Samenstel van twee nagenoeg identieke burgerhuizen, ontworpen door architect Georges Vereecken in 1901.
De panden werden opgericht op loten 4 en 5 van Verkavelingsserie II (resp. 209,2 en 188,89 m²). De Gentse architect G. Vereecken (Van Eyckstraat 56) was zowel architect als bouwheer en kocht de percelen bij Notaris Van Schoote op 31 december 1900 voor 9555 frank. De bouwaanvraag dateert van januari 1901 maar reeds in maart werden de plannen aangepast. Aanvankelijk zou de erkeruitbouw driezijdig worden uitgevoerd, met afgeronde hoeken. Dit in tegenstelling tot de uitgevoerde vijfzijdige uitbouw. Tenslotte zijn er enkele verschillen op te merken tussen dit aangepaste ontwerp en de uitgevoerde toestand. Zo werd het smeedwerk van de bel-etageverdieping beperkt tot de grote raampartij en werd het smeedwerk op de balkons uitgevoerd in natuursteen. De vormgeving van de bovenlichten aan de voordeur en de bovenliggende vensters werd ook anders uitgewerkt. De huidige dubbele balkonvensters onder de kroonlijst zouden aanvankelijk enkele vensterdeuren zijn die zouden worden verlengd in de dakvensters. Het schrijnwerk bleef vermoedelijk volledig bewaard bij het rechterpand, maar mogelijk werd het vernieuwd op het balkon en in het dakvenster. Bij het linkerpand is alleen de voordeur origineel. De aanleg van de voortuin bleef bij het rechterpand intact, maar met vernieuwd plaveisel. De voortuin van het linkerpand kreeg een volledig afwerking zonder plantenperken. Het hekwerk van beide voortuinen bleef bewaard, met uitzondering van de toegangshekken. Een opmerkelijk detail is de (vermoedelijk sgraffito-) beschildering onder de kroonlijsten die bestaat uit telkens één hoofd gevat in een cirkel, waarbij deze hoofden elkaar aankijken (recent gerestaureerd bij het rechterpand).
Twee identieke eclectische burgerhuizen. Beide panden zijn achterin op het perceel gelegen en hebben een voortuin omheind met decoratief smeedijzeren hekwerk. Elk rijhuis telt twee traveeën en drie en een halve bouwlaag onder mansardedak (leien). Het gevelparement in beige geglazuurde baksteen in staand verband wordt verlevendigd door een lage hardstenen plint en horizontale banden en waterlijsten in beschilderde natuursteen en/of pleisterwerk. De gevel is opgebouwd uit een smalle deurtravee links die door middel van een afgeronde hoek met ezelsoor overgaat naar de uitspringende rechtertravee. Deze brede travee wordt geaccentueerd door een monumentale erkeruitbouw die het souterrain, bel-etage en eerste verdieping omvat, met als bekroning een ruim balkon. De deuropening is afgewerkt met hoekconsooltjes onder een latei met schijfmotieven. Daarboven bevindt zich een bolkozijn als bovenlicht met tussenstijl en onder een rollaag. De houten vleugeldeur is afgewerkt met schijfmotieven en bewaart twee deurvensters met decoratief smeedwerk onder een vast bovenlicht met mat glas. De twee bovenliggende smalle rechthoekige vensters hebben beide verdiepte sponningen. Het venster op de eerste verdieping heeft een verdiepte borstwering en bovenaan een rollaag. Het venster van de tweede verdieping heeft een geprofileerde dorpel en bovenaan hoekconsooltjes. De vijfzijdige erkeruitbouw heeft zichtbare metalen steunbalken en is voorts volledig in natuursteen uitgewerkt. De vensters van het souterrain zijn afgeschermd met decoratieve dievenijzers. De smalle korfboogvormige vensters van de twee bovenliggende verdiepingen hebben stenen tussendorpels, met uitzondering van het brede centrale venster van de bel-etage. Dit korfboogvormige venster is uitgewerkt als balkon met smeedijzeren hekwerk in art-nouveauvormgeving. Het bekronend balkon op de tweede verdieping heeft een (vermoedelijk houten) korfboogbalustrade tussen zeszijdige hoekstijlen. De twee balkonvensters met hoekconsooltjes en verdiepte sponning zijn gescheiden door een bakstenen middenstijl met Korinthisch kapiteel. Onder de kroonlijst is een bepleisterde zone met (vermoedelijk sgraffito-) beschildering bij het linkerpand bestaande uit de voorstelling van een hoofd in profiel (man met donkere huidskleur die naar rechts kijkt) gevat in een rode cirkel en een beige rechthoek, geflankeerd door florale motieven tegen een lichtblauwe achtergrond. Bij het rechterpand wordt eveneens een hoofd in profiel afgebeeld (blanke man die naar links kijkt) gevat in een rode cirkel en een oranje rechthoek, geflankeerd door florale motieven tegen een lichtblauwe achtergrond. Het mansardedak springt uit ter hoogte van de rechtertravee en heeft centraal een rechthoekig dakvenster tussen geprofileerde pilasters onder een licht gebogen overkragende kroonlijst.
Bron: Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier 4.001/44021/119.1, Parklaan met omgeving, laan met tweeëndertig gekandelaarde platanen, in Gent (DECLERCQ D., 2016).
Auteurs: Declercq, Daan
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Declercq D. 2016: Samenstel van twee identieke burgerhuizen ontworpen door G. Vereecken [online], https://id.erfgoed.net/teksten/194580 (geraadpleegd op ).
Twee identieke rijhuizen van twee traveeën met drie bouwlagen en mansardedak, van circa 1900. Lichtkleurig bakstenen parement geleed door geschilderde platte banden en gemarkeerd door een breed en sterk uitspringend rechter zijrisaliet extra geaccentueerd door natuurstenen erkers met bekronend balkon voor de gekoppelde bovenste vensters. Rechthoekige vleugeldeuren met tussendorpel en gedeeld bovenlicht onder gebogen waterlijst. Behouden voortuintjes met ijzeren hekken.
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. 1982: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, 19de- en 20ste-eeuwe stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4nc, Brussel - Gent.
Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Bogaert C. & Lanclus K. & Verbeeck M. 1983: Samenstel van twee identieke burgerhuizen ontworpen door G. Vereecken [online], https://id.erfgoed.net/teksten/18575 (geraadpleegd op ).