Onderkelderd diephuis van drie traveeën en twee bouwlagen, onder een zadeldak (Vlaamse pannen), in kern opklimmend tot 17de eeuw. Volgens archiefstukken in 1777 voorzien van een fraaie nieuwe voorgevel in Lodewijk XVI-stijl, bleef met uitzondering van enkele onbelangrijke aanpassingen gaaf bewaard. Bepleisterde en geschilderde klokgevel met dubbelhuisopstand. Licht uitspringende deurtravee gemarkeerd door geblokte banden en bij de aanzet van de geveltop afgelijnd door een kroonlijst. Vlak omlijste, rechthoekige benedenvensters voorzien van 19de-eeuwse rolluikkasten. Bovenvensters van zijtraveeën gevat in een vlakke omlijsting met oren en rozetten in uitgespaarde bovenhoeken; festoenen opgehangen aan de lekdrempelconsoles. Rechthoekige deur met rolluikkast, ingeschreven in een geriemde arduinen omlijsting met oren, op neuten; bovenhoeken gevuld met rozetten en voorts afgezet met een rechte kroonlijst. Geveltop begrensd door platte banden, geopend met een rechthoekig zoldervenster; boven een entablement bekroond met een driehoekig fronton waarin een blinde omlijste oculus. Verankerde achterpuntgevel van twee traveeën en twee bouwlagen.