Enkelhuis met drie bouwlagen en vier traveeën onder lessenaarsdak, volgens archiefstukken van 1848. Neoclassicistische, bepleisterde en beschilderde voorgevel met hardstenen plint en afgevlakte bossage op de begane grond. Rechthoekige vensters, op de bel-etage in stucomlijsting, met bekronende druiplijst op consooltjes en balusters tussen de postamenten in de borstwering. Rechthoekige vensters met doorlopende onderdorpels op de lagere bovenste verdieping. Een klassiek hoofdgestel met architraaf, fries met casementen en venstertjes en kroon- en tandlijst op klossen met dropmotief als gevelbekroning. Rechts brede rechthoekige koetspoort.

Neoclassicistisch interieur met fraai trappenhuis, stucplafonds en marmeren schouwen. Kelders met twee gelijklopende licht gewelfde overkluizingen (mogelijk ouder?).