is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Porseleinwinkel Vanhoecke
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als beschermd monument Porseleinwinkel Vanhoecke
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Stadswoning met houten winkelpui
Deze vaststelling was geldig van tot
De voormalige porseleinwinkel Vanhoecke werd vernoemd naar de laatste uitbater die het pand zijn huidig uitzicht bezorgde aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog. Samen met de drie aanpalende woningen ten zuiden springt het pand opvallend uit ten opzicht van de rooilijn, die hiermee samen de laatste getuigen van de historische rooilijn vormen in dit deel van de Brusselsepoortstraat.
Cartografische bronnen tonen aan dat het gedeelte van de Brusselsepoortstraat tussen het (heden gedempt) Klein Scheldeken en het kruispunt 't Zand reeds in de middeleeuwen een dichte bebouwing kende. De nog bewaarde huizenrij waartoe de voormalige porseleinwinkel behoort, heeft dan ook een oude bouwhistorische kern. De voormalige porseleinwinkel bezit eveneens een pre-19de-eeuwse kern. Tijdens een grondige renovatie in 2008 werden diverse bouwsporen vrijgelegd, zoals onder meer de oude balkenlagen van de eerste verdieping en bouwsporen in het baksteenmetselwerk. Deze elementen bleven behouden achter de huidige moderne interieurafwerking. De kelder aan de straatzijde met een bakstenen korfbooggewelf bleef behouden, terwijl de (vermoedelijk 19de-eeuwse) kelder met troggewelven op metalen I-liggers in 2008 werd gesupprimeerd om stabiliteitsredenen.
Voor de voormalige porseleinwinkel dateren de oudste betrouwbare archivalische bronnen pas van de vroege 19de eeuw, al is de informatie vrij beperkt. In 1802 diende Judocus Verstraeten een bouwaanvraag in voor “une maison dite Keyserstraete a laquelle il desire faire construire dans la façade de la dite maison deux fenêtres egales à celles deja existantes”. De bouwaanvraag bevat helaas geen plan waardoor het toenmalige uitzicht van het pand niet gekend is. Circa 1830 wordt in het kadasterarchief eveneens een zekere Verstraeten vermeld als eigenaar van het pand. Op het primitief kadasterplan van datzelfde jaar herkennen we reeds het huidige volume van de porseleinwinkel, weliswaar met een smalle achterbouw en een bijgebouw achterin het perceel. De hoge omheiningsmuren van de huidige achtertuin bewaren nog steeds bouwsporen van deze (inmiddels gesloopte) bijgebouwen. Behoudens de omschrijving in het kadaster als huis is er niets geweten over de toenmalige functie van het pand, noch over de uiterlijke kenmerken.
Reeds in 1864 werd in dit pand een porcelein-magazijn opgericht door een zekere Broekaert-Maes. De term porseleinwinkel wordt in contemporaine handelsgidsen (Dubbele wegwyzer der stad Gent) gebruikt als een overkoepelende term voor winkels die, behalve porseleinproducten ook kristaal (kristal), geleier (faience) en steen- en glaswerk verkochten. Hoewel de koopwaar dus ruimer was, wordt ook hier de overkoepelende term porseleinwinkel gehanteerd.
Vanaf 1873 werd de zaak uitgebaat door Joseph Debièvre-Maes. Vermoedelijk gaat het niet echt om een nieuwe uitbater, maar is mevrouw Maes hertrouwd met dhr. Debièvre, mogelijk na overlijden van dhr. Broekaert. Het is dhr. Debièvre die in 1885 een bouwaanvraag zou indienen "om den bestaande trubun van zijn huis Brusselschestraat N°7 te mogen vervangen door eene nieuwe trubun". De nieuwe winkelpui beslaat de volledige gevelbreedte op de gelijkvloerse verdieping en is bovenaan afgewerkt met een uitkragende geprofileerde kroonlijst. De toegangsdeur werd hierbij verplaatst van de linkse naar de centrale travee. Het winkelraam met kleine roedeverdelingen (tribune) werd vervangen door grotere glaspartijen, zoals gebruikelijk was vanaf de tweede helft van de 19de eeuw. Dit was het gevolg van de technische vooruitgang in de glasproductie en de mogelijkheid tot het maken van steeds grotere overspanningen door gebruik van stalen liggers. Deze ingrepen zijn tevens bouwhistorisch gedocumenteerd. Tijdens de verbouwingswerken van 2008 werd de stalen ligger van de winkelpui. In de kelder verwijzen de twee keldergaten ter hoogte van de centrale en zuidelijke travee nog naar de vorige toestand, waarbij de toegangsdeur zich in de noordelijke travee bevond. De winkelpui uit 1885 bleef tot op heden bewaard.
De familie Debièvre-Maes zou de zaak in de Brusselschestraat (later Brusselsepoortstraat) tot in 1887 blijven uitbaten. In 1888 nam Adolphe Vanhoecke de porseleinwinkel over. De familie Debièvre-Maes wordt in de daaropvolgende jaren echter nog steeds vermeld als uitbater van een porseleinwinkel, maar dan wel op een nieuwe locatie aan de Brusselsesteenweg nummer 21. Adolphe Vanhoecke heeft de porseleinwinkel zeer lang uitgebaat, minstens tot in 1932, maar mogelijk nog langer. Met een nieuwe eigenaar veranderde ook de koopwaar. De winkel van Vanhoecke wordt namelijk omschreven als porcelein-magazijn maar wordt ook opgelijst bij de quincaillerie-magazijnen. In een quincailleriewinkel of ijzerkramerij verkocht men allerlei metalen huisraad, zoals bijvoorbeeld knopen, gespen, horlogekettingen, sleutels, (scheer)messen, scharen, brillen, enz. Een andere gangbare definitie is een winkel voor metalen voorwerpen zoals keukengerei en ander klein gereedschap. Men kan veronderstellen dat het eerder ging om een nevenactiviteit, aangezien er uitsluitend keramische producten worden afgebeeld op de gevelreclame.
A. Vanhoecke liet aan het einde van de belle epoque de voorgevel van zijn zaak volledig bekleden in decoratief steengoed. De gevel is opgevat als één groot reclamepaneel waarbij de aangeboden koopwaar op de gevel wordt afgebeeld. Omgeven door talrijke bloemsoorten is allerhande sier- en gebruiksgoed weergegeven, zoals een porseleinen servies, sierborden, lampetstellen, vazen, schotels, kannen, diverse types glazen, een parapluhouder en een bloemenstaander. De waardevolle en unieke betegeling is grotendeels bewaard gebleven en kan op basis van stilistische kenmerken en de typerende droge lijntechniek worden toegeschreven aan Maison Helman Céramiques d'Art uit Brussel. Op basis van het merkteken op de achterzijde van enkele gedemonteerde tegels kon worden achterhaald dat de tegels geproduceerd werden door tegelfabrikant Utzschneider Jaunez et Cie uit Jurbise waarmee Helman in de beginjaren van zijn bedrijf samenwerkte. Maison Helman werd opgericht in 1902, maar men startte pas vanaf 1910 met de productie van eigen tegels. In de beginjaren kocht Helman nog blanco tegels in om nadien te decoreren, zoals ook hier het geval was. De betegeling van de voormalige porseleinwinkel kan op basis van deze gegevens gedateerd worden in de belle époque, meer bepaald tussen 1902 en 1914.
Het is onduidelijk wanneer de porseleinwinkel Vanhoecke precies werd opgedoekt. In ieder geval gebeurde dit na 1932. Vanaf het midden van de 20ste eeuw was er in de voormalige porseleinwinkel Café Radar onderbracht. Er werden reclamepanelen aangebracht op de borstwering van de eerste verdieping ("sparta pils" en "café radar"). Tussen twee vensters installeerde men een lichtreclame. Beide ingrepen hebben aanzienlijke schade aangericht aan de betegeling, met name gebarsten of afgevallen tegels en talrijke boorgaten. Het winkelinterieur werd omgevormd tot een café-interieur. Sinds de omvorming tot café werd het pand opvallend minder goed onderhouden. Een lekkende dakgoot zorgde op termijn voor schade aan de betegeling en verlies van enkele tegels bovenaan de gevel. In 2008 werd het pand grondig gerenoveerd waarbij het schrijnwerk werd vervangen, en de houten kroonlijst werd gereconstrueerd naar oorspronkelijk model.
De voormalige porseleinwinkel maakt deel uit van een huizenrij van vier rijwoningen die uitspringen ten opzichte van de rooilijn. De voorgevel volgt de historische rooilijn en staat daarmee zowel schuin als vooruitspringend ten opzichte van de straat. Het volume telt drie traveeën en twee bouwlagen onder een pannen zadeldak (nok parallel aan de straat, oorspronkelijk Vlaamse pannen). Achteraan bevindt zich een recente eenlaagse aanbouw en een achtertuin met hoge ommuring. Toen de aanpalende panden aan de noordzijde circa 1970 werden gesloopt en een dieper gelegen appartementsgebouw werd opgetrokken, werd de noordelijke zijpuntgevel voor helft vrijstaand.
In de voorgevel bevindt zich ter hoogte van de gelijkvloerse verdieping een gevelbrede winkelpui met centrale toegangsdeur. Op de bovenliggende verdieping zijn er drie identieke rechthoekige vensters. De voorgevel is volledig bekleed met steengoedtegels voorzien van figuratieve decoratie in kleurrijke emailglazuren.
De houten winkelpui dateert van 1885 en bestaat uit een centrale, beglaasde (vernieuwde) toegangsdeur boven een hardstenen dorpel met (heden dichtgemaakt) bovenlicht, door afgeronde tussenstijlen gescheiden van de twee flankerende, rechthoekige winkelramen boven dorpels in blauwe hardsteen. Het geheel wordt afgewerkt met een geprofileerde kroonlijst met tandlijst. De oorspronkelijke houten rolluiken zijn niet bewaard. Het houten schrijnwerk van de drie vensters op de bovenverdieping werd in 2008 vernieuwd naar bestaand model (T-opdeling). De vensters werden voorzien van nieuwe slank uitgevoerde dorpels in blauwe hardsteen. De geprofileerde houten kroonlijst werd eveneens in 2008 vernieuwd naar historisch model.
Het tegelensemble werd ontworpen door de befaamde Brusselse tegelproducent Maison Helman Céramiques d’Art en bestaat uit een gevelreclame die de volledige gevel beslaat. De betegeling werd gerealiseerd met vorstbestendige tegels met een basisvorm van 16 x 16 centimeter, ontwikkeld als ongeglazuurde plavuis, hier geglazuurd toegepast als gevelbekleding. Op de gevelreclame wordt de zeer diverse koopwaar van de voormalige porseleinwinkel afgebeeld. De veelkleurige decoratieve voorstellingen zijn uitgevoerd in droge lijntechniek tegen een beige achtergrond binnen een oranje omlijsting met accoladevormige afrondingen in de hoeken. Deze omlijsting deelt de betegeling op in verschillende segmenten. Er zijn negen segmenten te onderscheiden, genummerd van A tot I.
Tegen de achtergevel werd in 2008 een nieuwe aanbouw gebouwd, ter vervanging van een recente (20ste-eeuwse) achterbouw. De vrijstaande achtergevel hierboven bewaart nog tal van bouwsporen. Het betreft een verankerde onbepleisterde bakstenen gevel met twee vensteropeningen onder rollagen. In 2008 werd één vensteropening verkleind en een andere omgevormd tot vensterdeur. Boven de vensters is een opvallende bouwnaad van de verhoging van deze gevel te zien. De toegevoegde rij gevelankers wijst erop dat hierbij ook het vloerniveau werd gewijzigd. Net boven het dak van de aanbouw zijn de rollagen te zien van twee voormalige muuropeningen van de gelijkvloerse verdieping.
De zeer hoge bakstenen ommuring van de achtertuin bewaart tal van bouwsporen. Er zijn verschillende bouwnaden en sporen van dakranden af te lezen, als ook afzonderlijke elementen zoals een muuranker en een houten latei.
Bron: Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier 4.001/44021/127.1, Voormalige porseleinwinkel Vanhoecke (DECLERCQ D. 2018).
Auteurs: Declercq, Daan
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Brusselsepoortstraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Porseleinwinkel Vanhoecke [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/18979 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.