erfgoedobject

Herenhuis

bouwkundig element
ID
200070
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/200070

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Herenhuis
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is aangeduid als beschermd monument Herenhuis
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is deel van de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Graanmarkt en Henri Verstappenplein
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is deel van de aanduiding als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Graanmarkt en Henri Verstappenplein
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Burgerwoning
    Deze vaststelling was geldig van tot

Beschrijving

Het pand aan de Graanmarkt 19-19A, of tenminste een gedeelte van de site ervan, maakte vermoedelijk vroeger deel uit van het vroeg 16de-eeuwse Hof van Nassau, de residentie van de prinsen van Oranje die Diest bestuurden tussen 1500 en het einde van de 18de eeuw.

De primitieve kadasterkaart van Voncken is het oudste grafische document dat informatie verschaft over het pand. Hieruit blijkt dat de site en de erop liggende gebouwen al in 1822 kadastraal afgesplitst waren van het Hof van Nassau. Het kadasterplan toont een U-vormig volume, geopend naar de Graanmarkt en bestaande uit een diepe vleugel aan de westzijde van het perceel, een even lange maar smallere vleugel ten oosten van het perceel, grenzend aan het Hof van Nassau met de traptoren, en een rechthoekig bijgebouw aan het einde van de doorgang tussen beide vleugels. Vermoedelijk werd deze (koets)doorgang aan de straatzijde afgesloten door middel van een poort. De achterliggende tuin maakte, hoewel apart gekadastreerd onder nummer 913, blijkbaar toen ook al deel uit van het complex.

Een mutatieschets toont aan dat het bijgebouw aan het einde van de koetsdoorgang vlak voor 1846 afgebroken werd. Deze toestand -twee langgerekte gebouwen waartussen een doorgang- staat ook afgebeeld op de Popp-kaart van 1857. Een oude foto, te dateren rond 1895, toont aan dat het westelijke volume gevormd werd door een tweelagig en twee traveeën tellend diephuis met frontonbekroning en dat het smalste oostelijk volume maar één bouwlaag en één travee met beluikt venster had. De open ruimte tussen beide volumes werd afgesloten door middel van een poort, gevat tussen twee hekpijlers met bekroning.

Vlak voor 1903 werd het pand ingrijpend veranderd en kreeg het zijn huidige uitzicht. Uit een mutatieschets blijkt dat de koetsdoorgang gedeeltelijk overdekt werd en dat het oostelijke en smalste volume niet alleen aan de pleinzijde verbreed, maar aan de tuinzijde ook trapsgewijs uitgebreid werd.

Uit bovengenoemde bevindingen kunnen een aantal conclusies getrokken worden. Ten eerste dat het tweelagig westelijk volume zeker sinds 1822 ongewijzigd bleef en vermoedelijk zijn oorsprong vond aan het einde van de 18de eeuw. Ten tweede dat het volume van en boven de koetsdoorgang -dus ook de erker en de poortomlijsting- evenals de bijgebouwen aan de tuinzijde zonder twijfel de jongste delen van de woning zijn. Ten derde dat de oostelijke vleugel in kern ouder kan zijn, maar in zijn huidige vorm eind 19de-eeuws of begin 20ste-eeuws is. En ten vierde dat de uniformering van de gevel gelijktijdig plaatsvond met de verbreding van de oostelijke vleugel en de bouw van het volume boven de koetspoort, vlak voor 1903.

Deze stelling wordt versterkt door de typisch laat 19de-eeuwse decoratie van de voorgevel, namelijk de geprofileerde vensteromlijsting met oren rond alle verdiepingsvensters, de Franse voegen en het bandmotief in de gevelbezetting, de met bloem- en bladmotief uitgewerkte gietijzeren borstwering en balustrade voor de verdiepingsvensters en het terras, de neoclassicistische erker met zwaar entablement en ten slotte de consoles onder de erker die refereren aan het typische art nouveau zweepslagmotief. Het huidige kadasterplan en foto's uit het begin van de 20ste eeuw tonen aan dat de toestand sindsdien ongewijzigd bleef.

Het betreft een wit bepleisterd complex gebouw, dat kan ingedeeld worden in drie delen: een rechterdeel, gevormd door een diephuis van twee traveeën en twee bouwlagen onder een driehoekig fronton met oculus, de poorttravee onder een afgesnuit pannen zadeldak, en een tweelagig linker deel, gevormd door twee traveeën op de gelijkvloerse verdieping en één travee op de -achter de toren van het Hof van Nassau- dieper liggende eerste verdieping, eveneens onder een afgesnuit zadeldak. De rechthoekige vensters van de gelijkvloerse verdieping van het diephuis zijn gevat in een platte bandomlijsting en waren voorzien van luiken, zoals de nog aanwezige doken bewijzen. Een dubbele cordonlijst kondigt de verdieping aan, opengewerkt door rechthoekige vensters in geprofileerde omlijstingen met oren en voorzien van een gietijzeren borstwering, versierd met florale en vegetale motieven.

De centrale poorttravee bestaat uit een rechthoekige, houten poort met deels beglaasde poortvleugels waarvoor geajoureerd metaal. Gevat in een eenvoudige hardstenen omlijsting, gevormd door twee pilasters die uitlopen op een als zweepslagmotief uitgewerkte console, wordt de donkerbruin geschilderde koetspoort bekroond door een rechthoekige houten erker -eveneens donkerbruin geschilderd- met diamantkoppen op de kruising der vensterstijlen en een zwaar entablement, gevormd door een fries met voluutconsoles die een geprofileerde kroonlijst ondersteunen.

De gelijkvloerse verdieping van het volume links van de poorttravee bestaat uit twee vensters in platte bandomlijsting. Ook hier wijzen doken op de vroegere aanwezigheid van luiken. Het terras voor het dieperliggende volume, op de verdieping, heeft een gietijzeren balustrade met gestileerde bloem- en bladmotieven.

De gevels van het diephuis, de poorttravee en het linker deel van de woning werden geüniformeerd door de witte gevelbepleistering met Franse voegen, de vlakke cordons en brede banden, evenals de tandlijst die het gevelvlak bekroont.

De achtergevels van het pand zijn door de ingewikkelde configuratie moeilijk leesbaar. In de kopgevel van het diephuis bevinden zich ten minste vier vensters: twee grote rechthoekige met roedeverdeling op de eerste verdieping en twee vierkante in de zolderverdieping. In de zijgevel zitten drie vensters op de eerste verdieping. De verdieping boven de koetspoort en het volume achter de traptoren van het Hof van Nassau, worden verlicht door licht getoogde, rechthoekige vensters. Alle gevels zijn hier wit bepleisterd.

  • BRANS M., Diest. Stille getuigen, s.l., 1994.
  • LEMAIRE R. e.a., Bouwen door de eeuwen heen. Inventaris van het cultuurbezit in Vlaanderen, Architectuur, 1, Provincie Brabant, arrondissement Leuven, Luik, 1971: p.56-99.
  • VAN DE EYCKEN M., Steden in beeld. Diest, s.l., 1994.
  • VAN DE EYCKEN M., Geschiedenis van Diest, Diest, 1980.

Bron: Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingdossier DB002164, Diest-Zuid.
Auteurs: Verloove, Claartje; Paesmans, Greta
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is deel van
    Graanmarkt en Henri Verstappenplein

  • Is gerelateerd aan
    Hof van Nassau


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Herenhuis [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/200070 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.