Smal diephuis van drie traveeën en twee bouwlagen, onder zadeldak (pannen), met gevel uit het vierde kwart van de 17de eeuw - eerste kwart van de 18de eeuw. Bepleisterde en verankerde gevel met in- en uitgezwenkte top afgelijnd door golvende platte banden uitlopend op volute en bekroond met een gebogen fronton. Gekoppelde, rechthoekige bovenvensters omlijst met doorlopende platte banden die panelen vormen op de borstwering. Tweede bouwlaag afgelijnd door kroonlijst, overgaand in een driehoekig fronton boven de middentravee. Dakvenster met kruiskozijn eveneens omlijst met platte banden. Begane grond volgens archiefstukken in 1851 gewijzigd met houten winkelpui.