erfgoedobject

Sociaal appartementsgebouw ontworpen door Ch. Van Rysselberghe

bouwkundig element
ID
18664
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/18664

Juridische gevolgen

Beschrijving

Complex met 42 appartementen, in 1912-1913 gerealiseerd door de sociale huisvestingsmaatschappij Gentse Maatschappij der Werkerswoningen naar ontwerp van stadsarchitect Charles Van Rysselberghe. In 1994 werd de achterbouw ingrijpend verbouwd door architect Johan Raman.

Dit appartementsgebouw heeft een sterk geritmeerde gevelwand met een opeenvolging van puntgevels met houten overluifeling die de indruk geeft van een rij cottage getinte burgerhuizen. De begane grond bevatte telkens drie rondboogdeuren, geflankeerd door een rondboogvenster.

Bouwgeschiedenis

In 1912-1913 bouwde de sociale huisvestingsmaatschappij Gentse Maatschappij der Werkerswoningen (sinds 1958 Gentse Maatschappij voor de Huisvesting) een meergezinswoning tussen de Rooigemlaan en het Biezenstuk, samen met een gelijkaardig project aan de Zonnebloemstraat 12-58. Het ontwerp is van stadsarchitect Charles Van Rysselberghe en de uitvoering gebeurde onder leiding van de aannemers Van Herrewege & De Wilde (zie gevelsteen). In 1994 werd het complex gerenoveerd door architect Johan Raman, naar aanleiding van de architectuurwedstrijd "Herlevend Patrimonium", in 1987-1988 ingericht door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. In 1995 werd Raman met dit project laureaat van de tweejaarlijkse Architectuurprijs van de Provincie Oost-Vlaanderen.

Typering en beschrijving

Oorspronkelijk was dit een appartementsgebouw van respectievelijk 24 woningen (aan de Rooigemlaan) en 18 woningen (aan het Biezenstuk) van verschillende grootte (één op iedere verdieping) en vier winkels. De sterk geritmeerde gevelwand met een opeenvolging van puntgevels met houten overluifeling daarentegen geeft de indruk van een rij cottage getinte burgerhuizen. De begane grond bevatte telkens drie rondboogdeuren, geflankeerd door een rondboogvenster, waarvan de middelste leidde naar de bovenliggende woningen (naar Nederlands model). De bovenverdiepingen hebben brede vensters, meer bepaald een rechthoekige venster in de tweede bouwlaag en een rondboogvenster in de derde bouwlaag, telkens met balkon. Tussen die grote, transparante vlakken bestaat de gevel uit geelrode baksteen met decoratief metselwerk, en natuurstenen afwerking in de onderste bouwlaag. Aan de achterzijde was een smalle lichtkoker of binnenkoer voorzien.

Bij de verbouwing begin jaren negentig bleven de voorgevels behouden (met uitzonderingen van de deuren waarvan meestal enkel de middelste van de drie behouden bleef en de twee anderen werden verbouwd tot vensters). Het binnengebied werd opgevat als een ruimere gemeenschappelijke groenzone en de gevelarchitectuur aan dit binnengebied kreeg een uitdrukkelijk hedendaagse vormgeving met ronde beglaasde trapkokers en witte beton. Enkel de lichtdriehoeken in de kroonlijst refereren aan het silhouet van de voorgevels. Het aantal appartementen werd herleid van 42 tot 26 die elk bestaan uit een centrale natte cel (badkamer en keuken), met aan weerszijden identieke ruimtes die door de bewoners zelf ingericht en bestemd kunnen worden. De toegang tot de appartementen op de bovenverdiepingen verloopt via galerijen aan het binnengebied.

Evaluatie

Architecturale en stedenbouwkundige waarde als voorbeeld van vooroorlogse, stedelijke initiatieven inzake sociale huisvesting (meer specifiek de appartementsgebouwen van stadsarchitect Charles Van Rysselberghe te Gent) en omwille van de geslaagde verbouwing uit 1994. Bepalende erfgoedelementen zijn zowel de decoratief opgevatte gevelcompositie (inclusief coloriet en materialiteit) uit 1913, als de inplanting (ruim binnengebied), de schaal, vorm, het materiaalgebruik en de planindeling van de achterliggende volumes uit 1994.

  • Onroerend Erfgoed, Archief Inventaris sociale woningbouwpatrimonium (2011-2016), Sitenaam GENT_BIEZENSTUK_4150.
  • Stadsarchief Gent, reeks VII, beluiken, 1367-68, R.27.
  • BAERTSOEN M. 1913: De Gentsche Maatschappij der Werkmanswoningen, Gent, 23-25.
  • BALLIU E. e.a. (ed.) 2001: 1751-2001, 250 jaar architecten van de Academie Gent, Gent, 152-155.
  • BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. 1983: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, 19de- en 20ste-eeuwse stadsuitbreiding, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4NC, Brussel - Gent.
  • DE KOONING M. (ed.) 1988: Architectuur als buur. Panorama van Gent en omstreken 1968-1988, Turnhout, 24.
  • LAPORTE D. & SNAUWAERT L. 2003: Gids voor architectuur in Gent, Tielt, 328-329.
  • RAMAN J. 1995: Renovatieprojekt Rooigemlaan – Biezenstuk, A+, 135, 36-39.
  • VAN AUDENAERDE F. 1984: Ontstaan en groei van de Gentse maatschappij voor de huisvesting, onuitgegeven verhandeling Rijksuniversiteit Gent, vakgroep Architectuur, 54-57.

Auteurs: Lanclus, Kathleen; Vandeweghe, Evert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is gerelateerd aan
    Sociaal appartementsgebouw van 1912

  • Is gerelateerd aan
    Sociale woningbouw

  • Is gerelateerd aan
    Zonnebloemstraat

  • Is deel van
    Rooigemlaan


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Sociaal appartementsgebouw ontworpen door Ch. Van Rysselberghe [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/18664 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.