erfgoedobject

Kasteeldomein Marnix van Sint-Aldegonde

bouwkundig / landschappelijk element
ID
1901
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/1901

Juridische gevolgen

Beschrijving

Het dubbel omgracht kasteel van Bornem bevindt zich in het noordoosten van het grafelijk domein langs de Oude Schelde. De omliggende kasteelgronden omvatten vooral bossen, voornamelijk kweek van Canadapopulieren, bepaald door de aanwezigheid van waterrijke gronden, en weilanden.

Historiek

Volgens de overlevering zou de site opklimmen tot de Romeinse periode, toen een ronde wacht- of uitkijktoren werd gebouwd in een Scheldemeander, op een donk (een zandige verhevenheid, die boven de omliggende poldergronden uitsteekt). Literatuurbronnen vermelden een feodale burcht uit de 9de-10de eeuw, opgevat als een verdedigingstoren tegen de invallen van de Noormannen en naderhand de verblijfplaats van de heren van Bornem. In 1586 werd het goed aangekocht door Pedro Coloma, die het kasteel liet verbouwen tot een aangenaam lusthof in renaissancestijl. De vermelde toren werd samen met een deel van de ringmuur gesloopt in 1687.

De gravure van Sanderus in zijn Flandria Illustrata (1641) geeft een goed beeld van het toenmalige uitzicht van het kasteel: het kasteel ligt aan de Oude Schelde en wordt aan de drie overige zijden omgeven door een rechthoekige omgrachting. De inrijpoort binnen de vesting werd omgebouwd tot een hoog rechthoekig gebouw dat aansluit op de vierkante burcht. De westzijde is een gebouwencomplex en de twee zijden van de Oude Schelde weg bevatten nog de middeleeuwse omwalling met kantelen en vooruitspringende hoek en weertorens. Op het middendeel staat de robuuste hoge oorspronkelijke wacht- of uitkijktoren die in 1687 zou afgebroken worden. Tussen deze omgrachting en de omwalling is er een formele tuin met parterres, hagen, boomrijen en constructies aangelegd. De toegangsweg loopt van de Oude Schelde weg tot een poort ter hoogte van een dwars verlopende dreef die de onderkant van de gravure vormt.

Sedert 1773, officieel sedert 1780, is het eigendom van het geslacht de Marnix, vanaf 1881 de Marnix de Sainte-Aldegonde, verwijzend naar een vroegere heerlijkheid die lange tijd in handen van de familie was.

De kabinetskaart van de Ferraris (1770-1778) geeft het “Château de Bornem” weer als een omgracht kasteel met enkele moestuintjes errond. Binnen de tweede omgrachting, die eveneens aansluit op de Oude Schelde worden enkele losstaande gebouwen en een kapel omgeven door moestuintjes en een kleine boomgaard afgebeeld. De kaart van Vandermaelen (1846-1854) stelt het “Château de Mr. Marnix” voor te midden van de dubbele omgrachting met een klein grasperceeltje in het oosten.

Het oude, bouwvallig geworden slot van Pedro Coloma, eerder een grote kasteelhoeve, werd gesloopt in de jaren 1880 in opdracht van graaf Ferdinand Jozef (1837-1913). Plannen voor de volledige verbouwing van het kasteel en de bijgebouwen werden opgemaakt door architect Hendrik Beyaert, doch na zijn dood in 1894 voltooid door Emile Janlet, die lichte wijzigingen aanbracht. Waarschijnlijk kreeg Beyaert de opdracht in het begin van de jaren 1880. In een eerste fase kwamen vermoedelijk de bijgebouwen aan de beurt (zie jaartal 1883 in de schuur en mutatieschetsen van het kadaster). De oudst bewaarde, zij het niet gerealiseerde plannen voor het middeleeuws geïnspireerde kasteel dateren echter van 1887; volgens deze plannen met opschrift "quatrième projet", bestond de bekommernis van Beyaert erin de zogenaamde "Grand Vestibule", een soort middeleeuwse ridderzaal (noordvleugel), te integreren in het algemene renovatieplan. Hiervoor creëerde hij een sterk geaccentueerde noordgevel met aan de oostzijde een cilindervormige toren, vervolgens een aantal in hoogte toenemende gevelvlakken en ten slotte een toren die de overgang vormde naar de middeleeuwse vestibule met zware steunberen; het ontwerp voorzag als eindpunt aan de westzijde een brug met overdekte galerij over de omgrachting. Het ontwerp werd echter niet uitgevoerd. Eén van de weinige elementen die wel uitgevoerd werden, is de uitbreiding van het bestaande halfcilindrisch massief van een laag torengebouw (westzijde middenvleugel) tot een hoge toren met pagaddertoren. De volgende reeks plannen van 1890-1891 wijkt niet noemenswaardig af van de vorige; de wijzigingen betreffen vooral de binneninrichting en de gevelopeningen. De plannen van 1893, met vermelding "cinquième projet", verschillen echter grondig. Hierbij werd het volgende voorzien: links de volledige afbraak van de noordvleugel op de binnenplaats en de vervanging door een nieuwe haakse vleugel; de afbraak van de "Grand Vestibule"; de verhoging met één verdieping van de oostgevel op de binnenplaats, wat een monumentaler uitzicht geeft. Uiteindelijk werd het kasteel nagenoeg volledig afgebroken en heropgericht met een totaal ander bouwvolume op de grondvesten van de middeleeuwse burcht in de periode 1890-1894. Van het oude slot resten enkel de ronde torentrap (westzijde), enkele muurgedeelten en de torenbasissen. De buitenaanleg bij het nieuwe kasteel bestond uit -een eenvoudig grasveld dat de verharding rondom het kasteel omkaderde. De omgrachting was aan de oostzijde onderbroken.

Beschrijving

Het massief aandoend kasteel met verticaal accent en asymmetrisch U-vormig ingeplante vleugels onder leien bedaking heeft vrij gesloten buitengevels van natuursteen, met neogotische reminiscenties. De rijker uitgewerkte binnenplaatsgevels met neorenaissance-uitzicht en open karakter zijn opgetrokken uit bak- en natuursteen. De typische eigenschap van Hendrik Beyaert, namelijk de creatie van asymmetrische ontwerpen, komt sterk tot uiting, vooral door het gebruik van torens, topgevels en onregelmatige travee-indelingen met overwegend rechthoekige muuropeningen. De vrije vormgeving wordt aan de binnenplaats het best geïllustreerd door de oostgevel, waar een asymmetrisch geplaatste topgevel uitspringt. Deze gevel wordt bovendien voorafgegaan door een terras met smeedijzeren borstwering met typisch ‘Beyaertiaans karakter’, door het gebruik van motieven die ook elders in zijn oeuvre voorkomen.

Het interieur is vrij sober opgevat, maar bevat toch een rijke verzameling kunstschatten, waaronder schilderijen, meubelen, kantwerk en Chinees porselein. De gerestaureerde bibliotheek bevat onder meer een mooie collectie handgeschreven boeken.

De gekanteelde poort in traditionele stijl uit de tweede helft van de 17de eeuw werd gebouwd in opdracht van Jean-François Coloma (1630-1700), vierde baron en eerste graaf van Bornem van 1656 tot 1700 (later ingebracht wapenschild). De poort is opgetrokken in baksteenbouw met zandstenen speklagen en een rondboogpoort in een arduinen omlijsting. Ten oosten van de poort is de ingebouwde traditionele kern zichtbaar (confer de steile dakhelling, aandaken, zandstenen steigergaten en muurbanden).

De toegangsbrug tot het kasteel van 1895 naar ontwerp van Emile Janlet heeft twee cilindrische wachttorentjes onder een piramidaal dak.

De bijgebouwen, gelegen binnen de eerste omgrachting, zijn volledig opgetrokken uit baksteen en bestaan uit paardenstallen, zadelmakerslokaal, conciërgewoning, hovenierswoning en schrijnwerkerij. Ze zijn ingeplant op een driehoekig terrein ten westen van het poortgebouw en zijn opgevat als een landelijk ‘mini-dorpje’ met meerdere binnenplaatsen als ruimtelijk verbindingselement. Dit vrij asymmetrisch geheel wordt benadrukt door het gebruik van verschillende bouwhoogten, langs- en dwarsvleugels met soms asymmetrische gevels en de decoratieve verwerking van baksteen, onder meer configuraties in visgraatverband, afgewisseld met boogfriezen. De verspreide sierankers onder meer een M, verwijzen naar Marnix. De schuur vertoont jaarankers 1883. Deze bijgebouwen zijn anno 1995 gedeeltelijk ingericht als museum voor Europese en Amerikaanse koetsen, evenals alle mogelijke attributen voor het optuigen van paarden.

Uniek op het domein is de eendenkooi op de Oude Schelde, waarvan de oorsprong opklimt tot 1318. Een nieuwe werd opgericht door Th. Baradot in 1534, maar aanzienlijk verbeterd door Pedro Coloma in 1612. Ze werd opgericht om wilde eenden te vangen zonder schieten, oorspronkelijk voor consumptie, heden voor wetenschappelijke doeleinden. De constructie bestaat uit trechtervormige vangpijpen, overkoepeld met gaasdraad, die uitmonden in een fuik.

Het omgrachte kasteel bevindt zich ten zuiden van de Oude Schelde, waarop de omgrachting aansluit. Grasperken met verspreide bomengroepen omgeven het kasteel en de bijgebouwen. Het kasteel is vanuit het zuiden bereikbaar via een dreef van zomereik. Deze dreef loopt over het kasteeldomein door tot aan de Oude Schelde, waar ze nog enkele meters afbuigt in westelijke richting. Ten zuiden van de gracht langs de bijgebouwen loopt een oost-west georiënteerde dreef van opgaande tamme kastanje, ten zuidoosten bestaat deze uit gewone beuk. Aan de overzijde van de Schelde begeleiden tien opgaande platanen het zicht op het kasteel. De omgeving van het kasteel bestaat noorden van de Oude Schelde en in oostelijke richting hoofdzakelijk weilanden met enkele boomrijen. Ten zuiden en ten westen komt een compartimentlandschap voor met kleinschalige afwisseling van bossen en weilanden.

  • Mondelinge informatie verkregen van W. De Man (s.d.).
  • Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier DA0020006, Het landschap van de Oude Schelde (DE BORGHER M., 1995).
  • Kadasterarchief Antwerpen, Mutatieregisters Bornem, schetsen 1885/4, 1899/5.
  • Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden van Jozef Jean François de Ferraris, opgesteld tussen 1770-1778, schaal 1:11.520.
  • Topografische kaart van België, Nationaal Geografisch Instituut, uitgave 2006, schaal 1:10.000.
  • Topografische kaart van België, Philippe Vandermaelen, uitgegeven tussen 1846-1854, schaal 1:20 000.
  • ARREN P. 1991: Van kasteel naar kasteel, Van kasteel naar kasteel 4, Kapellen, 61-72.
  • GIJPEN L. 1960: Krans van kastelen in de provincie Antwerpen, Antwerpen, 124-132.
  • ROCHTUS L. 1976: Bornem in oude prentkaarten, nummer 12, Zaltbommel.
  • S.N. 1902: L'Emulation XXVII, platen 41-45.
  • S.N. 1975: Heemkundig Jaarboek opgedragen aan L. Mees, Heemkundig Jaarboek X, 88.
  • S.N. 1990: Kasteel Marnix de Sainte Aldegonde Bornem, Bezoekersbrochure, Bornem.
  • S.N. 1992: Het Graafschap en de Oude Schelde, Brochure uitgegeven door het gemeentebestuur in het kader van de Dag van het Park (31 mei 1992).
  • VICTOIR J. & VANDERPERREN J. 1992: Hendrik Beyaert. Van Classicisme tot Art Nouveau, St.-Martens-Latem (Deurle), 208-209, 224-230.

Auteurs: Cox, Lise; De Borgher, Marc; Kennes, Hilde; Van der Linden, Geert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is deel van
    Landschap van de Oude Schelde tussen Bornem en Weert

  • Is gerelateerd aan
    Beukendreef bij Kasteeldomein Marnix van Sint-Aldegonde

  • Is gerelateerd aan
    Boswachterswoning

  • Is gerelateerd aan
    Dreef van zomereik bij Kasteeldomein Marnix van Sint-Aldegonde

  • Is gerelateerd aan
    Eikendreef bij Kasteeldomein Marnix van Sint-Aldegonde

  • Is gerelateerd aan
    Eikendreef bij Kasteeldomein Marnix van Sint-Aldegonde

  • Is gerelateerd aan
    Tamme kastanjedreef bij Kasteeldomein Marnix van Sint-Aldegonde


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kasteeldomein Marnix van Sint-Aldegonde [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/1901 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.