Herenhuizen doorgaans van het enkelhuistype van drie of vier traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak, daterend uit het laatste kwart van de 19de eeuw. Bepleisterde lijstgevel met neoclassicistische gevelindeling en -decoratie. Imitatiebanden op begane grond. Vensterregisters onderlijnd door cordons. Rechthoekige omlijste vensters met oren. Beletage voorzien van balkon en leuningen. Soms licht uitspringend deurrisaliet.
Nummer 501 met houten erker.