Voormalig woonhuis van architect G. Eysselinck ontworpen in 1930-31 in zuiver functionele stijl, een van de beste voorbeelden van de internationale stijlbeweging. Gebouwd in de periode van zijn zogenaamde "witte woningen" beïnvloed door de Franse architect Le Corbusier. In de volksmond zogenaamde "witte blok, bunker of huis met de buitentrap of met de boom".
Hoekpand met de Fleurusstraat, in sterk contrast met de eclectische burgerhuizen en villa's in de wijk, zogenaamd Miljoenenkwartier en in zijn tijd hevige reacties verwekkend. Het huidige gebouw is echter slechts een compromis beantwoordend aan een reeks opgelegde bouwverplichtingen, na elf ingediende en verworpen ontwerpen. Ongewoon grondplan, bepaald door de onregelmatige vorm van de bouwgrond (driehoekig) en de stedenbouwkundige voorschriften: slechts één woning (eerste ontwerp voor twee woningen), minimum hoogte 10,50 meter, dikte van de muren in baksteen 0,40 meter, verplichte voortuin en zelfde rooilijn, opgelost door een soort van toren. Hierdoor was het technisch niet zo progressief als Eysselinck gewild had maar beantwoordt volledig aan zijn vooropgestelde strikt functionele principes namelijk een huis als woonmachine met verschillende wel afgebakende functies. Hier hebben we een drieledige indeling: werken op de begane grond, wonen op de tweede bouwlagen en slapen en rusten op de derde bouwlaag, tenslotte een plat dak met daktuin en solarium. Een buitentrap naar de woonverdieping onderstreept duidelijk de scheiding tussen werk- en woonfunctie.
Uitwendig, uiterst vlakke gevels als eenvoudige uitdrukking van het plan. Huidig parement van arduinplaten op een plint van schaliesteen (oorspronkelijk gecementeerd en witgeschilderd boven een zwarte onderbouw van geteerde steen of een als het ware symbolisch verheffen, doen zweven, van het wonen boven het werken).
Brede vensterregisters (metalen ramen). Gedeeltelijk open gehouden derde verdieping, oorspronkelijk met boom in binnentuin. Rechts, aan de Vaderlandstraat, soort van toren, opgelegd als aansluiting met het ernaast gelegen huis. Visuele indruk van trapfunctie doch op de woonverdieping uitgewerkt als kast; op de bovenste verdieping voorzien van spiltrap naar het solarium (oorspronkelijk als doorzichtige toren ontworpen). Volledig door Eysselinck geconcipieerd interieur met een maximum aan ruimte en zoveel mogelijk wegwerken van begrenzing tussen binnen en buiten. Sinds 1968 op jammerlijke wijze gedeeltelijk verbouwd. Gelijkvloerse verdieping met vooraan overdekte parkeerplaats en open hal met ijzeren buitentrap naar de woonverdieping, heden ingebouwd. Aan de Fleurusstraat, twee burelen, oorspronkelijk met ingebouwde kasten en betonnen werktafel (verdwenen), vensters met gewapend glas. Garage, oorspronkelijk zonder deur naar de hal (volgens Eysselinck was een auto een meubel dat af en toe gebruikt werd).
Binnen- en buitentrap naar de woonverdieping met living met behouden ingemaakte kast in toren en cactusserre in het hoekraam (uitgespaard in muurdikte), eetplaats met betonnen tafel met een steunpunt met rubber overtrokken, oorspronkelijk met opstapelbare stoelen waarvoor een opbergkast voorzien was naast de zogenaamde schilderijenkast (verdwenen). Doorgeefkast naar de keuken, ontworpen als soort laboratorium (heden vernieuwd). Enorme bergruimte achter de trap.
Derde, rustverdieping met slaapkamer (oorspronkelijk bed naar ontwerp van Eysselinck) en twee slaapcabines met betonnen bedden, heden uitgebroken en verbouwd tot een kamer; badkamer met uit Amerika geïmporteerd sanitair. Oorspronkelijk dakterras verdwenen en open ruimtes afgedekt met golfplaten.
- s.n. 1978: Architectuur te Gent: analyses (cataloog tentoonstelling), Gent, 26-28.
- CANTRE W. 1933: Habitation moderne à Cand, architecte C. Eysselinck, La Cité 11.7, 129-132.
- DUBOIS M. 1973-1974: Architect Gaston Eysselinck , onuitgegeven proefschrift Hoger Sint-Lucasinstituut Gent, 13-16.
- DUBOIS M. 1978: Gaston Eysselinck, situering van Eysselinck en ontstaansproces van zijn woning, Gaston Eysselinck architect en meubeldesigner (1907- 1953) (cataloog tentoonstelling), Gent, 16-39.
- FLOUQUET P.L. 1935: Gaston Eysselinck, par le rationel atteindre le poétique, Bâtir 26, 18.
- VANNESTE F. 1976: Architectuur in Gent tussen 1920 en 1935, onuitgegeven proefschrift Hoger Sint-Lucasinstituut Gent, 24-26.