Werkhuis en magazijn van de rijtuigmaker K.J. De Pauw, opgetrokken in 1887. Baksteenbouw van twee bouwlagen, elf traveeën, onder zadeldaken (Vlaamse pannen). Traveeën van elkaar gescheiden door lisenen, en bekroond door tandlijst met dropmotief. Getoogde vensters met hardstenen diamantkop als sluit- en aanzetsteen, en op consoles rustende natuurstenen dorpel; ijzeren roedeverdeling in de ramen.

De begane grond der eerste travee wordt ingenomen door een poort, waarachter zich een trapeziumvormige binnenkoer uitstrekt, afgeboord door gelijkmatige gevelpartijen.