Stadswoning van twee bouwlagen met traditionele kern onder pannen zadeldak met de nok parallel aan de straat.
Historiek
In oorsprong vormde dit traditionele rechthoekige gebouw samen met het 19de-eeuwse winkelpand "Langendonck" en het aanpalende gemeentehuis één groot complex dat sinds de 16de eeuw het "Hoogh Huys" werd genoemd. Dit complex zou bovendien gelegen zijn op het perceel van het eerste burggravenhof met als vroegst gekende bewoner Arnoldus van Melijn, burggraaf sinds 1324. Daarna kwam het hof in bezit van de burggravenfamilies van den Bossche en Hinckaert. In 1488 werd het verkocht aan schepen Jan Gooyvaerts. Nadien volgden diverse eigenaars elkaar op. De Ferrariskaart van (1770-1778) toont op deze plaats een gesloten complex geopend in de zuidwestelijke hoek.
Op de Poppkaart van omstreeks 1860 staat het gemeentehuis ingetekend met grosso modo hetzelfde volume als vandaag. Het aanpalende huis Langendonck is er in drie gesplitst met ten zuiden van het hoekpand, zijde Nieuwstraat, het betreffende rechthoekige volume, dat vandaag is ingericht als woning. Op het kadaster wordt dit volume ingetekend in 1841 op een blijkbaar leeg perceel, hoewel er in de bijhorende leggers sprake is van herbergier Jan Baptiste Cumps die een schuur koopt van Julianus Casson, geregistreerd als "vente et demolition partielle". Mogelijk werd de toenmalige schuur op dat ogenblik aangepast (zie verschil in materiaal en diverse bouwnaden) en verbouwd tot woning. Het gebouwtje achteraan wordt geregistreerd in 1846 als 'construction d'un batiment'.
In kern een traditioneel gebouw opgetrokken in bak- en zandsteenstijl met latere aanpassingen. Toevoeging van de tweede bouwlaag te dateren in de 19de eeuw. De renovatie in de jaren 1970-'80 bestond uit het gedeeltelijk reconstrueren van verbouwde vensters, het doortrekken van muurbanden en het vernieuwen van houtwerk.
Beschrijving
Verankerde baksteenbouw, vandaag met dubbelhuisopstand en onregelmatige travee-indeling, gemarkeerd door een hoge kalkzandstenen onderbouw met kwarthol geprofileerde aflijning. De lijstgevel aan de straat wordt geritmeerd door kalkzandstenen speklagen. Op de begane grond bleven de kalkzandstenen omlijstingen van een voormalig kruis- en kloosterkozijn bewaard; de huidige vensters zijn verlaagd en voorzien van een houten latei. In de later toegevoegde tweede bouwlaag zitten rechthoekige vensters onder houten latei. De rechthoekige voordeur is eveneens later toegevoegd. Bijkomende verwerking van kalkzandsteen voor de hoekketting. Zijgevel met gelijkaardig uitzicht.
De achtergevel zou naar verluidt een vroegere binnenmuur geweest zijn met later ingebrachte deuren, links in een geprofileerde omlijsting onder waterlijst; het bovenlicht met waaiervormige roeden draagt het jaartal “1774”. Rechts bleef een mogelijk oorspronkelijke rondboogdeuromlijsting bewaard.
Het interieur werd grondig gerenoveerd met een ten dele gewijzigde planindeling. De diepgelegen kelder met tongewelf (haaks op de straat) is toegankelijk via een bakstenen trap met witte natuurstenen dekstenen. De begane grond heeft vier evenwijdig aan de straat lopende moerbalken met sloffen. In het rechtse salon aan straatzijde is er een witmarmeren schouw; de oude binnendeuren werden van elders gerecupereerd.
In de tuin staat een nieuw opgetrokken muur, waarin een van elders gerecupereerde, blauwe hardstenen spiegelboogomlijsting met waterlijst.
- Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Mutatieschetsen Tervuren, afdeling II (Tervuren), 1841/2, 1846/4.
- Atlas Cadastral parcellaire de la Belgique, Philippe-Christian Popp, uitgegeven in 1842-1879, schaal 1:5000.
- Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden voor Zijn Koninklijke Hoogheid de Hertog Karel Alexander van Lotharingen, Jozef Jean François de Ferraris, Koninklijke Bibliotheek van België, uitgegeven in 1770-1778, schaal 1:11.520 herleid naar 1:25.000.