Diephuis met drie bouwlagen en slechts één travee onder afgewolfd dak (Vlaamse pannen), volgens archiefstukken met voorgevel van 1792, doch oudere kern. Begane grond met imitatiebanden en rondboogpoort die toegang verleent tot het steegje dat leidt naar het klooster der ongeschoeide karmelieten en enkele kleine huisjes, behorende bij het klooster (rechts en links van het steegje). Iets vooruitspringende bovenverdieping op zware Lodewijk XVI-consoles, afgelijnd door kolossale pilasters en bekroond met een klassiek hoofdgestel met kroon- en tandlijst op klossen. Rechthoekige vensters.
Bakstenen achtergevel met aanpalend, lager achterhuis, boven het steegje gebouwd.
Rechts achterin het steegje, verankerd witgekalkt arbeidershuisje van twee traveeën met twee bouwlagen onder zadeldak uit eind 18de eeuw. Beluikte benedenvensters onder strekse latei.
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4nb Noord-Oost, Brussel - Gent. Auteurs: Bogaert, Chris Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Stadswoning met achterhuis en arbeiderswoning [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/19052 (geraadpleegd op ).