Teksten van NMVB-tramstation met dienstgebouwen

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/200142

NMVB-tramstation met dienstgebouwen ()

Tramstelplaats van de Buurtspoorwegen van circa 1900 bestaande uit een tramstation met woning, een watertoren (gebouwtje met watertoren, kolenhok en lampisterie) en twee loodsen. De gebouwen worden gekenmerkt door onder andere accenten in gele baksteen en typische druipborden aan de overkragende dakvlakken.

Historiek

Het tramstation van de voormalige NMVB was gelegen op lijn 934: Tervuren-Tienen. Oorspronkelijk was er een ander stationsgebouw voorzien dan het bestaande (1902). Op 1 juli 1903 werd een nieuw plan ter goedkeuring voorgelegd aan de hogere overheid (plan nummer 65/8534), opgemaakt door architect H.(?) Vaerwyck uit Sint-Amandsberg (Gent). Het plan is gedateerd op 21 december 1902 en werd goedgekeurd op 27 juli 1903.

Het gehele complex wordt in 1960 verkocht. Door de bewaarde relatie met het naburige NMBS-station en de dienstgebouwen is het geheel een voorbeeld van een zeldzaam geworden landelijke stationssite.

Beschrijving

Het complex omvat woonruimten, een wachtzaal, een bureau en een goederenopslagplaats. De in hoofdzaak bakstenen constructie werd in eclectische stijl opgetrokken. Het geheel bestaat uit drie duidelijk te onderscheiden volumes die elk door hun concept en detailafwerking naar de drie hoofdfuncties verwijzen: links het woonhuis (twee bouwlagen, drie traveeën, getrapte zijgevel, getoogde geveldoorbrekingen met strekken in donkere baksteen, zadeldak parallel met de straatas), door een traptoren gescheiden van de wachtzaal (brede toegang met segmentboog, afwerking vensteropeningen op de verdieping met natuursteen, overkragend zadeldak met houten versiering en nok loodrecht op de straatas), en rechts daarop aansluitend: lager bureaugebouw met magazijn (afwerking zoals eerste gedeelte, onder zadeldak met nok parallel met de straatas, geen deuropening in de voorgevel, wel poort in de zijgevel).

De stelplaats van de buurtspoorwegen (vroegere tramstelplaats) bestaat uit drie onderdelen die bij het tramstation horen: een bakstenen gebouwtje met watertoren, kolenhok en lampisterie (vierkante watertoren met zadeldak en bijgebouwtje, eveneens onder zadeldak) en twee loodsen, namelijk een wagonloods en een locomotiefloods.

De watertoren wordt gekenmerkt door het gebruik van een donkerrode baksteen en accenten in gele baksteen, een overkragend zadeldak met platte rode pannen en houten druiplijsten (geprofileerd) en pinakels. In de richting Ottignies ligt de grote loods I (wagonloods), een bakstenen langshalle (dertien traveeën) met zadeldak (platte rode pannen). Verticaliserende lisenen en met horizontale ijzeren lateien (I-profielen) afgedekte vensters (ijzeren roeden; hardstenen middenstijl) ritmeren de gevelwanden. In de geveltoppen van de kopgevels: segmentbogen met drie verticale stijlen. Overkragende daken met houten kroonlijst. Dubbele vleugelpoorten met ijzeren ligger als lateibalk. De ruimte wordt overkapt door spanten bestaande uit aaneengeklonken U-profielen met ijzeren trekstangen volgens Polonceau-schema. In de vloer zijn nog restanten van sporen bewaard. De plaats van de vroegere en nu opgevulde schouwputten is nog zichtbaar. Aansluitend aan en evenwijdig met loods I werd, in dezelfde stijl, de kleinere en smallere loods II (locomotievenloods) gebouwd. Tussen de goederenloods en de watertoren staat het restant van de bak- en natuurstenen laadhelling.

  • Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier DB002054, Voormalig tramstation NMVB (S.N., 1998).
  • Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier DB002233, Spoorwegstation en tramstelplaats (S.N., 2005).

Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: S.N. 2008: NMVB-tramstation met dienstgebouwen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/188513 (geraadpleegd op ).


NMVB-tramstation met dienstgebouwen ()

De stelplaats (circa 1903-1904) van de buurtspoorwegen (vroegere tramstelplaats) bestaat uit drie onderdelen die bij een tramstation horen: een bakstenen gebouwtje met watertoren, kolenhok en lampisterie (vierkante watertoren met zadeldak en bijgebouwtje, eveneens onder zadeldak) en twee loodsen, namelijk een wagonloods en een locomotiefloods.

De watertoren wordt gekenmerkt door het gebruik van een donkerrode baksteen en accenten in gele baksteen, een overkragend zadeldak met platte rode pannen en houten druiplijsten (geprofileerd) en pinakels.

In de richting Ottignies ligt de grote loods I (wagonloods), een bakstenen langshalle (13 traveeën) met zadeldak (platte rode pannen). Verticaliserende lisenen en met horizontale ijzeren lateien (I-profielen) afgedekte vensters (ijzeren roeden; hardstenen middenstijl) ritmeren de gevelwanden. In de geveltoppen van de kopgevels: segmentbogen met drie verticale stijlen. Overkragende daken met houten kroonlijst. Dubbele vleugelpoorten met ijzeren ligger als lateibalk. De ruimte wordt overkapt door spanten bestaande uit aaneengeklonken U-profielen met ijzeren trekstangen volgens Polonceau-schema. In de vloer zijn nog restanten van sporen bewaard. De plaats van de vroegere en nu opgevulde schouwputten is nog zichtbaar.

Aansluitend aan en evenwijdig met loods I werd, in dezelfde stijl, de kleinere en smallere loods II (locomotievenloods) gebouwd.

Tussen de goederenloods en de watertoren staat het restant van de bak- en natuurstenen laadhelling.

Betreft een typevoorbeeld van een tramstelplaats van circa 1900 bestaande uit een tramstation met woning (ook beschermd), een watertoren (gebouwtje met watertoren, kolenhok en lampisterie) en twee loodsen. De gebouwen worden gekenmerkt door onder andere accenten in gele baksteen en typische druipborden aan de overkragende dakvlakken. Daarenboven gaat het om een onderdeel stationssite met zowel een station van de Spoorwegen als met een station en stelplaats van de Buurtspoorwegen. Het gaat hier bijgevolg om een essentieel onderdeel van een zeldzaam wordend voorbeeld van een landelijke stationssite en mobiliteitsknooppunt voor openbaar spoorverkeer zoals dit rond 1900 werd geconcipieerd en tussen de Spoorwegen en de Buurtspoorwegen werd gecoördineerd.


Bron: Beschermingsdossier DB002054
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: S.N. 2005: NMVB-tramstation met dienstgebouwen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/126074 (geraadpleegd op ).