Schoolcomplex ter plaatse van de vroegere abdij van reguliere kanunniken, reeds vermeld in een oorkonde van 1101. Deze abdij werd in 1120 verenigd met de abdij van Affligem en wordt van dan af "Priorij van Bornem". Afgeschaft in 1796, gevolgd door een gedeeltelijke afbraak der gebouwen. In 1842 aangekocht door de zusters van Onze-Lieve-Vrouw Presentatie voor de inrichting van een meisjesschool; J.J. Van Roosbroeck meldt rond de eeuwwisseling: "...van de oude priorij bestaan nog de corridors, de spreekplaatsen, de keuken, en op de eerste verdieping de slaapkamers der zusters...". In de loop van de tweede helft van de 19de eeuw: geleidelijke oprichting van nieuwe gebouwen deels met integratie van een oud gedeelte. In 1905 bouw van een nieuwe kostschool, de neogotische vleugel, en aanbouw van twee grote slaapzalen naar ontwerp van M. De Noyette en J. Kurtz. Beëindigd in 1907. In de loop van de 20ste eeuw diverse verbouwings- en vernieuwingswerken.
Huidig complex van schoolvleugels uit 17de, 18de, 19de en 20ste eeuw. Vermeldenswaard is vooral de oudste vleugel, oorspronkelijk deel uitmakend van de priorij en heden in gebruik als directie- en vergaderruimte; in kern opklimmend tot 17de, 18de eeuw, doch grondig aangepast in 19de en 20ste eeuw; min of meer centraal gelegen en bestaande uit een breedhuis met bakstenen lijstgevel van zeven zichtbare traveeën en 20ste-eeuwse uitbreiding van één travee aan oostzijde; twee bouwlagen onder zadeldak met klokkentorentje (nok evenwijdig aan straat, kunstleien). Rechthoekige vensters, op de begane grond met arduinen latei en vernieuwde bakstenen omlijsting, oorspronkelijk vermoedelijk zandsteen; bovenvensters in omlijsting van gecementeerde imitatie-hoekblokken. Rechthoekige deur in beschilderde, zandstenen entablementomlijsting; later entablement. Kwarthol geprofileerde daklijst, zandstenen hoekstenen en plint. Interieur met bewaarde 18de-eeuwse stucplafonds, eiken deuren, gebint en kelder met tongewelf.
Ten zuiden vrij gaaf bewaarde neogotische vleugel van 1905, heden ingericht als secretariaat en klaslokalen; bakstenen lijstgevel van tien traveeën en twee en een halve bouwlaag onder zadeldak (nok evenwijdig aan straat, kunstleien met zig-zagmotief), tussen zijtrapgevels (8 treden en topstuk); markant gebruik van gekleurde baksteen (geel, zwart) en natuursteen voor decoratieve doeleinden; Brugse traveeën met spitsbogige muuropeningen.
- MAEREVOET J., 500 jaar onderwijs in Bornem. Van telraam tot computer, Beveren, 1988, p. 115-130.