Eertijds als paardenstalling, vanaf begin 20ste eeuw als wasserij, strijkerij en portierswoning deel uitmakend van het kasteel, naderhand onder meer politiebureel. Gebouwd in 1804 door Charles Jozef d'Ursel (1777-1860) en zijn moeder. Vanaf 1972 eigendom der gemeente, gevolgd door restauratie in 1974 en inrichting als artistiek centrum door V.Z.W. De Casteleyn, Kring voor kunst en heemkunde van Hingene.
Bakstenen lijstgevel van zes traveeën en twee bouwlagen onder schilddak (nok parallel aan straat, mechanische pannen). De muuropeningen op de begane grond werden ingebracht in 1973. Gevelplaat met verwijzing naar de eerstesteenlegging in 1804. De oorspronkelijke ingang bevond zich in de rechter zijgevel. Parkgevel gemarkeerd door rondboognissen (zie vroegere functie als paardenstal of koetshuis). Aangepast interieur met bewaard dakgebint, afkomstig van de afbraak van het kasteel van Hoboken; bewaarde moerbalken, deels bewaarde kinderbalken.
HERMANS J., De heerlijkheid Hingene, Wintam, Eikevliet, Nieuwkerken-Waas, 1988, p. 92-94.
VAN RECK P., Het Kasteel van Hingene, Hingene, 1991, p. 25.
Bron: DE SADELEER S., KENNES H., PLOMTEUX G. & STEYAERT R. 1995: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Mechelen, Kanton Puurs, Klein-Brabant, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 13n3, Brussel - Turnhout. Auteurs: Kennes, Hilde Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)