Alleenstaand neoclassicistisch burgerhuis van het dubbelhuistype, gelegen in een beboomde tuin, aan de straatkant voorzien van hek tussen betonnen pijlers. Volgens kadastergegevens gebouwd als bloemistenwoning in 1896. Drie traveeën en twee bouwlagen onder mansardedak (leien, nok parallel aan de straat) met twee dakkapellen onder driehoekig fronton. Bepleisterde en witgeschilderde lijstgevel begrensd door pseudopilasters en met licht uitspringende deurtravee. Benedenverdieping met imitatiebanden en afgelijnd door cordon. Rechthoekige muuropeningen, bovenvensters verrijkt met omlijstingen en stucsluitsteen, in de zijtraveeën onder kroonlijsten op consoles. Hoofdgestel met gekorniste kroonlijst, deels met klossen en tandlijst, met een driehoekig fronton boven de deurtravee.