Dit erfgoedobject heeft geen erfgoedwaarde meer. De erfgoedwaarden waarom we het object opnamen in de inventaris, zijn niet meer aanwezig, bijvoorbeeld door verbouwing of sloop.
Deze brouwerij vond haar ontstaan in een klein brouwerijtje "De Zwaan" in 1834 door de Wwe B. De Ronne langsheen de toenmalige Herodeszak opgericht. Deze laatste, een circa 50 meter lange doodlopende steeg, bevond zich op de plaats van de huidige doorgang der brouwerij vanaf Dobbelslot en werd omstreeks 1909 opgeheven, op een ogenblik dat de expansieve fase der brouwerij (toen Brouwerij G. Heughebaert) zich inzette. Het vroegere verloop van deze steeg determineert echter de inplanting der bedrijfsgebouwen. Links van de toegang de oudste delen der brouwerij: twee bouwlagen hoog met gecementeerde gevel onder zadeldak (Vlaamse pannen, golfplaten) met ingebouwde ronde schouw. Waarschijnlijk oorspronkelijk een magazijn, in het derde kwart van de 19de eeuw deels opgesplitst in arbeidershuizen en vanaf het vierde kwart van de 19de eeuw langzamerhand terug bij de brouwerij geïncorporeerd. De ronde schouw hoorde bij twee onlangs uitgebroken stoomketels (tankketels) waarvan de ketelbemetseling nog duidelijk herkenbaar is. Ten oosten hiervan, en bereikbaar via een smalle gang, bevond zich de brouwzaal (ketels uitgebroken) welke nog steeds zijn 19de-eeuwse inplanting en -grondvorm bezit, doch circa 1920 (?) grondig vernieuwd werd in gewapend beton. Opmerkelijk betonnen oostgevel (hoofdgevel, richting Lange Schipgracht) met groot verlichtingsoppervlak.
In trappenhuis naast brouwzaal bevindt zich een klein embleem in stucwerk, welke een zwaan, de oorspronkelijke naam der brouwerij, voorstelt. Ten zuiden van brouwzaal en ketelhuis liggen diverse 20ste-eeuwse, en mogelijk deels eind 19de-eeuwse bedrijfsgebouwen (bottelen, gistingszalen,...). Aansluitend bij deze, in knik van de bedrijfsdoorgang, bevinden zich de vroegere stapelruimten, graanmagazijnen, enzomeer ondergebracht in een massief gebouw (circa 1930): zeven tot acht interne bouwlagen opgetrokken in zware betonconstructie, welke - met uitzondering van de begane grond - verborgen blijft achter een bakstenen gevelwand. Plat dak, uit tussen ijzeren I-balken gevatte betonplaten, rustend op metalen vakwerkliggers. Het perspectief der vroegere Herodeszak wordt thans afgesloten door een circa 1925-26 opgetrokken torengebouw, met op de begane grond een indrukwekkende machinekamer. Volledig opgetrokken uit beton: afgeschuinde betonnen kolommen waarop afgeschuinde betonbalken rusten, volgens een op moer- en kinderbalken geïnspireerd constructiesysteem; vlakke (Monier?-) vloerplaten, met inbegrip van dakgebint (met verluchtingskap) en dakbekleding; ook hier wordt de betonconstructie verborgen achter een niet dragende bakstenen gevel.
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4nb Noord-Oost, Brussel - Gent. Auteurs: Linters, Adriaan; Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)