Dit erfgoedobject heeft geen erfgoedwaarde meer. De erfgoedwaarden waarom we het object opnamen in de inventaris, zijn niet meer aanwezig, bijvoorbeeld door verbouwing of sloop.
Het bouwblok tussen Apostelhuizen, Koepoortkaai, Filips van Arteveldestraat en 't Stuk wordt voor het grootste deel ingenomen door de gebouwen der vroegere brouwerij Meiresonne.
Deze groeide uit twee voordien in deze zone reeds actieve bedrijven, de brouwerij Heughebaert (sedert begin 19de eeuw) en de brouwerij-stokerij J. Spilthoorn (opgericht in 1838). Beide kenden een afzonderlijke langzame groei tot circa 1930-1933 toen ze (definitief?) samengevoegd werden en een expansieve fase begon, welke de vroegere kleinschalige bebouwing (voornamelijk arbeidershuisvesting) verdrong. De meeste thans nog bestaande constructies kwamen trouwens tussen 1933 en 1937 tot stand. Uit eerste kwart 19de eeuw blijven geen zichtbare resten meer over, met uitzondering van het woonhuis Heughebaert aan Apostelhuizen nummer 29.
Tot de oudste overblijfselen der brouwerij mag een gedeelte uit 1851 aan de zijde der Koepoortkaai gerekend worden. Dit wordt gekenmerkt door een eenvoudige witgeverfde bakstenen gevel van elf traveeën, symmetrisch geschikt (telkens vijf traveeën) aan weerszijden van één poorttravee; kelderverdieping en oorspronkelijk twee en een halve bouwlaag, doch in 1872 tot drie bouwlagen verhoogd, onder zadeldak (pannen) met houten koel(?)installatie. Aan de gevel, in eerste travee, en over de tweede en derde bouwlaag en zolderverdieping: interessante externe houten hijskoker op metalen consoles, onderaan voorzien van een valbrug. Het interieur werd echter herhaaldelijk aangepast (ondermeer met nieuwe vloeren op metalen liggers) doch steeds met hergebruik van oudere muurpartijen en elementen. In dit gedeelte waren tot recent een aantal brouwketels ondergebracht, waarvan thans nog de gietijzeren ondersteuningskolommen resten.
Rechts van dit gedeelte bevindt zich het vroegere stoommachinehuis (stoommachine in de loop van 1976 of begin 1977 uitgebroken) (1901): kelderverdieping (oorspronkelijk voor voedingspompen) en drie bouwlagen onder zadeldak straat. Gecementeerde witgeverfde gevel met rechthoekige openingen onder I-balk met rozetten en op doorlopende hardstenen lijst. In de eerste bouwlaag toonden vroeger twee grote getraliede vensters, over bijna de volledige gevelbreedte, de stoommachine aan de voorbijgangers. Het interieur wordt gekenmerkt door zeer zware constructies van beton (1901?) en metalen profielbalken, met ondermeer samengestelde metalen kolommen voorzien van drie schoren; een plezierige metalen art-nouveautrap achter het machinelokaal leidt naar het lager gelegen niveau.
De gedeelten uit 1930-1940 worden gekenmerkt door niet-gevoegd metselwerk aan de buitengevel, twee tot drie bouwlagen, onder plat dak, of deels beglaasde zadeldaken op metalen spanten. In het interieur werd hoofdzakelijk gebruik gemaakt van dragende betonconstructies, echter vaak in een originele combinatie met metaalstructuren (zoals betonnen kolommen, verhoogd door middel van waaiervormig opgestelde profielbalken, waarop een metalen loopbrug en de betonnen bevloering rusten).
De burelen (Koepoortkaai), thans ingenomen door de stedelijke politiediensten, dateren uit 1940-41.
In het totaal geeft het complex een vrij chaotisch gegroeid en verbouwd beeld, dat door de veelheid van constructiemethoden en de alteraties een fascinerende indruk nalaat, waarschijnlijk met een zeer vroeg constructief gebruik van gewapend beton. Het lijkt ons daarom nodig hier te pleiten voor een grondige bouwhistorische studie van dit complex.
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4nb Noord-Oost, Brussel - Gent. Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)