Oorspronkelijk klooster van de zusters van Liefde, heden vzw Zusters van Liefde, Hoger Instituut voor Paramedische Beroepen, Revalidatiecentrum, Kinderkribbe "Kindervreugde", B.L.O. school "Klankvreugde". Complexe gebouwen gelegen op een uitgestrekt en aanvankelijk ingesloten perceel begrepen tussen de Sint-Lievenspoortstraat, de Krevelstraat (noordwest) en de Keizersvest (oost).

Centraal bevindt zich het voormalige klooster met kapel van de zusters van Liefde, een neogotische bakstenen constructie van 1873-1876 naar ontwerp van A. Verhaegen. Vier vleugels gerangschikt rondom een vierkante kloosterhof met volledig omlopende kloostergang; eenbeukige kapel in de zuidoostvleugel met schip van zes traveeën uitlopend op een koor van twee traveeën met driezijdige koorsluiting; voorzien van een slank klokkentorentje midden op het zadeldak. In de in onbruik geraakte kapel is een tussenverdieping aangebracht terwijl het binnenhof overbouwd werd tot cafetaria. In het verlengde van de zuidwestvleugel loopt een gang naar het begeleidingscentrum en de directeurswoning gelegen aan Keizersvest nummer 21 en 22. Een gelijkaardige gang die in het verlengde van de noordwestvleugel leidde naar een recent opgetrokken bijgebouw langs de Sint-Lievenspoortstraat werd onlangs grotendeels gesloopt. Parallel en aanleunend tegen de achtergevels van de Krevelstraat bevindt zich een bakstenen vleugel van rond 1900. De gevel aan de Sint-Lievenspoortstraat is een nieuwe bouw en voorts een open ruimte voor parking met gezicht op neogotische zuidwestvleugel. De zuidkant wordt ingenomen door een recente bakstenen constructie van 1977-1978, naar ontwerp van architectenbureau De Vloed waarbij gepoogd werd aansluiting te zoeken met de neogotische gebouwen.

Directeurswoning (Keizersvest 21). Onderkelderd neogotisch dubbelhuis van vier traveeën en twee bouwlagen met mansardedak (leien) voorzien van vier dakkapellen met schilddakjes, uit het laatste kwart van de 19e eeuw. Bakstenen lijstgevel voorzien van sierankers.

Begeleidingscentrum (Keizersvest 22). Neogotisch breedhuis van drie bouwlagen en acht traveeën, met zadeldak (pannen), voorzien van vier dakkapellen met puntgevel, van rond 1875. Links puntgevel van twee traveeën met ingang, knik vanaf derde travee en lijstgevel van zes traveeën. Rechthoekige vensters met kruiskozijnen (bolkozijnen voor de derde bouwlaag), per travee ingeschreven in ondiepe rondboognissen, borstweringen met blind traceerwerk.