Hoekhuis van vier traveeën en twee bouwlagen, met recent pseudomansardedak (kunstleien) voorzien van twee dakvensters. Classicistische bepleisterde en witgeschilderde lijstgevel, volgens archiefstukken van 1772.
Twee middentraveeën geflankeerd door ionische pilasters en boven het aflijnend hoofdgestel bekroond met een driehoekig fronton, geopend met ronde oculus. Licht getoogde, vlak omlijste bovenvensters. Totaal gewijzigde benedenverdieping, heden met weinig geslaagd parement van natuursteen.
Afgeschuinde hoek met ezelsoor.
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4nb Noord-Oost, Brussel - Gent.
Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
De travee-indeling van de begane grond werd gereconstrueerd.