Beeldbepalend hoekcomplex van twee meergezinswoningen in expressionistische baksteenarchitectuur in navolging van de Amsterdamse School, naar ontwerp van "Geo Henderick / Arch. Gand" (gevelsignatuur op de pui van de hoektravee). Volgens een bouwaanvraag van 1931, gebouwd in opdracht van Alexander Van Heuverswijn. De wand aan de Patijntjestraat werd verschillend uitgevoerd ten opzichte van het bouwplan. Burgerhuizen Aaigemstraat 18-20 en 24-26 en Patijntjestraat 10-12 en 14-16 zijn eveneens ontworpen door architect Geo Henderick.
Appartementsgebouw van vier bouwlagen hoog onder een plat dak met een afgesnuite hoektravee gemarkeerd door twee hoger oplopende muurdammen, uitgewerkt als geometrisch vormgegeven sierstukken. Parement van donkerbruine baksteen van Dieren in halfsteensverband op een vlakke gecementeerde onderbouw en arduinen plint. Decoratieve metselverbanden accentueren de venstertraveeën en de bakstenen erkers. Aangepaste gevelbeëindiging met onder meer een vlakke cementbepleistering op de hoektravee en de zijtravee in de Aaigemstraat. Plastisch uitgewerkte gevel met twee afgeronde bakstenen erkers in de zijtraveeën en een driezijdige erker op de hoektravee, die over de bovenverdiepingen lopen en met een bekronend balkon (vandaag dichtgemaakt). De erkers rusten op een vlak gecementeerde, geometrische console. Brede rechthoekige vensters, gelegen in het gevelvlak, met arduinen lekdorpels en bakstenen lateien. Deels bewaard houten schrijnwerk met een kenmerkende horizontale roedeverdeling en structuurglas in de bovenlichten. Bewaarde houten rolluiken op de benedenverdieping. Aan de zijde van de Patijntjesstraat bevinden zich twee rechthoekige deuropeningen met houten deuren en geometrische ijzeren deurroosters met voetschrapers in de plint. Beide deuren worden geflankeerd door een rechthoekige nis waarin een betonnen, gebaarde dwergfiguur of 'gnoom' staat, als typerend decoratief element in het oeuvre van de architect. Aan de zijde van de Aaigemstraat bevindt zich een dubbele toegangsdeur met ijzeren deurrooster en structuurglas. Meerdere aansluitingen op het waternet zijn verwerkt in de plint.
De indeling van het hoekhuis omvat, volgens het plan, een woning van twee bouwlagen met eigen trappenhuis, toegankelijk door middel van de centrale toegangsdeur. De deur in de linkertravee leidt tot een gemeenschappelijk trappenhuis voor de twee kleinere woongelegenheden op de bovenverdiepingen. De hoektravee wordt telkens ingevuld als leefruimte. Het huis aan de Aaigemstraat omvat twee appartementen van twee bouwlagen, toegankelijk via een gezamenlijk trappenhuis. Ze hebben op hun onderste verdieping aan de straatzijde een doorlopende living en eetkamer. De keuken bevindt zich achteraan en is afgescheiden van de andere ruimtes.
- Stadsarchief Gent, Bouwaanvragen particuliere woningen, G12, 1931/P/11.
- BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. 1983: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, 19de- en 20ste-eeuwe stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4NC, Brussel - Gent.
- DESEYN G. 1984: Geo Henderick 1879-1957, Gent, 62-63.
- S.N. 1935: [Un parement de briques de Dieren ou de Venloo…], Bâtir 26, 35.