Het postkantoor van Diest verwijst naar de Vlaamse renaissance, onder andere met zijn trapgevel, speklagen en vooruitspringende tussendorpels, maar draagt tegelijk bepaalde elementen die stijlvreemd zijn. Het postgebouw is hiermee een mooi voorbeeld van een openbaar gebouw in eclectische stijl. Het postgebouw is niet alleen een getuige van de communicatiegeschiedenis in Vlaanderen, het is tevens een relict van de groeiende infrastructuur in de steden aan het einde van de 19de eeuw.
Tussen 1890 en 1910 kreeg elke Belgische stad van enig belang een postgebouw. Het eclectische postgebouw werd op 22 juni 1901 ingehuldigd. Helaas worden noch de oorspronkelijke plannen of geveltekeningen van het gebouw bewaard, waardoor zowel de precieze bouwdatum als de architect ongekend zijn. Het is echter mogelijk dat het gebouw ontworpen werd door één van de architecten van het Ministerie der Spoorwegen. Vermoedelijk vatten de werken van het nieuwe postgebouw in Diest aan in 1899. Het werd een tweelaags hoekpand in zandhoudende kalksteen en blauwe hardsteen onder een leien dak, voorzien van sierlijke houten dakkapel. De gevel aan de Koning Albertstraat bestaat uit vier traveeën waarvan de rechter helft met gevelplaat en toegang naar het postkantoor en de woning van de postmeester, in de vorm van een trapgevel duidelijk als belangrijkste deel werd uitgewerkt. De gevel aan de Ossenkopstraat telt drie traveeën met een centraal, als trapgevel uitgewerkt dakvenster. Beide gevels worden verbonden door middel van een afgeschuinde en ietwat naar voor geplaatste hoektravee die bekroond wordt door een opengewerkte vierkante toren. Het gebouw rust op een hardstenen plint met bossagewerk in een vlakke omlijsting. Steekboogvormige keldergaten in een zwaar geblokte omlijsting doorbreken de plint en worden gescheiden door vooruitspringende penanten, afgelijnd door negblokken. Een afgeschuinde waterlijst boven de plint kondigt de verhoogde begane grond aan en doet tegelijk dienst als onderdorpel van de rechthoekige vensters. Deze zijn voorzien van een uitspringende hardstenen tussendorpel met diamantkopmotief en een geblokte ontlastingsboog met gestileerde voluutsluitsteen. De steekboogvensters van de verdieping hebben alle een licht vooruitspringende natuurstenen onder- en tussendorpel en vier gestileerde bladmotieven op de ontlastingsboog met waterlijst. Alle onder-, boven- en tussendorpels worden met elkaar verbonden door middel van hardstenen speklagen. Een op pseudo-klossen rustende cordonlijst kondigt de houten kroonlijst en de bakgoot op modillons aan. Uiterst rechts in de gevel aan de Koning Alberstraat bevindt zich de toegang tot het postkantoor. Een door een waterlijst getopte en met voluten geflankeerde gevelplaat boven de twee rechtse traveeën draagt het opschrift "Posterijen – Telegraaf" en wordt bekroond door een trapgevel, waarin een serliana met arduinen omlijsting en een omlopende waterlijst. Voor zover zichtbaar, is de interieurafwerking van het postgebouw uiterst sober gehouden. Mogelijk bevinden zich onder het verlaagd plafond nog decoratieve elementen. Met uitzondering van de schouwmantel in een kleine slaapkamer, werd ook de voormalige woning van de postmeester op de verdieping niet gedecoreerd.