Het ontstaan van de meren berust op een toeval: de beslissing van de Belgische spoorwegen om het goederenverkeer van de spoorlijn Brussel-Antwerpen via een lus tussen Weerde en Muizen over Hofstade om te leiden. Omdat verhoogde bermen noodzakelijk waren werden er sinds 1902, in de nabijheid van de werf, massale hoeveelheden grond uitgegraven. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog vielen de werken stil waarna de putten vol water liepen. Spontaan lokten deze kunstmatige meren vele baders.
Pas in 1932 werd 11 hectare terrein afgebakend rond de kleine waterplas met het oog op de bouw en exploitatie van een recreatiepark. In 1937 kwam beheer en ontwikkeling volledig in overheidshanden.
Het concept is vermoedelijk van de hand van Victor Bourgeois en Charles Van Nueten. Op het domein bevinden zich verschillende gebouwen.
Strand en strandgebouw
(naar ontwerp van Maxime Wynants, 1939)
De vijverpunt wordt omarmd door een lage, lichte en doorzichtige constructie. De plattegrond toont een cirkelvormig gebogen volume waarop een langgerekte dwarsvleugel en twee rotondevormige uitbouwen aansluiten. Deze gecurveerde vormgeving zorgde niet alleen voor een geslaagde integratie in de omgeving maar stond tevens borg voor een goed overzicht voor de bewaking van het strandgebeuren. Het geheel is volledig opgetrokken in hout in combinatie met breed uitgewerkte glaspartijen. De doorzichtigheid van de gebogen vleugel wordt nog versterkt door op regelmatige afstanden aangebrachte onderdoorgangen, aansluitend op de wandelwegen.
Het bootshuis
(naar ontwerp van F. Milan, 1938)
Aanlegsteiger voor bootjes en voorzien van de nodige accommodaties. Het niveauverschil tussen terrein en water wordt overbrugd door een horizontaliserend, langgerekt volume met aansluitend terras en kiosk. Het bootshuis bevatte op waterniveau de open loods met aansluitend een kelder, pompkamer en bergplaats. Een bescheiden binnentrap leidde naar het tweede niveau met kleedkamers en sanitair, keuken en restaurant. Aan het uiteinde van het terras is een kleine kiosk voorzien, bereikbaar via een trap die tevens voor de verbinding zorgt met de pier. De horizontaliserende, gestroomlijnde vormgeving met plat dak, in de breedte uitgewerkte raampartijen, ronde "patrijspoorten", afgeronde hoeken en metalen borstweringen roept onvermijdelijk het beeld op van een gestrande pakketboot. Verbouwingen in 1953 en 1963.
Het openluchtzwembad
(naar ontwerp van Charles Van Nueten, 1939)
Van het groots opgevat sportstadion met aanleunend olympisch zwembad werd enkel het zwembad, het terras en de twee lage blokken met kleedcabines, sanitair, cafetaria en conciërgewoning gerealiseerd. De inkom en het waterzuiveringsstation zijn latere toevoegingen. De twee éénlaagse, ruim 50 meter lange gebouwen bestaan uit een betonskelet met bakstenen vullingen, egaal afgewerkt met een ruwe, grijze bepleistering. De tot op vrij sterke hoogte aangebrachte afwerking met lichtgetinte, geglazuurde baksteen is vermoedelijk van latere datum. De langgerekte gevels worden geaccentueerd door de typerende doorlopende vensterregisters en ronde bootvensters, gevat in stalen schrijnwerk. Dominant element is de volledig beglaasde, hoefijzervormige cafetaria op pilotis die als het ware boven het zwembad zweeft. Tot de uitrusting behoort eveneens de loopbrug en de springtoren, een constructie van gesoldeerde ijzeren buizen en plaatijzer op een onderstel in gewapend beton. Sedert 1978 gesloten als bouwvallig en niet meer beantwoordend aan de hygiënische normen.
De hoofdingang
(naar ontwerp van Frans Van Cleven, 1946)
De breed uitgemeten hoofdingang aan de Tervuursesteenweg bestaat uit een betonskelet, deels opgevuld met houten wanden, en voorzien van een betonnen, overkragende platte bedaking. De brede, in- en uitrit voor wagens wordt geflankeerd door telkens twee torenvormig gesloten volumes. Tussenin bevinden zich de smallere toegangen voor voetgangers en fietsers terwijl de afgesloten ruimten plaats boden voor winketten, sanitair en controlepost.
- Planarchief Bloso-domein Hofstade.
- BOURGEOIS V., Hofstade in Urbs Nova, 2, september 1939, 81-87.
- GILLES P., Hofstade-plage; Centre de délassement populaire: ses aménagements présents et futurs in Bâtir, 81, augustus 1939, 359-361.
- VAN WASSENHOVE S., La grande pitié d’Hofstade, onuitgegeven eindverhandeling, Antwerpen, 1986.