Ten zuiden van woning nummer 202, braakliggend terrein, heden parking, met tal van muurresten, grondsporen, sporen van opgevulde kelders van de grotendeels verdwenen papiermakerij Vincent de Meerschman (einde 18de eeuw), circa 1830 gelijktijdig door een wind- en watermolen aangedreven ("La Province").
Complex later omgevormd tot een bloemmolen. Achter binnenkoer nummer 202: baksteenbouw van twee bouwlagen onder zadeldak (pannen), voorheen horend bij het bedrijf (stallingen). Aan de zijde van de binnenkoer voorzien van een luifel op een metalen zogenaamd "stationsspant", aan de gevel bevestigd door in het interieur zichtbare muurankers, en rustend op geprofileerde hardstenen consoles. Binnenvloeren opgetrokken door middel van op zandstenen consoles rustende moer- en kinderbalken, later tevens ondervangen door een ijzeren I-balk; getapt houten spant.
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in Belgiƫ, Architectuur, Stad Gent, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4nb Noord-Oost, Brussel - Gent.
Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)