is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Kasteelsite Ter Lenen
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als beschermd monument Kasteelsite Ter Lenen met omgeving
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Kasteelsite Ter Lenen
Deze vaststelling was geldig van tot
Fraai omkaderd, opmerkelijk en goed bewaard voorbeeld van een 19de-eeuwse herenboerderij - een als landhuis (1820) geconcipieerd woonhuis met aanleunend, omvangrijk hoeve-, brouwerij- en stokerijcomplex - geënt op een pachthof (1240-1798) van de cisterciënzerinnenabdij. Tot met de Franse Revolutie maakte de hoeve Ter Lenen deel uit van de uitgestrekte bezittingen van de cisterciënzerinnenabdij van Oriënte (circa 1234-1798). De naam Ter Lenen schijnt te verwijzen naar een plaatselijk riddergeslacht. In februari 1798 wordt de hoeve verkocht aan de Zoutleeuwse familie Coenen. Naar verluidt werd de site ingevolge zware beschadigingen door de Franse troepen vanaf 1820 tot circa 1900 in opeenvolgende fasen vrijwel volledig heropgebouwd en uitgebreid.
De oudst gekende voorstelling is de Ferrariskaart (1771-1775) waarop de "cense Ter Lenen" is afgebeeld als een omvangrijk complex met losse bestanddelen binnenin omwalling. De primitieve kadasterkaart van 1827 geeft een gereduceerd hoevecomplex weer met langs de gedempte gracht een nieuw vierkant volume, te identificeren met het huidig kasteeltje. Rond 1844 wordt het kasteel achteraan uitgebreid met twee haakse stalvleugels waardoor een ruime binnenkoer ontstaat. Een van de twee oudere vleugels bleef bewaard, wordt verlengd en zal de aanzet vormen van een tweede binnenkoer. Circa 1869 wordt in het verlengde van deze oude vleugel een vrijstaande berging opgetrokken terwijl meer zuidwestwaarts een groot rechthoekig volume met cirkelvormige aanbouw verschijnt (huidige langsschuur met verdwenen rosmolen). Rond 1897 bouw van de stalvleugel en van een brouwerij en stokerij die samen met het nieuwe poortgebouw een tweede binnenkoer omsluiten. In 1900 wordt melding gemaakt van de installatie van een stoommachine en vanaf 1903 is er ook sprake van een stoomstokerij. De brouwerij-stokerij sloot haar deuren vlak voor de Tweede Wereldoorlog en werd volledig ontmanteld.
De toegang tot Ter Lenen wordt gemarkeerd door twee, in rode en gesinterde baksteen opgetrokken hekpijlers met flankerend hekwerk. De hoevesite wordt gedomineerd door het herenboerenhuis (gedateerd 1820 door chronogram op de gevel). Het vijf traveeën breed, rechthoekig volume met wit geschilderd houten schrijnwerk is opgetrokken in baksteen op een hoge sokkel in zandige kalksteen. Het omvat een souterrain, twee bouwlagen en een mezzanino onder een overkragend leien schilddak op getande kroonlijst en per twee gegroepeerde gegroefde consoles, het geheel bekroond met een houten klokkenruiter. De voorgevel toont een symmetrische opstand met twee registers van hoge rechthoekige vensters (oorspronkelijk voorzien van luiken) en een bekronend mezzanino van liggende, rechthoekige venstertjes.De gevelafwerking bestaat uit een rood-wit geschilderde cementbepleistering met ingetrokken voegen en pseudo-negblokomlijstingen en -speklagen. De centrale inkom wordt geaccentueerd door een empire dubbele deur waarboven een balkon met geprofileerde omlijsting en smeedijzeren hek, het geheel rustend op gegroefde consoles en bekroond met een geprofileerde druiplijst en een gedenkplaat met chronogram. Een breed, hardstenen bordes met trappartijen zorgt voor een zekere monumentaliteit. Twee flankerende smeedijzeren hekken scheiden het erf van de voorliggende tuin. Het souterrain met hardstenen vloer en bakstenen gewelfjes op I-liggers omvat kelders en dienstruimten. Goed bewaarde originele interieuraankleding.
Daarnaast stal- en brouwerijvleugels, twee gekasseide binnenkoeren, vrijstaande berging en enigszins geïsoleerd langsschuur. De volumes, meestal nog met houten balkenlaag en kapstructuur, zijn opgetrokken in witgeschilderde baksteen op een gepekte plint en afgedekt met respectievelijk zadeldaken en schilddaken met (overwegend) zwarte en rode pannen. Oudste, ongedateerde stalvleugel op de eerste binnenkoer: lager, ondiep volume met ritmische opeenvolging van lichtgetoogde vensters en deuren, aangevuld met recentere rechthoekige muuropeningen. De parallel ingeplante koestallen (circa 1844) tonen een functionele opbouw van met steekboogdeuren- en vensters en grote korfboogpoorten doorbroken gevelvlakken. Stokerijvleugel en paardenstal (circa 1897) onderscheiden zich door een decoratieve gevelbehandeling en een afgeronde houten en bakstenen kroonlijst. De vrijstaande langsschuur (circa 1869) met bakstenen pijlerstructuur en houten kapspanten onder een geknikt schilddak toont naast de karakteristieke korfboogpoorten bovenaan een reeks ruitvormige verluchtingsgaten waaronder een register van lichtgetoogde blindvensters. Het silhouet werd enigszins verstoord door later aangebouwde stallingen. Opmerkelijk is eveneens de open berging (circa 1867) met bovenliggende tasruimte in de vorm van een bakstenen pijlerstructuur met beleemde houten bovenbouw onder een op houten schoren rustend schilddak. Typerend voor de algemene configuratie is echter het fraaie perspectief gevormd door de in één lengteas geplaatste poortdoorgangen. Boomgaard en siertuin zijn verdwenen. Rond het kasteeltje zijn nog enkele markante bomen en struiken bewaard. Deze werden vermoedelijk rond 1900 aangeplant.
De ruimere omgeving wordt nog steeds gevormd door historisch akker- en weiland.
Bron: Beschermingdossier DB002234
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kasteelsite Ter Lenen [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/200039 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.