stadsarchief Gent, Bouwaanvragen particuliere woningen, G12, 1905/B/19, 1907/B/41, B/62, 1908/B/21, 1912/B/15.