Dit erfgoedobject heeft geen erfgoedwaarde meer. De erfgoedwaarden waarom we het object opnamen in de inventaris, zijn niet meer aanwezig, bijvoorbeeld door verbouwing of sloop.
In achterbouw, op de binnenkoer van de huidige firma van bouwmaterialen, behouden aantal resten der vroegere katoenspinnerij F.P. Gheldolf (1873), circa 1900 overgenomen door de nijveraars Motte uit Tourcoing. In 1912, na een brand, door de ondernemer A.F. Serck-Van Loo verworven, welke de bruikbare delen aanwendde als magazijnen, en met nieuwbouw/reconstructie aanvulde.
Tot de oudste overblijfselen behoren de resten van het stoommachinehuis (1873?), thans opgenomen in het zuidwesten der vrijstaande centrale magazijnen. Een deel in baksteenbouw, gekenmerkt door hoge getoogde ramen met ijzeren roedeverdeling, met een lage gelijkvloerse verdieping (vroeger bestemd voor voedingspompen) en een zeer hoge tweede bouwlaag (machinezaal), thans onder plat dak. Interne constructie door middel van brede opgespannen bakstenen troggewelven tussen zware, op de buitenmuren rustende I-balken. Ten noorden aan laatst genoemde palend, en aldus het noordwestelijk deel der centrale magazijnen vormend, bevindt zich een tweede stoommachinehuis (1900), met kelderverdieping en één hoge verdieping onder zadeldak (pannen). Het machinelokaal (verdieping) bezit hier venstertravee in rechthoekige spaarvelden, met rechthoekige openingen onder ontlastingsboog en I-balk met rozetten als latei. Interieur opgebouwd uit kleine bakstenen troggewelven tussen I-balken.
De constructies palend aan de Achtervisserij (één bouwlaag onder aanleunende zadeldaken) incorporeren in hun zuidwestelijk deel nog een constructie uit 1876 (met dak evenwijdig met Achtervisserij); de vier zuidelijke beuken met dak op Achtervisserij dateren van 1900, de twee noordelijke beuken van 1913. De typische magazijnen voor hout- en bouwmaterialen, met hun -vaak van plankenbeschot voorziene- opgewerkte gevels, van één tot drie bouwlagen, dateren hoofdzakelijk van 1912-1914, maar incorporeren in sommige gevallen muurresten van het vroegere textielbedrijf.
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Gent, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4nb Noord-Oost, Brussel - Gent. Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Resten katoenspinnerij F.P. Gheldolf [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/19929 (geraadpleegd op ).