Aan deze voormalige hoeve van het Leuvense Driutiuscollege wordt een Frankische origine toegekend waardoor zij tevens tot één van de oudste van de streek kan worden gerekend.
Het Bordingenhof, een grote 18de-eeuwse gesloten vierkantshoeve, is gelegen langsheen de Bevekomsestraat, aan de zuidrand van de dorpskern. Het Bordingenhof wordt voor het eerst vermeld in 1389, wanneer dit leen van de heerlijkheid Bierbeek door de abdij van Villers werd verkocht aan Aleydis van Raetshoven. In 1700 werd het Bordingenhof verkocht aan de president van het Driutiuscollege te Leuven. In opeenvolgende campagnes liet het Driutiuscollege de hoeve volledig heropbouwen in de periode 1724-1762. Volgens het jaartal in de gevel werd het woonhuis in 1772 verbouwd, waarbij de grondvorm bleef bewaard. Op 22 juni 1808 werd het Bordingenhof als in beslag genomen religieus bezit openbaar verkocht. In 1946 werden er werken uitgevoerd aan de langsschuur. De oostelijke stalvleugel werd omgebouwd tot een langsgerichte enkelrijige bindstal met poorten in de zuidelijke kopgevel.
Het Bordingenhof, dat overwegend uit het tweede kwart van de 18de eeuw dateert, kan worden getypeerd als een grote Brabantse, gesloten vierkantshoeve, opgetrokken in baksteen en Gobertangesteen met leien daken en topgevels met vlechtingen, top- en schouderstukken. De westvleugel aan de straat omvat de vierkante poorttoren geflankeerd door de éénlaagse varkensstallen onder lessenaarsdak. De poorttoren met duifhuis op de verdieping is opengewerkt met een korfboogpoort ingeschreven in een rechthoekige natuurstenen omlijsting met druiplijst en afgedekt met een tentdak met bolbekroning. De zuidvleugel omvat het woonhuis met aanleunende koestallen. Het woongedeelte met complexe vormgeving is samengesteld uit twee delen: enerzijds een drie traveeën breed en twee bouwlagen hoog volume met langs de binnenkoer licht getoogde deur- en vensteromlijstingen, langs de veldzijde kruisvensters, kloosterkozijnen en een traditioneel korfboogdeurtje en anderzijds een éénlaags L-vormig gedeelte met kruisvensters en een ovale oculus boven een laat-barokke korfboogdeur voorzien van geblokte stijlen, sluitsteen en imposten en bekroond met een dakkapel. De direct op het woonhuis aansluitende koestal en de stalvleugel aan de oostzijde van het erf, onderling gescheiden door de overluifelde veldpoort, tonen een vrijwel identieke afwerking. De noordzijde van de binnenkoer ten slotte wordt volledig ingenomen door een vier traveeën diepe, monumentale langsschuur met natuurstenen korfboogpoorten en drie uilengaten in de kopgevels. Achter de hoeve bevindt zich het bakstenen bakhuis.
Rondom de hoeve ligt een grote boomgaard met erop aansluitend de weidegronden die tot aan de Mollendaalbeek reikten. De akkers bevinden zich op de hoger gelegen gronden. De directe omgeving van het Bordingenhof bleef evenwel en dit tot op heden, gevrijwaard van bebouwing. Ook de voetweg die vanouds de hoeve met dorpskern en kerk verbindt bleef bewaard.
- BOVIN K., GOEDSEELS V. en VAN MELLAERT P., Boerderijen in Bierbeek, Leuven, 1985.