erfgoedobject

Hoofdpostgebouw

bouwkundig element
ID
200036
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/200036

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoofdpostgebouw
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is aangeduid als beschermd monument Hoofdpostgebouw
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoofdpostgebouw
    Deze vaststelling was geldig van tot

Beschrijving

In 1894 gebouwd als post-, telegrafie- en telefoonkantoor door ingenieur-architect A. Van Houcke, die gedurende een tiental jaar aan het hoofd stond van de gebouwendienst van de Belgische Posterijen en in deze functie de bouw propageerde van nieuwe, monumentale postkantoren in nationale historiserende stijl, met name in neogotiek of neo-Vlaamse-renaissance.

Historiek

Aanvankelijk gelokaliseerd op de Volksplaats (nu Monseigneur Ladeuzeplein) was het postkantoor van Leuven sinds 1849 overgeplaatst naar het centrum van de stad, vlak bij de Sint-Pieterskerk, ter plaatse van de voormalige afspanning de Wildeman waar zich momenteel het gerechtsgebouw (1924) bevindt. Reeds in 1872 waren in de onmiddellijke buurt, op de hoek van de Jodenstraat en de in 1922 afgeschafte Koralengang, door de Belgische Staat drie woningen aangekocht met het oog op de oprichting van een nieuw hoofdpostkantoor. De eerste steenlegging zou pas doorgaan op 5 oktober 1893 waarna de nieuwbouw begin mei 1895 in gebruik werd genomen. De 18 april 1893 gedateerde plannen in neo-Vlaamserenaissance-stijl werden gerealiseerd door ingenieur-architect A. Van Houcke, toen nog onder leiding van hoofdarchitect van de Belgische Posterijen Gody. Uitvoerders waren de aannemers vanden Bosch en van Eeckert uit Turnhout. De metalen spanten werden geleverd door de "Ateliers de la Dyle" uit Leuven. Het decoratieve beeldhouwwerk is van de hand van Fr. Vermeylen.

Van Houcke ontwierp een monumentaal hoekpand met L-vormige plattegrond en een ommuurde binnenkoer waarbij de hoeken werden gemarkeerd door een horlogetoren en de karakteristieke, circa 38 meter hoge telegrafietoren. Volgens L. Cloquet was Leuven het eerste postgebouw in ons land waar de drie diensten post, telegrafie en telefoon in één complex waren ondergebracht. De telefonietoren zelf was volgens Van Even enig in zijn soort.

Toegankelijk via het hoekportiek met aparte toegang tot post en telefonie omvatte het gelijkvloers de publiekszaal met zes loketten voor de post, drie loketten voor telegrafie en telefoon, het bureau van de postontvanger, een groot bureau voor de postbedienden, een ruim lokaal voor de postboden met aparte toegang vanuit de Jodenstraat, een bureau voor telegrafie en een vestiaire en sanitair. Op de verdieping bevonden zich het appartement van de postontvanger, eveneens met eigen toegang, en de telefooninstallaties. De publieke ruimten waren fraai gedecoreerd, de bureauruimten getuigden van een smaakvolle soberheid. Bij zijn ingebruikname geroemd om zijn functionaliteit bleek de beschikbare ruimte na verloop van tijd ontoereikend. In 1954 werd de begane grond van het oude postgebouw volledig heringericht en aan de zijde van het Smoldersplein uitgebreid met een tweelaags, rechthoekig geknikt volume naar ontwerp van Ch. Emonts, hoofdarchitect van de Regie der Gebouwen. De zaal voor de postboden en de postbedienden, de dienstruimten, sanitair en conciërgewoning werden gesloopt en geïntegreerd in een enorme hal met betongewelf met glasdallen. Tezelfdertijd werden de telefoondraden door ondergrondse kabels vervangen waarbij de niet langer functionele telefoontoren werd afgeknot en onderdaks geïncorporeerd in de nieuwbouw.

In 1973 volgde de herinrichting van de zolderverdieping tot kantoorruimte. Sinds de opening van een nieuw hoofdpostkantoor op de Philipssite (Kessel-Lo) in 2001 voorzag het complex nog enkel in een loketfunctie. Sinds 2005 verkocht en privé-bezit, wordt het complex momenteel gerenoveerd en herbestemd met ruime gelijkvloerse handelsruimte en residentiële appartementen op de bovenverdiepingen. Het 19de-eeuwse postgebouw werd met inbegrip van de afgeknotte telefonietoren op 26.01.2006 beschermd als monument.

Beschrijving

Imponerend, beeldbepalend hoekpand op L-vormige plattegrond met twee bouwlagen (+ kelder- en zolderverdieping) van in totaal zestien ongelijke traveeën onder steil zadeldak, waarbij de inkomtravee op de hoek van de Jodenstraat met het Smoldersplein wordt geaccentueerd door de vier bouwlagen tellende uurwerktoren. De gevelpartijen in neo-Vlaamserenaissance-stijl tonen het karakteristiek picturale materiaalgebruik - een combinatie van rode Kempense baksteen, blauwe hardsteen, gelige natuursteen van Montourdons, natuurleien en ijzersmeedwerk - dat wordt opgehoogd met een rijke, plastische ornamentiek ontleend aan het renaissance en barok repertorium. Een hoge, omlopende plint, niveau belijnende druip- en cordonlijsten, met diamantkoppen versierde speklagen, een dubbel register van afwisselend kruisvensters en drielichten, een fries met steigergaten en een geprofileerde houten kroonlijst op klossen zorgen voor een sterke horizontale lijnvoering, evenwel plaatselijk doorbroken met rijker uitgewerkte verticale, risalietvormige accenten. Het meest in het oogspringend is de vierkante, naar boven toe tot een slanke octogoon verjongende horlogetoren met complexe, bovenaan opengewerkte en op sierlijke houten schoren rustende spits die de hoektravee met de dubbele publiekstoegang markeert. De blinde oculi verwijzen naar de inmiddels verdwenen uurwerkplaten. Minder dominant en duidelijk geconcipieerd als pendanten zijn de drie, onder een tuitgevel met voluutvormige schouderstukken samengetrokken traveeën links en rechts van de toren, bekroond met pinakels en respectievelijk een overhoeks topstuk en boogfronton.

De levendige en kleurrijke gevelordonnantie wordt verrijkt door een plastische ornamentiek met onder meer rondbogige inkompartijen met op uitgelengde voluten rustend hoofdgestel of een boogfronton met bekronend oculus; vensters met forse, rondbogige druiplijst, diamantkopsluitsteen, met wortelmotieven versierde stijlen en boogveldreliëfs, en banderollen. Het decoratieve vocabularium wordt vervolledigd met siersmeedwerk aangewend voor de diefijzers van kelder- en gelijkvloerse vensters, gevelankers en vorstkammen van het met kleine dakkapellen en hoge schoorsteenmassieven verlevendigde zadeldak. Naast het bouwjaar 1894 verwijzen opschriften en symbolische reliëfs naar de specifieke functie: in de boogvelden van de verdiepingsvensters de namen van de provinciehoofdsteden én van Leuven, verder het wapen van de stad Leuven en in de oculi boven de inkomdeuren een posthoorn omgeven door bliksemschichten (telegrafie!).

Het witgeschilderde houten buitenschrijnwerk, onder meer de fraaie beglaasde deuren langs de Jodenstraat, bleef inclusief hang- en sluitwerk bewaard. Enkel de twee deuren van het inkomsas werden bij de herinrichting in de jaren 1950 verwijderd. De achtergevels in rode baksteen met getoogde vensteropeningen (vernieuwd schrijnwerk) - twee bouwlagen zijde Jodenstraat, drie zijde Smoldersplein - zijn opvallend sober.

Interieur

De binnenstructuur van het L-vormige volume is, behalve op de heringerichte begane grond, nog herkenbaar: lokalen en bureaus aan straatzijde en een lange gang met twee trappen aan de uiteinden aan de achterzijde. De kelders, waarvan de oorspronkelijke functie niet is bekend, zijn afgewerkt met bakstenen troggewelfjes op I-liggers en opgedeeld in verschillende ruimten die via vensters en deuren met gecombineerd hout-metalen schrijnwerk communiceren met de omlopende gang.

De open ruimte met loketzaal en aangrenzende postsorteerzaal op het gelijkvloers, overkapt met een betonnen gewelf met glasdallen, alsook de volledige inrichting dateert uit de jaren 1950. Links, zijde Jodenstraat, de oorspronkelijke toegang tot het appartement van de postontvanger met inkomportaal met drie natuurstenen treden onder een op pilasters rustende, geprofileerde rondboog met cartouchesluitsteen. De houten trap naar de verdieping, met eronder de keldertrap werd vervangen door een betontrap met cementtegels.

De in de uitbreiding geïncorporeerde, afgeknotte telegrafietoren werd gelijkvloers tot kluis omgevormd. Hogerop bleven de hardstenen trappen met smeedijzeren leuning bewaard. Op zolderniveau is de buitenafwerking met hardstenen druiplijsten en afzaten, alsook de getrapte overgang van vierkante basis naar octogonale spits duidelijk afleesbaar.

Niettegenstaande de eveneens gewijzigde indeling bleven op de verdieping diverse elementen van de oorspronkelijke aankleding bewaard: plafonds met eenvoudig lijstwerk, houten paneeldeuren, een zwart- en roodmarmeren schouw met corresponderende venstertabletten.

Op zolder bleef de dakstructuur met driehoekige metalen spanten deels zichtbaar onder het valse plafond.

  • Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg Vlaams-Brabant, Cel Monumenten en Landschappen, Ferdinand Smoldersplein: beschermingsdossier Postgebouw.
  • Stadsarchief Leuven, Kaarten en Plannen, Postgebouw; Modern Archief, dossier 23660 (bouwvergunning 07.03.1873), dossier 110850 (bouwvergunning 19.11.1954), dossier 120600 (bouwvergunning 08.05.1967), dossier 123494/7534 (bouwvergunning 23.08.1973), dossier 4886, 9064, 9067, 9068, 9082.
  • CELIS J., UYTTENHOVE, P., De wederopbouw van Leuven na 1914, Leuven, 1991, p. 39, 42, 158-159, 170-171, 201.
  • CLOQUET L., Traité d’architecture, Parijs, Luik, 1900, p. 552.
  • CRESENS A., 150 jaar fotografie te Leuven, Brugge, 1989, p. 144-145.
  • DE COOMAN M., De Leuvense Gangen, onuitgegeven licentiaatsverhandeling Katholieke Universiteit Leuven, 1980, p. 59-60.
  • DIRIKEN P., Geogids Leuven, Kortessem, 1998, p. 92, 117.
  • PAESMANS S., De Regie der Posterijen en haar patrimonium of het verleden in dienst van de toekomst, onuitgegeven stageverslag, Leuven, 1989, p. 17-18.
  • PEETERS M., Gids voor oud Leuven, Antwerpen, 1983, p. 21-22, 70-71.
  • PERSOONS E., STAES J., OOSTERLYNCK L., Leuven, Brussel, 1984, p. 90.
  • SCHILLINGS A., VANWIJNGAERDEN FR., Oud en Nieuw Leuven, Leuven, 1948, p. 78.
  • SPRENGERS E., Ons Leuven, Leuven, 1995, p. 92.
  • UYTTERHOEVEN H., Leuven in oude prentkaarten, deel I, Zaltbommel, 1972, p. 15, 16, 19.
  • UYTTERHOEVEN H., Leuven in oude prentkaarten, deel II, Zaltbommel, 1977, p. 111.
  • UYTTERHOEVEN H., De tijd van toen. Van en over Leuven, Zaltbommel, 1982, p. 32, 135.
  • UYTTERHOEVEN R., Leuven Weleer 1 Langs bekende handelsstraten naar Sinte-Geertrui en Tempelhof, Leuven, 1985, p. 8, 45, 49.
  • VAN EVEN E., Louvain dans le passé et dans le présent, Leuven, 1895, p. 664-665, p. 673.
  • Leuven, een stad die groeit, tentoonstellingscatalogus, Leuven, 1975, p. 118, 129.

Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hoofdpostgebouw [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/200036 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.