Imposant art-nouveauhuis, zogenaamd Huis De Taeye, van 1898. Ruim, onderkelderd enkelhuis van drie traveeën en drie bouwlagen, onder zadeldak (pannen). Grijze en rode bakstenen lijstgevel op een hoge natuurstenen plint voorzien van getraliede keldervensters onder I-balk. Licht uitspringende en brede linker venstertravee op de tweede verdieping gemarkeerd door een breed balkon met merkwaardig smeedwerk voor de leuning en ophanging; natuurstenen consoles en imposten met duidelijke art-nouveauvormgeving. Deurtravee op de bovenste verdieping geaccentueerd door een deurvenster met een smeedijzeren halfrond balkon op een uitgelengd kraagstuk. Rondboogvensters, op de tweede verdieping met booglijsten voorzien van een versierde sluitsteen. Rechthoekige deur met links klein zijlicht onder een schuin afdak en rondboogvormig bovenlicht. Fries met kleine vierkante vensters en ruitvormige paneeltjes van gekleurde faiencetegels; houten kroonlijst met twee driehoekige, gedrukte frontons op houten consoles.

Achteraan het perceel, palend aan de Achtervisserij, bevindt zich de vroegere schrijnwerkerij en houtmagazijn S. Taeye (1899). Baksteenbouw van vier bouwlagen, vijf traveeën onder aanleunende schilddaken (pannen). Gevel bijna volledig opengewerkt tussen bakstenen penanten, welke de enige verticale gevelpartijen vormen. Tussen laatstgenoemde rechthoekige openingen, deels beglaasd, deels bestemd voor opslag van hout, deels voor laden en lossen. Op de penanten: sierankers tussen de bouwlagen, en een metalen draaibare handkraan tussen de derde en vierde travee in de bovenste bouwlaag. Het interieur werd volledig in een houtconstructie uitgevoerd.