Neoclassicistisch burgerhuis, volgens de bouwaanvraag van 1895.

Historiek

Rijk gedecoreerd neoclassicistisch burgerhuis opgetrokken in 1895 (bouwaanvraag goedgekeurd op 24 mei 1895) door een onbekende architect. Alphonse en Charles d’Hert , de twee bouwheren afkomstig uit Gent (Slachthuisstraat 19), kochten het perceel van 145,20 m² voor 2613,60 frank bij notaris De Wilde. Het betreft lot 42 van Verkavelingsserie I. De huidige gevelafwerking komt volledig overeen met de ontworpen toestand zoals weergegeven op het gevelontwerp, met uitzondering van de gietijzeren balustrade van het balkon. Behoudens de voordeur (en mogelijk ook het balkonraam) werd het schrijnwerk vernieuwd. De bolvormige bekroningen van de hoekzuilen van de balustrade zijn verdwenen. Mits betaling van een jaarlijkse toelage van 5 frank had men toegang tot de achterliggende dienstweg.

Beschrijving

Dit rijkelijk versierd neoclassicistisch rijhuis telt twee traveeën en twee en een halve bouwlaag (souterrain) onder een mansardedak met oeil-de-boeuf en dakvenster. De bepleisterde bakstenen voorgevel bestaat uit een smalle deurtravee links en een brede rechtertravee met balkon op de tweede verdieping, onder een houten kroonlijst op klossen en een tandlijst. De verdiepingen worden gemarkeerd door doorlopende lekdrempels in blauwe hardsteen. De hoge hardstenen plint en de gelijkvloerse verdieping zijn afgewerkt met horizontale banden in respectievelijk blauwe hardsteen en plaasterwerk. Het balkon bestaat uit een hardstenen vloerplaat op twee rijk uitgewerkte consoles (vermoedelijk natuursteen). De decoratieve gietijzeren balustrade is gevat tussen twee rechthoekige hoekzuilen, die hun oorspronkelijke bolvormige bekroningen zijn verloren. Het getoogd keldervenster is gevat in een vlakke omlijsting met voluutvormige hoekconsoles en sluitsteen. De getoogde deur is bekroond met een diamantkop als sluitsteen. Het betreft een monochroom beschilderde houten paneeldeur met van onder naar boven: een vierkant paneel met diamantkop, een rechthoekig paneel met brievengleuf en handvat, een centraal deurvenster met decoratief smeedijzeren hekwerk onder een waterlijst op twee consooltjes. Hierboven draagt een kroonlijst met afwisselend consoles en schijfmotieven het bovenlicht. Het venster op de bel-etage is getoogd met een diamantkop als sluitsteen en heeft een borstwerking met geprofileerde spiegel. De vensteropeningen op de verdieping zijn gevat in een rechthoekige verdiepte omlijsting met diamantkoppen en schijfmotieven onder geprofileerde bekroningen op consoles. Het schrijnwerk van het balkonvenster behield mogelijk originele elementen zoals de verdiepte middenstijl met diamantkop. Boven de kroonlijst bevindt zich het mansardedak met links een oeil-de-boeuf en rechts een dakkapel gevat tussen twee pilasters en voluten, onder een boogfronton met bekroning in de vorm van een bol met pin. Rechts onder in de plint bevindt zich een ijzeren voetschraper. Het schrijnwerk is vermoedelijk vernieuwd, maar behield grotendeels de oorspronkelijke roedeverdeling.