Voormalige elektriciteitsfabriek, nadien cokesfabriek, gasfabriek, heden gasbedrijf van de stad Gent. Volgens kadastergegevens bouw van de elektriciteitsfabriek in 1921 door de Naamloze Maatschappij "Force, Eclairage et Docks de Gand". Het huidig centraal magazijn en de garagewerkplaats zijn vermoedelijk overblijfsels van de oudste bedrijfsgebouwen. Toevoeging van bureelgebouw en andere in 1922. Volgens archiefgegevens (bouwaanvraag) werd het bureelgebouw vergroot in 1923 naar ontwerp van architecten O. en A. Vande Voorde. Volgens archiefstukken van 1925 werden andere bedrijfsgebouwen toegevoegd onder meer het huidig buizenmagazijn en de meterdienst.
De gashouder aan de overzijde van de Henri Farmanstraat zou volgens kadastergegevens van 1927 dateren.
Om aan de steeds toenemende vraag naar gas te voldoen sloot de stad een overeenkomst met de cokesfabriek. In 1936 werd het bedrijf overgenomen door de stad ter vervanging van de gasfabriek op de Gasmeterlaan die van dan af dienst deed als distributiecentrum. De nieuwe stadsgasfabriek werd in 1940 in gebruik genomen. Sluiting van de cokesgasfabriek in 1963 en overschakeling tot de aankoop van stadsgas bij Distrigaz, sinds 1967 aankoop van Nederlands aardgas. Tezelfdertijd (1963) bouw van een nieuwe gashouder vlak naast de vroegere gasfabriek.
Bakstenen bureelgebouw (Henri Farmanstraat nummer 40) van twee bouwlagen en tien traveeën lang, met T-vormige plattegrond, onder mansardedaken (nok parallel aan de straat, leien). Vleugel van vijf traveeën toegevoegd in 1923 aan oorspronkelijke L-vormige bouw van 1922. Geïnspireerd op de Franse classicistische kastelen. Lijstgevel uitziend op de Farmanstraat met bredere hoektravee onder steil en afgeknot tentdak met een dakvenster in natuurstenen omlijsting aan voor- en achterzijde (voluutvormige vleugelstukken en gebogen frontonafdekking), zijgevel met monumentale schoorsteen. Brede uitspringende middentravee opgevat als risaliet met driehoekig fronton en blinde attiek eindigend op bolornament. Rechthoekige vensters: twee of drie smalle benedenvensters per travee en een breder op bovenverdieping onder ijzeren I-latei. Gewitte bakstenen booglijsten en horizontale banden. Omlopende houten kroonlijst.
Huidig centraal magazijn (1921) met haast vierkante plattegrond telt drie bouwlagen en aan alle zijden vijf traveeën; drie traveeën onder zadeldak (kunstleien) en twee traveeën links met plat dak. Baksteenbouw met industriële rondboogvormige muuropeningen van verschillende grootte voorzien van een booglijst op natuurstenen imposten en met dito diamantkopvormige sluitsteen; veelal behouden ijzeren roedeverdeling. Regelmatige travee-indeling geaccentueerd door lisenen. Gedrukte voor- en achtertuitgevel met getrapt oplopende baksteenlijst en natuurstenen geprofileerde schouderstukken. Kleine garagewerkplaats van één verdieping onder zadeldak in dezelfde bouwtrant als het centraal magazijn.
Overige later toegevoegde gebouwen (1925-27) zijn eenvoudige rechthoekige bakstenen gebouwen met een zichtbaar betonnen skelet en onder een segmentboogvormige betonnen afdekking met in grootte variërende industriële rechthoekige ramen (zie buizenmagazijn, vroeger garage; werkhuis; meterdienst, vroeger eetzaal, laatst genoemde met recente modernisering van de bouw). Voorts recent toegevoegde gebouwen, onder meer sociaal centrum en auto-stelplaatsen. Oude silo's in puin.
- Kadaster Gent, mutatieregisters, Gent 12° afd., schetsen, 1921 (nummer 1)? 1922 (nummer 1), 1925 (nummer 1), 1927 (nummer 9).
- Stadsarchief Gent, reeks G.12, 1923 - F.14, 1925 - F.1.
- DE HERDT R.-VERCOUTERE F., Leven onder de gaslantaarn, tentoonstellingscatalogus, Gent, 1980, p. 67.