De oudste archiefstukken gaan terug tot 1262, namelijk een oorkonde van paus Urbanus IV waarin hij aflaten geeft voor schenkingen voor de opbouw van een kapel. Hetzelfde jaar nog wordt de kapel gewijd door de bisschop van Doornik en schenkt gravin Margareta de kapel dezelfde privilegies als de andere kerken. Over de middeleeuwse kerk bestaan verder geen archieven.
De heropbouw van de kerk in laatrenaissance-, vroege barokstijl werd aangevat in 1658 onder grootjuffer Philipotte Dijsembaert en pastoor Rochus de Scheemaecker. Door geldgebrek werd de kerk vermoedelijk afgesloten met een houten gevel; de barokke voorgevel dateert van 1720 en werd onder grootjuffer Isabella van Hoorebeke tot stand gebracht.
De huidige kerk ontvouwt een driebeukige basilicale plattegrond met schip van acht traveeën tussen zijbeuken met rechte sluiting en koor van één travee met driezijdige sluiting. Een torentje op zeshoekige plattegrond leunt tegen het koor aan.
Zijmuren en koor opgetrokken uit baksteen met verwerking van zandsteen voor vensteromlijstingen, ritmerende pilasters en horizontale banden. De voorgevel daarentegen is volledig van zandsteen op een hardstenen plint.
Typische barokke westgevel met drie geledingen, telkens horizontaal gemarkeerd door een hoofdgestel en bekroond met een gebogen fronton. Een cartouche op de bovenste geleding is gedateerd "1720".
Geaccentueerde travee-indeling, overeenkomstig de inwendige schikking, in drie partijen gescheiden door dubbele composiete pilasters op hoge sokkel, met verdiepte schacht en hardstenen kapiteel. Centraal monumentaal portaal van hardsteen: brede rondboogpoort in kwartholle omlijsting op neuten met imposten en vlakke sluitsteen, rolwerk en festoenen in de zwikken. Flankerende composiete zuilen en geblokte rechtstanden ondersteunen een hoofdgestel en onderbroken fronton met rondboognis tussen voluten; een zittend Mariabeeld met Kind prijkt in het midden. Zijtravee met spiegel en centrale barokke nis van hardsteen met beelden van de Sint-Aya en Sint-Godelieve.
Tweede geleding met centraal omlijst rondboogvormig venster tussen pilasters en bekronend gebogen fronton op engelenhoofdjes; hoekpostamenten met siervazen. Bovenste klokvormige attiek met gedateerde cartouche en siervazen met vlammen op de hoeken. Bekronend gebogen fronton met topstuk en kruis.
Verticaal geritmeerde zijgevels met zandstenen pilasters die de wanden in acht traveeën verdelen, telkens verlicht door een steekboogvenster in vlakke omlijsting met oren en gebogen druiplijst; ramen met ijzeren harnas. Identieke kleinere bovenlichten. De verschillende staties van de kruisweg sieren de borstweringen onder de vensters. Tweede travee van zuidgevel met ommuurde calvarie tegen beschilderde achtergrond onder gebogen afdak. Door gelijkaardige pilasters gemarkeerde koorsluiting met aanleunend slank klokkentorentje, op een cartouche gedateerd "1658" en voorzien van het wapenschild van grootjuffer Philipotte Dijsembaert (met boom en hazewind). Boven de kroonlijst van het koor oplopende vierkante geleding met overhoekse pilasters, doorbroken door kleine steekboogvenstertjes en voorzien van twee uurwerken. Bekronende houten balustrade en achthoekig lantaarntje onder kleine peerspits.
Zeer harmonieus en helder kerkinterieur, volledig bezet met stuc en licht beschilderd. Tweeledige opstand met halfronde scheibogen gedragen door zeven zuilen en twee halfzuilen met Toscaans kapiteel en Attische basis op hoog vierkant voetstuk. Steekboogvormige bovenlichten in vlakke omlijsting met oren en gebogen druiplijst. Overwelving met kruisribgewelven gescheiden door brede gordelbogen met casementversiering met voluten, festoenen, schelpen en medaillons. Versierde pilasters die aanzetten op voluutconsoles versierd met maskers ondersteunen de gordelbogen in het schip. Busten van de apostelen op consoles sieren de borstweringen onder de bovenlichten. Zijbeuken met gelijkaardige overwelving en gordelbogen op consoles. Gewelfkappen versierd met vergulde sterren.
Mobilair: vrij sober doch enkele vermeldenswaardige stukken onder meer polyptiek van Lucas Horenbaut: de Fontein des Levens, gedateerd 1596; en een werk van Gaspar de Craeyer: Onze-Lieve-Vrouv met vier vereerders, op het hoogaltaar; van Nicolaas de Liemaeckere: Onze-Lieve-Vrouw Presentatie (1644); verder werk van Jan van Cleef en Cnudde.
Meubilair in vroege barokstijl: hoogaltaar van 1671 naar ontwerp van Walram de Croock, beschilderd en verguld hout, in 1934 herschilderd door J. Janssens, bekroond met beeld van de Heilige Begga en voorzien van vermeld schilderij. Renaissancezijaltaren van Onze-Lieve-Vrouw en de Heilige Aya. Preekstoel van circa 1731 naar ontwerp van J.B. Van Helderbergh, gesculpteerde eik met onder meer drie engelen die Geloof, Hoop en Liefde symboliseren.
Merkwaardige orgelkast eveneens naar ontwerp van J.B. Van Helderbergh (tweede kwart 18de eeuw) met bekronende groep: Sint-Cecelia omringd door engelen. Doksaal met mooi uitgewerkte leuning en centraal het wapenschild van grootjuffer Dansaert, vermoedelijke schenkster van het orgel.
Twee offerblokken met kniebank gedateerd 1668 en 1721 ter ere van de Heilige Aya.
Stadsarchief Gent, Atlas Goetghebuer, F.141/D.80.
JOOS L. (priester) 1934: Begijnhof van O.-L.Vrouw ter Hoye, Geschiedenis en gids, Wetteren.
KERVIJN DE VOLKAERSBEKE P. 1858: Les églises de Gand II, Gent, 326.
VAN DER HAEGHEN V. 1899: Eglise du Béguinage de Notre Dame, Inventaire archéologique de Gand, Gent, 130.
VERHAEGEN P. (baron) 1938: De oude kerken van Gent, Ars Belgica, VIII, Kerk van Onze-Lieve-Vrouw ter Hoye (Klein Begijnhof), Antwerpen, 60-62.
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4nb Noord-Oost, Brussel - Gent. Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Aanvullende informatie
In de rondboognis boven de rondboogpoort van het barok kerkportaal, staat het beeld van een "gekroonde Maria zittend op een wolk" (met Kind Jezus op de linkerarm en onderaan twee gevleugelde engelenhoofdjes). Het klassiek heiligenbeeld is circa 1,50 meter hoog. In 1998 werd het erg beschadigd beeld gerestaureerd met nieuwe gedeelten witte steen en restauratiemortel, door beeldhouwer Gerard Thienpont (Eke-Nazareth).