Burgerhuis met dubbelhuisopstand ontworpen door Emile De Weerdt in 1901.
Dit burgerhuis is het enige pand in de Parklaan met dubbelhuisopstand en heeft tevens een uitzonderlijk brede voorgevel. Het werd in 1901 ontworpen door architect Emile De Weerdt in een verfijnde eclectische belle-époquearchitectuur. De bouwheer, H. Nypels (wonende Quai des Moines 52, Gand), was de directeur van de voormalige dierentuin van Gent. Hij kocht hiervoor lot 13 en 14 van Verkavelingsserie II en diende in juni 1901 een bouwaanvraag in. Het gevelontwerp toont een rijkere afwerking van de drie dakvensters, bestaande uit houten vleugelstukken en bekronende lijsten. Het is niet duidelijk of dit ooit werd uitgevoerd of wanneer deze elementen precies zijn verdwenen (sowieso reeds voor 1978). Het rechter dakvenster werd vermoedelijk na de bouw aangepast tot balkonvenster, waarbij deze werd voorzien van een balustrade in smeedwerk en waarvoor het onderliggend faiencetegeltableau werd doorbroken. Dit is slechts een weinig visueel storende ingreep gezien de toevoeging van het sierlijke smeedwerk. Alle origineel schrijnwerk bleef behouden, als ook twee houten rolluiken op de begane grond in de eerste travee. Het bovenlicht van het derde dakvenster verloor haar roedeverdeling. Delen van de smeedijzeren balustrade van het centrale dakvenster zijn beschadigd en/of verloren. Door de verwilderde begroeiing in de voortuin is het onmogelijk vast te stellen of het originele plaveisel en indeling bewaard bleef. De smeedijzeren omheining met centraal dubbel toegangshek bleef wel bewaard. Het hekwerk heeft een zweepslagmotief en is identiek aan dat van de panden Parklaan nummers 5-23 van dezelfde architect.
Dit burgerhuis met dubbelhuisopstand heeft een voor de Parklaan uitzonderlijk brede voorgevel. Het pand ligt verdiept ten opzicht van de rooilijn en heeft een omheinde voortuin. Het smeedijzeren hekwerk heeft een zweepslagmotief. Het dubbel toegangshek bevindt zich centraal, tegenover de voordeur. Het volume telt drie traveeën en drie bouwlagen onder een mansardedak (leien, nok parallel aan de straat). De symmetrisch opgebouwde lijstgevel heeft een door pilasters gemarkeerd middenrisaliet dat de kroonlijst doorbreekt met een bekronend en fraai uitgewerkt dakvenster onder getoogde kroonlijst. De eerste en derde travee worden eveneens verlengd in dakvensters, uitgevoerd in hout en minder rijk uitgewerkt dan het middenrisaliet. De linkertravee heeft twee gekoppelde vensters op de begane grond met daarboven een houten erker op de verdieping met bekronend balkon en dakvenster. De middentravee bestaat uit een deur, een venster op de verdieping en een bekronend dakvenster met balkondeur. De begane grond van de rechtertravee is uitgewerkt als bow window, met groot bekronend balkon op de verdieping en tenslotte een als balkondeur uitgewerkt dakvenster. Het gevelparement bestaat uit witte geglazuurde baksteen in kruisverband, horizontaal belijnd met rijen grijs-zwarte baksteen, witte bepleisterde banden en doorlopende hardstenen waterlijsten en lekdrempels. De houten kroonlijst met tandlijst rust op klossen met tussenin verdiepte panelen. Deze rechthoekige panelen zijn omlijnd met grijs-zwarte baksteen en bevatten veelkleurige faiencetegeltableaus met art-nouveaumotieven.
De twee gekoppelde vensters in de linkertravee hebben bovenaan een omlopende vlak bepleisterde omlijsting onder een waterlijstje en een geblokte rollaag met grijs-witte baksteen. De originele guillotineramen en houten rolluiken bleven bewaard. De bovenliggende houten erker op massieve conische voet is driezijdig met drie identieke raampartijen bestaande uit een rechthoekig vensterglas met drieledig bovenlicht. Op het leien dakje bevindt zich de driezijdige smeedijzeren balustrade van de bovenliggende balkondeur van het dakvenster. Het dakvenster doorbreekt de kroonlijst en omvat een beglaasde vleugeldeur met drieledig bovenlicht, gevat in een neoclassicistische omlijsting.
Het middenrisaliet bewaart de voordeur in een gelijkaardige omlijsting als de benedenvensters in de linkertravee. De houten vleugeldeur bestaat uit twee identieke deurvleugels met diamantkop, deurtrekker met brievengleuf en deurvenster met decoratief smeedwerk, onder een vast bovenlicht. Het venster op de verdieping en bovenliggend dakvenster zijn gevat in één verdiepte rondboognis met afgeronde hoeken onder een rollaag in witte en grijs-zwarte baksteen. Beide rechthoekige vensters hebben een bekronende houten waterlijst op uitgewerkte consoles. De borstwering van het venster en het boogveld van het dakvenster zijn voorzien van verdiepte panelen met veelkleurige faiencetegeltableaus met florale motieven in art-nouveauvormgeving. Beide vensters hebben T-ramen, bij het dakvenster uitgewerkt als balkondeuren en voorzien van een decoratieve smeedijzeren balustrade.
De rechtertravee heeft een driezijdig bow window onder een neoclassicistische kroonlijst met tandlijst op klossen waartussen zich rechthoekige spiegels bevinden. Het bekronend heeft een vermoedelijk houten balustrade met art-nouveauvormig smeedwerk. Het balkonvenster bewaart haar origineel zesdelig schrijnwerk en wordt bekroond met een houten kroonlijst tussen uitgewerkte consoles. Het dakvenster heeft een gelijkaardige omlijsting en smeedwerk als dit in de linkertravee, maar is smaller en heeft schrijnwerk met vast bovenlicht zonder roedeverdeling.
Bron: Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier 4.001/44021/119.1, Parklaan met omgeving, laan met tweeëndertig gekandelaarde platanen, in Gent (DECLERCQ D., 2016).
Auteurs: Declercq, Daan
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Declercq D. 2016: Burgerhuis ontworpen door Emile De Weerdt [online], https://id.erfgoed.net/teksten/194585 (geraadpleegd op ).
Dubbelhuis met behouden voortuintje volgens bouwaanvraag naar ontwerp van architect E. De Weerdt van 1901. Lichte bakstenen voorgevel verfraaid met donkere bakstenen en bepleisterde banden en arduinen cordon. Drie traveeën en twee bouwlagen onder pseudomansardedak (leien). Gemarkeerd middenrisaliet met hoger oplopend dakvenster onder gebogen kroonlijst. Variërende rechthoekige vensters onder druiplijst. Houten en bakstenen erker. Centrale vleugeldeur met fraai houtwerk. Verdiepte panelen in de borstwering en fries met sgraffitoversiering.
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. 1982: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, 19de- en 20ste-eeuwe stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4nc, Brussel - Gent.
Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Bogaert C. & Lanclus K. & Verbeeck M. 1983: Burgerhuis ontworpen door Emile De Weerdt [online], https://id.erfgoed.net/teksten/18569 (geraadpleegd op ).