Neogotische pastorie. Onderkelderd dubbelhuis van twee bouwlagen en zeven traveeën, onder zadeldak (leien), van circa 1890. Bakstenen lijstgevel voorzien van twee rijen sierankers en op hoge arduinen plint met twee getraliede keldervensters aan weerszijden van de deur. Licht uitspringend middenrisaliet van drie traveeën bekroond met hoge trapgevel (11 treden + topstuk) waarin een ruim spitsboogvormig spaarveld met ingeschreven driepas. Hoge steekboogvormige muuropeningen per travee gevat in dito spaarvelden met afgeschuinde profielen. Onderbroken houten kroonlijst met klossen. Aansluitende tuin.