Breedhuis van vijf traveeën en drie bouwlagen, met schilddak (Vlaamse pannen), volgens archiefstukken van 1830. Bepleisterde en witgeschilderde lijstgevel met neoclassicistische inslag. Benedenverdieping met imitatiebanden, bovenverdieping afgelijnd door geblokte hoekbanden. Licht uitspringend middenrisaliet van drie traveeën. Rechthoekige omlijste bovenvensters, in de zijtravee van de bel-etage onder rechte kroonlijst. Hoofdgestel met gelede architraaf, fries met casementen afwisselend verrijkt met een rozet en een vrouwenhoofdje. Kroonlijst op houten consoles.
Links zijgevel; oorspronkelijk van vier traveeën, thans nagenoeg blind, voorheen gesitueerd aan het gedempte Klein Scheldeken.
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4nb Noord-Oost, Brussel - Gent. Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)