Onderkelderd herenhuis, volgens een bouwaanvraag van 1902 gebouwd in opdracht van aannemer Victor De Braeckeleire en samen ontworpen met de aanpalende panden nummer 21 en 23 ter vervanging van een magazijn. Woning van vier traveeën en twee bouwlagen onder een mansardedak (leien, nok evenwijdig met de straat) met vier houten dakkapellen. Bepleisterde en geschilderde lijstgevel met 19de-eeuwse ordonnantie in neoclassicistische stijl op een hoge arduinen plint met keldervensters voorzien van traliewerk. De horizontaliteit van de gevel wordt benadrukt door de imitatiebanden op de pui, de puilijst, de doorlopende lekdrempels en de houten kroonlijst met tandlijst op klossen. Rechthoekige muuropeningen waarvan de vensters op de bovenverdieping voorzien zijn van een omlijsting met oren, verdiepte borstweringen en verrijkt werden met een kroonlijst op consoles. De poorttravee met rechthoekige poort onder een ijzeren I-balk met rozetmotieven en bovenliggend drielicht met vlakke pilasters als stijlen, wordt gekenmerkt door een bovenvenster met gebogen fronton. Volgens een bouwaanvraag van 1920 wordt in opdracht van de heer Victor Braeckeleire de oorspronkelijke keuken achteraan de woning uitgebreid met een gebouw van drie traveeën en één bouwlaag. De bestaande keuken wordt uitgebreid met twee traveeën en in de laatste travee wordt een bureau met uitzicht op de tuin ingericht.
De dubbele houten deur met deurroosters en bovenlicht geeft toegang tot een rijk gedecoreerde vestibule en trapkoker in art-decostijl in groene en roze tinten, typerend voor het interbellum, met tegeltapijtvloer met boord, sierlijk smeedijzerwerk, getrapte lambriseringen aan de trap, traploper, abstracte glasramen en verlichtingselementen in art deco, onder andere op de trappaal. De kleine inkomhal is op de wanden versierd met trompe-l’oeil met parktaferelen.
De dubbele poort van de woning geeft toegang tot het achterliggende terrein met een magazijn, een houtzagerij en een houtopslagruimte. Het onderkelderde magazijn van vier traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak (pannen, nok loodrecht op de straat) werd volgens een bouwaanvraag van 1915 gebouwd in opdracht van Victor De Braeckeleire als 'magazijn voor Coloniale waren'. De lijstgevel heeft een parement van rode baksteen met decoratief metselwerk in gele baksteen op de borstweringen en boven de vensters van de eerste verdieping en als fries onder de geprofileerde houten kroonlijst. De gevel wordt geleed door de traveeën uit te werken als rechthoekige spaarvelden, afgeboord met een dubbele muizentand. Versierde muurankers decoreren de licht uitspringende lisenen. Grote rechthoekige muuropeningen onder ijzeren I-balken met rozetmotieven en ontlastingsbogen. De deuropeningen die zich in elke travee bevinden, zijn ingevuld met dubbele houten poorten. In de tweede travee bevindt zich een laaddeur op de eerste verdieping en een overluifeld hijsluik die de kroonlijst doorbreekt. Het plafond van de gelijkvloerse verdieping van het magazijn is afgewerkt met bepleisterde en witgeschilderde bakstenen troggewelven op ijzeren liggers. Zowel op de gelijkvloerse verdieping als op de eerste verdieping wordt de overspanning bijkomend ondersteund door ijzeren zuilen. Het dak wordt gedragen door een bewaarde houten spantconstructie. Ten zuiden van het magazijn werd volgens dezelfde bouwaanvraag van 1915 een paardenstal van twee traveeën aangebouwd, doorbroken met segmentvormige muuropeningen.
In 1929 wordt volgens een bouwaanvraag in opdracht van aannemer Léon De Braeckeleire, zoon van Victor, de binnenplaats bebouwd met een grote bergplaats. Hierdoor werd de paardenstal en een gedeelte van het oorspronkelijke magazijn ingebouwd. Naar verluidt deden deze gebouwen dienst als houtzagerij en houtstapelplaats. De bergplaats is een eenvoudige constructie onder een houten kap, vandaag bedekt met golfplaten. In 1930 worden volgens een bouwaanvraag naar ontwerp en in opdracht van Léon De Braeckeleire enkele inwendige veranderingen aan zijn eigendom uitgevoerd. Twee kolenhokken en drie toiletten worden afgebroken. In de plaats wordt een wasplaats en drie toiletten opgebouwd. Aansluitend op de noordelijke wand van het magazijn, wordt een smederij gebouwd.
Auteurs: Depuydt, Katrijn
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Depuydt K. 2013: Herenhuis met achterliggend magazijn [online], https://id.erfgoed.net/teksten/149443 (geraadpleegd op ).
Breedhuis van vier traveeën en twee bouwlagen onder mansarededak (leien) met vier houten dakkapellen. Bepleisterde en geschilderde lijstgevel met 19de-eeuwse ordonnantie in neoclassicistische stijl. Horizontaal gemarkeerd door hoge arduinen plint met keldervensters, imitatiebanden, puilijst, doorlopende lekdrempels, kroonlijst met tandlijst op klossen. Rechthoekige vensters, op de bovenverdieping in omlijsting met oren en verrijkt met kroonlijst op consoles. Geaccentueerde deurtravee: rechthoekige poort met ijzeren latei, onder drielicht met vlakke pilastertjes, bovenvenster met gebogen fronton. Verdiepte borstwering.
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4nb Noord-Oost, Brussel - Gent.
Auteurs: Linters, Adriaan; Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Linters A. & Bogaert C. & Lanclus K. & Verbeeck M. 1979: Herenhuis met achterliggend magazijn [online], https://id.erfgoed.net/teksten/19093 (geraadpleegd op ).