Appartementsgebouw, opgetrokken in art deco, meer bepaald in de bootstijl of "streamline modern style", volgens een bouwaanvraag van 1939 naar ontwerp van de Gentse architect Emile De Nil (zie ook opschrift op bakstenen afsluiting 'Emile De Nil/ Arch. Gent') in opdracht van Raymond Haelterman.
Gebouw in dubbelhuisopstand van drie traveeën en drie bouwlagen boven twee half ondergrondse garages, links en rechts van de centrale toegang, en onder een plat dak. De ingang wordt voorafgegaan door een brede arduinen bordes, gevat tussen twee vernieuwde muurtjes van bruine baksteen, oorspronkelijk ingericht als bloembakken maar vandaag afgedekt met platte dekstenen in arduin. De toegang tot de half ondergrondse garages wordt aan de uiterste zijden afgesloten door bloembakken en aan de straatzijde met een hekpijler en een klein, laag muurtje, beide van gele en donkerbruine baksteen.
Parement van kenmerkende gele baksteen in halfsteensverband met Dudok-voegen, verrijkt met gifgroen geglazuurde tegels voor de deurtravee. Symmetrisch opgebouwde gevel met centrale toegangstravee, gekenmerkt door een opvallend rondboogvormig ladderraam van het trappenhuis, dat omlijst is met afgeronde, bruin geglazuurde tegels en onderaan afgesloten wordt door een geometrisch, ijzeren hekje. Het venster is ingevuld met glas in lood in een abstracte vormgeving met geel, wit, zwart, donkerrood en gifgroen gekleurd glas, een kenmerkend kleurenpalet voor het interbellum. Bewaarde rechthoekige, dubbele houten deur met deurrooster, gevat in een rechthoekige, getrapte omlijsting van bruin geglazuurde, afgeronde tegels en voorzien van een korte, gebogen betonnen luifel. Aan beide zijden van de toegangstravee bevindt zich telkens een brede zijtravee, uitgewerkt als brede bakstenen erkers met afgeronde binnenhoeken op elke bouwlaag. De horizontale, rechthoekige vensters hebben doorlopende, geschilderde betonnen lateien, lekdorpels van bruin geglazuurde tegels en worden afgesloten door eenvoudig, zwartgeschilderd hekwerk. Grotendeels bewaard houten schrijnwerk met kenmerkend gebogen glas in de afgeronde zijden van de erkers op de eerste en tweede bouwlaag. Ook de driedelige, rechthoekige garagepoorten met structuurglas in elke vleugel, zijn behouden. De verspringende en decoratief uitgewerkte kroonlijst is vandaag verdwenen.
Volgens het bouwplan omvat de kelderverdieping achter de twee garages, de opslagplaats voor kolen, een voorraadkelder met aansluitende wijnkelder en meerdere kelders per appartement. De verhoogde begane grond en de eerste en tweede verdieping hebben een centraal trappenhuis en hal met links en rechts daarvan in spiegelschema telkens een appartement met achtereenvolgens een woonplaats, een eetplaats met naastliggende keuken, één of twee slaapkamers, een badkamer en terras, met op de verhoogde begane grond aansluitend een koer.
- Stadsarchief Gent, Bouwaanvragen particuliere woningen, G12, 1939/R/4.
- BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. 1983: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, stad Gent, 19de- en 20ste-eeuwse stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4NC, Brussel-Gent.
- MEGANCK L. 1997: Architect Emiel De Nil (1902-1982), van art deco naar modernisme, Gent, Interbellum 17/2, 10-15.
- Artesis Hogeschool Antwerpen, Opleiding Monumenten- en Landschapszorg, 1ste master, Onuitgegeven nota’s Ellen Klompmaker, 2011-2012.