Eclectisch burgerhuis, volgens bouwaanvraag opgericht in 1899 en aangepast in 1912.
In maart 1899 diende André Bontinck (Rue Digue de Brabant 53, Gand) een bouwaanvraag in voor de bouw van een burgerhuis op lot 15 (deel) en 16 van Verkavelingsserie II. Het gevelontwerp uit de bouwaanvraag werd grotendeels gevolgd, op enkele details na zoals de omvorming van de gekoppelde bel-etagevensters tot balkonvensters met bijhorende smeedijzeren balustrade. De uitwerking van de voordeur en erker verschilden eveneens van het ontwerp. Het is uitzonderlijk dat ook een ontwerptekening van de achtergevel aan het bouwdossier werd toegevoegd. In 1912 was het pand wellicht in eigendom van Oswald Deschamphelaere (1866-1937), een Gents rubberfabrikant die uitermate actief was in het Gentse liberale verenigingsleven en zich onder meer inzette tijdens de wereldtentoonstelling van 1913. Hij diende in april 1912 een bouwaanvraag in "de placer une loggia à la façade de la maison Bd. Du Parc 17 et de construire une annexe sur la cour de cette maison." De uitgevoerde werken bestonden uit een verfraaiing van de voorgevel en de aanbouw van een bureau en veranda tegen de achtergevel. De voordeur bleef behouden, maar werd voorzien van nieuw smeedwerk en een glas-in-loodraam in het bovenlicht dat de skyline van Gent uitbeeldt. Het overige schrijnwerk werd eveneens vernieuwd en voorzien van bovenlichten met roedeverdeling. De bovenlichten van de bel-etageramen kregen bijzonder fijne glas-in-loodramen in geometrische art-nouveauvormgeving. De driezijdige erker werd vervangen door het huidige exemplaar met afgeronde hoeken. De erker wordt gedragen door een hardstenen vloerplaat op drie consoles. De penant tussen de bel-etagevensters werd hiertoe vervangen door een gesculpteerde hardstenen deelzuil die de centrale console schraagt. De smeedijzeren balustrade van het balkon op de erker werd vernieuwd. Het smeedwerk van de bel-etage (uit 1899) bleef vermoedelijk behouden. Een tweede bouwaanvraag van Oswald Deschamphelaere uit 1920 voor de bouw van een 'bow window' onder de bestaande erker werd geweigerd aangezien een uitbouw in de voortuin verboden was vanwege een erfdienstbaarheid vastgelegd in de bouwvoorschriften van de verkaveling. Vermoedelijk werd het venster boven de voordeur tijdens de verbouwing van 1912 omgevormd tot klein halfrond balkon met smeedijzeren balustrade. Dit kon echter niet archivalisch worden gedocumenteerd. In ieder geval dateert dit element van voor 1920, aangezien het wordt weergegeven op de bouwaanvraag van oktober 1920. Alle houten schrijnwerk bleef behouden, maar de rechthoekige vensters op de verdiepingen verloren hun roedeverdeling. De twee keldervensters met dievenijzers werden vervangen door een verdiepte garagepoort. De aanleg van de voortuin en het hekwerk werden hiervoor opgeofferd.
Het pand ligt verdiept ten opzichte van de rooilijn omwille van haar voormalige omheinde voortuin. Het rijhuis telt twee traveeën en drie en een halve bouwlaag. Het gevelparement in rode baksteen wordt horizontaal belijnd door een hardstenen plint (met voetschraper), horizontale banden in witte baksteen en een houten kroonlijst op klossen. De smalle deurtravee links ligt verdiept ten opzichte van de brede rechtertravee met suprapositie van souterrain, gekoppelde bel-etagevensters met balkon, erker, bekronend balkon en dakvenster onder trapgevel met overhoeks topstuk. Alle muuropeningen zijn rechthoekig met hardstenen dorpel, afgeschuinde hardstenen linteel (op de benedenverdieping met hoekconsooltjes) onder ontlastingsboog in witte baksteen en met hardstenen diamantkoppen ter hoogte van de tussendorpels van de ramen. De voordeur is een vleugeldeur met paneelversieringen, twee deurtrekkers met brievengleuf en deurvensters met smeedwerk. Het vaste bovenlicht is van de deur gescheiden door een hardstenen tussendorpel en is ingevuld met een glas-in-loodraam dat de skyline van Gent met zonnestralen voorstelt. Het bovenliggende venster is uitgewerkt als halfrond balkon met vloerplaat en console in blauwe hardsteen. De gebogen smeedijzeren balustrade en de beglaasde balkondeuren met bovenlicht bleven bewaard. Boven de souterrain zijn twee gekoppelde bel-etagevensters tussen een gesculpteerde halfzuil in blauwe hardsteen. De ramen zijn uitgewerkt als balkondeuren met bovenlichten met glas-in-loodramen in identieke geometrische art-nouveaumotieven. Het uitkragende balkon in blauwe hardsteen rust op een console. De houten erker heeft zeer verzorgd houtsnijwerk en afgeronde hoeken en gebogen glasplaten. Het geheel heeft een neoclassicistische afwerking en rust op een geprofileerde hardstenen vloerplaat op drie consoles. Boven de kroonlijst is een gebogen smeedijzeren balustrade van het bovenliggende balkon. Het houten schrijnwerk van de overige vensters bestaat uit T-ramen, al dan niet uitgewerkt als balkondeuren.
Bron: Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier 4.001/44021/119.1, Parklaan met omgeving, laan met tweeëndertig gekandelaarde platanen, in Gent (DECLERCQ D., 2016).
Auteurs: Declercq, Daan
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Declercq D. 2016: Burgerhuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/194590 (geraadpleegd op ).
Burgerhuis van twee traveeën met drie bouwlagen en zadeldak, volgens bouwaanvraag daterend van 1899. Bakstenen voorgevel met belijnende beschilderde banden. Gemarkeerd breed rechter zijrisaliet met gekoppelde benedenvensters met arduinen deelzuil en gebombeerd ijzeren balkonhek; bovenlichten met art-nouveaugetint glas in lood. Gebogen houten erker met bekronend hek op de bovenverdieping; getrapt dakvenster. Smalle deur met bovenlicht in glas in lood, rechthoekige bovenvensters onder beschilderde strek. Kelderverdieping omgebouwd tot garage; verdwenen voortuintje.
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. 1982: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, 19de- en 20ste-eeuwe stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4nc, Brussel - Gent.
Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Bogaert C. & Lanclus K. & Verbeeck M. 1983: Burgerhuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/18567 (geraadpleegd op ).