Deze huizenrij in de Prinsenhofbuurt te Gent werd volgens bouwaanvraag van 1782 opgetrokken als een eenheidsbebouwing, samen met Prinsenhof nummer 44. Het is één van de vroegst bekende voorbeelden van een dergelijk architecturaal concept.
Op de hoek van het Prinsenhofplein ligt een gebouwencomplex dat volgens een 18de-eeuwse bouwaanvraag een oude kern bevat. Mogelijk komt de oude kern nog overeen met het Prinsenhofgebouw dat op de plannen van Horenbaut (1619) en Hondius (1641) te bemerken is. Dit gebouw ligt op het voorhofplein in de buurt van de afsluitmuur. In 1782 werden dit bouwwerk en eventuele latere bijgebouwen door Jonker Moreau tot een eenheidsbebouwing omgevormd met geschilderde en deels bepleisterde voorgevels.
Het complex zou volgens de bouwaanvraag achttien traveeën tellen aan de westzijde en vijftien aan de zuidelijke. Vermoedelijk werd de westelijke vleugel niet conform de bouwaanvraag uitgevoerd; in elk geval heeft deze vleugel momenteel nog acht brede traveeën. Het gehele complex was gebouwd als een opbrengsteigendom. Het merkwaardige hierbij is dat het niet om zes huizen gaat, zoals de bouwaanvraag laat vermoeden, maar dat elk huis nogmaals onderverdeeld was in appartementen. De structuur hiervan bleef in een aantal huizen nog goed bewaard. Ook de 18de-eeuwse trappen, het binnenschrijnwerk, de interieurs, de vloerconstructies en dergelijke meer kan nog doorheen het hele gebouw worden aangetroffen.
Doorlopende, gedecapeerde en verankerde bakstenen lijstgevel van drie bouwlagen en in totaal veertien traveeën, met zadeldak (Vlaamse pannen); volgens archiefstukken van 1782. Benedenverdieping met beluikte vensters en plint van grijze natuursteenblokken, afgelijnd door een doorlopend arduinen cordon. Getoogde muuropeningen, deuren in vlakke zandstenen omlijstingen, vensters in gecementeerde omlijstingen. Lagere derde verdieping onder een houten kroonlijst op klossen. Nummer 11 met links zijgevel van vier traveeën met gelijkaardige vensters; twee rechter traveeën met blindvensters.
Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Bogaert C. & Lanclus K. & Verbeeck M. 2015: Huizenrij met lijstgevel [online], https://id.erfgoed.net/teksten/179398 (geraadpleegd op ).
Doorlopende, gedecapeerde en verankerde bakstenen lijstgevel van drie bouwlagen en in totaal veertien traveeën, met zadeldak (Vlaamse pannen); volgens archiefstukken van 1782. Benedenverdieping met beluikte vensters en plint van grijze natuursteenblokken, afgelijnd door een doorlopend arduinen cordon. Getoogde muuropeningen, deuren in vlakke zandstenen omlijstingen, vensters in gecementeerde omlijstingen. Lagere derde verdieping onder een houten kroonlijst op klossen. Nummer 11 met links zijgevel van vier traveeën met gelijkaardige vensters; twee rechter traveeën met blindvensters.
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4nb Noord-Oost, Brussel - Gent.
Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Bogaert C. & Lanclus K. & Verbeeck M. 1979: Huizenrij met lijstgevel [online], https://id.erfgoed.net/teksten/19622 (geraadpleegd op ).