erfgoedobject

Kasteel d'Ursel

bouwkundig element
ID
2002
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/2002

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Kasteel d'Ursel
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is aangeduid als beschermd monument Kasteel d'Ursel
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is deel van de aanduiding als beschermd cultuurhistorisch landschap Domein d'Ursel
    Deze bescherming is geldig sinds

Beschrijving

Dubbel omgracht kasteel, met omringende tuinen en parkbos ten noorden.

Historiek

Reeds vermeld als omwalde hoeve in een diploma van 1120. In 1556 is er sprake van de verkoop van "een stynen huys en hoff mette andere huysingen van schueren stallen ende andersins daerop staende" aan ridder Thierry van de Werve; na deze verkoop werden diverse vergrotingen en verbeteringen uitgevoerd. Het oorspronkelijke huis kreeg een bijkomende verdieping en een nieuwe vleugel en duiventoren werd gebouwd. Het kasteel had toen een L-vormig grondplan met vrijstaande toren en was opgetrokken in traditionele bak- en zandsteenarchitectuur. Het aldus aangepaste buitengoed zou aan de basis liggen van het kasteel, dat wordt afgebeeld bij Sanderus. In 1608 zogenaamd "Hof van Blommenschot" en verkocht als "huysinghe van plaisancie rontomme bewatert" aan Conrard Schetz (1553-1620), die later de naam van zijn tante, Barbara d’Ursel aannam. Hij liet aan de zuidzijde een toren bijbouwen, beide torens werden verbonden door een toegangsvleugel en aan de oostzijde kwam een nieuwe linkervleugel met galerij. Zo ontstond een eerder traditionele waterburch op vierkant grondplan rondom een binnenkoer. De verplaatsing van de hoofdingang naar de zuidzijde, de kant van het dorp, is in deze van grote symbolische betekenis. De ingang van het domein bevond zich aan de Edmond Vleminckxstraat en het neerhof ten zuidwesten van het kasteel.

In het tweede kwart van de 17de eeuw had het kasteel het uitzicht verkregen dat Sanderus rond 1645 weergaf in zijn Flandria Illustrata: een gebouw in traditionele bak- en zandsteenstijl, met trapgevels en kruisvensters, vier vleugels om een vierkante binnenplaats en geflankeerd door twee torens. Het interieur werd rijkelijk ingericht met goudleer en wandtapijten, in combinatie met muurschilderingen. In rechtervleugel bleven uit deze periode enkele schilderingen van zuilen en rankwerk van bloemen en vruchten in rode en gele okerkleur bewaard. Naast het kasteel werd een siertuin in renaissancestijl aangelegd. De tuinkamers werden omsloten door een begroeid latwerk, hekken en poortjes, verfraaid met decoratieve perken in buxus en middenin voorzien van een kleine snoeivorm als uitschieter.

Zijn afstammeling Conrard-Albert d'Ursel (1665-1738) liet het domein aanleggen met Franse tuinen en omgeven door een wal (circa 1699), die van water werd voorzien door grachten en goten via het Moer, de Biesplas, een onderaardse goot en het reservoir zogenaamd "Treze lavoer" (zie Edmond Vleminckxstraat). In het begin van de 18de eeuw liet hij het kasteel verfraaien onder leiding van de Franse architect Jean Beaucire. Hij overdekte de binnenkoer, creëerde zo een ruime ontvangstzaal en gaf het gebouw zijn huidige grondplan. De gevels werden bepleisterd en kregen een uniform uitzicht. Aan de zuidzijde, tussen de twee torens kwam een nieuwe, gebogen voorgevel van één bouwlaag, bekroond door een balustrade en met een mansardedak met oeils de boeuf.

1759-1765 werd het kasteel opnieuw grondig verbouwd naar ontwerp van Giovanni Niccolò Servandoni, in opdracht van Charles d'Ursel (1717-1775); de torens werden verlaagd en bekroond met balustrades, de gevels werden geuniformiseerd, de kruiskozijnen vervangen door rechthoekige vensters en blinde ramen werden toegevoegd vanuit een streven naar symmetrie. .Bestaande constructies van draagmuren en balkenlagen bleven bewaard, maar ook het interieur kende een grondige verbouwing. Het grote salon werd aangekleed in neoklassieke stijl, met onder andere een zuilencollonade bekroond door keizersbeelden. In de centrale as werd ook een eetzaal ingericht, gedecoreerd met lambriseringen waarin spiegels zijn gevat. Aan weerszijden van de centrale as verschenen staatsieappartementen volgens Frans model, met chambre en antichambre, alkoven en dienstvertrekken. Ook op de bovenverdiepingen werden dergelijke appartementen ingericht. Zij werden alle gedecoreerd met eenvoudig lijstwerk in klassieke stijl, en oudere elementen van de laatbarokke interieurdecoratie werden geïntegreerd. Op dat moment verschenen in de lambriseringen ook de eerste bespanningen, voornamelijk in katoen. Niet alleen het kasteel, doch de hele site werd bij het nieuwe ontwerp betrokken: onder meer straathekken tussen twee wachtpaviljoentjes, waarvan één nog bestaand aan de E. Vleminckxstraat, parkaanleg en dienstgebouwen. De oranjerie en vermoedelijk grotendeels ook het neerhof ten zuidwesten werden gesloopt; een nieuwe oranjerie werd gebouwd ten zuidoosten, tegenover de voormalige brouwerij Scaldis en over de grachten werden nieuwe bruggen getrokken. De verfraaiingswerken, vooral de inrichting van het voornaam opgevatte interieur, werden verder gezet in 1790-1794 door Hertog Wolfgang-Willem d'Ursel (1750-1804), mogelijk onder leiding van A. Payen senior.

In 1804 bouw van de huidige "Casteleyn". In 1883 werden de barokke tuinen deels heringericht als volwaardig 19de-eeuws park naar ontwerp van E. Keilig. In 1906 werden de zijvleugels van het dienstgebouw, dat oorspronkelijk hoorde bij het neerhof (heden zogenaamd "Laathof", zie verder) en remise (inmiddels gesloopt) herbouwd naar ontwerp van J. Caluwaers. Bouw van een dienstenbrug aan westzijde kasteel, eveneens naar zijn ontwerp.

In 1973 kasteel, bijgebouwen en dreef aangekocht door de gemeente, gevolgd in 1982 door de heraanleg van de Franse tuinen en het ruimen van de omgrachting door de Dienst van het Groenplan van het toenmalige Ministerie van Openbare Werken en door de algemene buitenrestauratie in 1984-1985 naar ontwerp van architectenbureau D. Van Impe (plannen van 1982). Publiek toegankelijk park van circa 18 hectare. De tweede omgrachting, aangelegd door Conrad-Albert d'Ursel (1665-1738) bleef goed bewaard. Het Kasteel werd in 1984 overgedragen aan de Belgische Staat, later Vlaamse gemeenschap. Deze gaf kort daarop het gebouw in erfpacht aan de vennootschap Aktiv, die er een seminarie- en congrescentrum met hotelfaciliteiten zou onderbrengen. Tijdens de drastische verbouwingswerken werd onder andere het stucwerkplafond in de vestibule vervangen door een moderne, glazen constructie. Na een ongeval van de zaakvoerder stopten de werken abrupt. De volgende tien jaar liet de Vlaamse overheid het gebouw leeg staan. In 1994 werden kasteel en domein verworven door het Provinciebestuur Antwerpen. Deze startte met een grondig archeologisch, historisch en bouwhistorisch onderzoek ter voorbereiding van de restauratie. Op basis hiervan werd beslist het kasteel zoveel mogelijk terug te brengen naar de 18de eeuwse toestand na de verbouwingen van Servandoni, waarbij bewaarde getuigen van de oudere fasen worden geconserveerd en de recentere ingrepen worden geïntegreerd.

Tussen 1999 en 2001 werd het kasteel opnieuw wind- en waterdicht gemaakt en kregen de gevels hun de 18de-eeuwse okergele afwerking terug. Daarna werden de kelders en de representatieve ruimten op de begane grond gerestaureerd en begin 2004 in gebruik genomen. In het voorjaar van 2007 werden de Chinese interieurdecoratie en de eerste katoenen wandbespanningen teruggeplaatst en in september van dat jaar volgde de plechtige opening van de voormalige appartementen op de eerste verdieping. De interieurrestauratie van de tweede verdieping, met de vertrekken van de hogere bedienden en de adellijke kinderen, startte in het voorjaar van 2010 en werd in 2012 voltooid. Parallel worden ook tientallen bewaarde wandbespanningen gereinigd, geconserveerd en/of gerestaureerd. Hun geleidelijke terugplaatsting op de bovenverdiepingen zal voltooid zijn in 2016-17.

Beschrijving

Omgracht, classicistisch kasteel, oorspronkelijk op U-vormige plattegrond: door het overdekken van de voorste binnenplaats (eerste helft van de 18de eeuw) grosso modo rechthoekige plattegrond met uitspringende hoektorens aan de gebogen zuidgevel. Onderkelderd, bepleisterd en beschilderd geheel van drie bouwlagen onder gecombineerde lage bedaking van kunstleien; verankerde, eenvormige lijstgevels met beluikte rechthoekige vensters in verkleinende ordonnantie. Streng symmetrische, halfcirkelvormige zuidgevel, waarvan de onderste bouwlaag naar ontwerp van Beaucire en overige naar ontwerp van Servandoni; drie geblokte middentraveeën die via gebogen hoekpartijen van elk één travee verbonden zijn met de vierkante hoektorens, die op hun beurt het staatsieplein en de toegangsbrug flankeren. Het gebogen accent wordt versterkt door geblokte hoeklisenen. Horizontaal accent door middel van gecementeerde en beschilderde, natuurstenen muurbanden en de bekronende, omlopende balustrade, iets lager dan deze van de hoektorens. De speelse invloed van het rococo komt nog tot uiting in de licht getoogde benedenvensters en de rondbogige deur met geprofileerde archivolt voorzien van maskerkopsluitsteen; bekronend driehoekig fronton op rolwerkconsoles.

Sober gehouden achtergevel van negen traveeën: centraal terras met omlopende balustrade en getoogde deurvensters, uitkijkend over het water. De overdekte binnenplaats vormt een ruime vestibule in classicistische stijl, met marmeren vloer en doorgang naar de eetzaal met spiegelwanden, die uitgeeft op het terras aan de achtergevel. De oorspronkelijke binnenplaatsgevels op de verdiepingen tonen nog resten van rechthoekige vensteromlijstingen en speklagen van zandsteen, verwijzend naar de traditionele kern.

Interieur

De nieuwe planindeling van het kasteel werd gebaseerd op de principes van de Franse architect J.F. Blondel: de representatieve ruimten op de begane grond, toegankelijk via de centrale vestibule, laatstgenoemde opgevat als omlopende colonnade met Toscaanse zuilen van bepleisterd en beschilderd arduin, bekroond met keizersbustes in stucwerk. Tussen de zuilen omlopende houten banken met erboven stucpanelen gedecoreerd met guirlandes en lauwerkransen. Vestibule geeft via verhoogd “salon”, geritmeerd door twee zuilen, toegang tot eetkamer met lambrisering met spiegels. Deze centrale as wordt links geflankeerd door het "Appartement de parade" ook “appartement de la belle alcôve” genoemd (aan de noordzijde). Dit bestaat uit een kleine ontvangstkamer een werk- of studievertrek (kabinet) met blauw Chinees papierbehang en een "chambre en niche" met alkoof of bednis, geflankeerd door een poeder- en toiletkamer. Aan de rechterzijde bevindt zich een groot salon zogenaamd "Chinees Salon", in enfilade met de bibliotheek en een tweede salon. Het representatieve karakter wordt benadrukt door fijn geprofileerd stucwerk en luxueuze wandbekledingen, onder meer beschilderd of bedrukt textiel uit de 18de of 19de eeuw en handgeschilderd Chinees behang, eind 18de eeuw en geplaatst in de 19de eeuw, in Chinees salon en bibliotheek. Vermeldenswaard zijn ook de verschillende sopraportes met Chinese motieven en taferelen.

Het oorspronkelijk vlak stucplafond in de vestibule werd in 1989 gesloopt en vervangen door een hedendaagse constructie naar ontwerp van D. Depoorter. Bij de restauratie werd deze verwijderd en werd het 18de eeuwse plafond gereconstrueerd. Op hetzelfde moment werden 8 van de 10 historische keizersbustes teruggevonden en teruggeplaatst.

Woonvertrekken op de eerste en tweede verdieping met gaaf 18de-eeuws concept en decoratieve vormentaal aanleunend bij de late Lodewijk-XV-stijl en de “distribution à la Française”, bestaande uit negen appartementen “en enfilade” met gescheiden circulatie voor dienst. Gedecoreerd met eenvoudige lambrisering in klassieke stijl, waarin gehelen van katoenen of zijden bespanningen uit de 18de en de 19de eeuw. De meeste appartementen hebben een kamer met alkoof, met aan de ene kant een cabinet de toilette en aan de andere kant een garderobe. De kamers worden verwarmd door eenvoudige marmeren schoorsteenmantels met daarboven een schoorsteenboezem met spiegel. Boven de deuren sopraportes met Chinese prenten of collages van Chinese motieven. De decoratie van het houten lijstwerk van lambrisering en alkoven, de schoorsteenmantels en schouwboezem is steevast uitgevoerd in een midden 18de-eeuwse rococostijl of een laat 18de-eeuwse klassieke vormgeving. Vaak worden oudere rococomotieven geïntegreerd in de klassieke decoratie.

Op de eerste verdieping centraal "salon de compagnie", met aan weerszijden muurhoge kasten in rococo-stijl. Vermeldenswaard appartement in de noordwestelijke hoek met schoorsteenboezem waarop twee smalle panelen in geprofileerde lijsten, gedecoreerd met gemaroufleerde doeken waarop laat-18de eeuwse schilderingen met arabeskmotieven met putti, bloemenslingers, een boeket rietstengels en lisdodden samengehouden door speelse visjes, gestrikte linten, vlinders en een vogelkooitje met twee duiven. Deze decoratie kan in verband gebracht werden met het decor van het salon in de Notelaer en mag dan ook aan Antoine Plateau worden toegeschreven. Aan de zuidoostzijde appartement van de Hertog, dat rechtstreeks in contact stond met de vertrekken van zijn secretaris op de tweede verdieping. Het appartement van de hertog heeft een bijkomend studievertrek in de zuidoostelijke toren. De rechterdoorgang naast de alkoof in de slaapkamer gedecoreerd met een frescobeschildering in klassieke stijl (laatste kwart 18de eeuw?) die natuursteenpanelen imiteert.

Op de tweede verdieping dienstvertrekken en kabinetten met bewaard 19de eeuws behangpapier. Tevens vermeldenswaard “appartement des princes”, met name appartement voor de kinderen van de hertoglijke familie, met alcoven, lambriseringen en schoorsteenmantel op kindermaat. In de kelder resten van een 18de-eeuwse keuken met haard, bakovens, pomp en fornuis. Bakstenen toegangsbrug van drie rondbogen met natuurstenen boog, balustrade van arduin met ijzeren balusters.

Toegangspoort en wachthuisje uit 1728 (zijde E. Vleminckxstraat). Oudste nog bewaarde bijgebouw op het kasteel en restant van de oorspronkelijke toegang tot het domein: rechthoekige, bakstenen constructie onder schilddak (nok loodrecht op straat, Vlaamse pannen), korfboogdeur in bepleisterde bakstenen omlijsting onder druiplijst en oculus (noordgevel) en houten bolkozijn (oostgevel). In het interieur bewaarde ingemetselde ketel en stookplaats uit de 19de eeuw. Het gebouw fungeerde tot begin 20ste eeuw als brouwerij en mouterij. Nadien werd het de schrijnwerkerij van het domein Bij de restauratie in 2011 werd opnieuw een geschilderde afwerkingslaag aangebracht. In 1960 werd een gelijkaardige constructie, aan de noordzijde van de poort en aansluitend op de gracht, gesloopt. Aansluitende poort bestaande uit een ijzeren hek tussen geblokte arduinen pijlers, vermoedelijk uit dezelfde periode. Toegangspoort (zijde Wolfgang d'Urselstraat): ijzeren poort tussen bakstenen pijlers met zandstenen of arduinen hoekblokken.

  • Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten & Landschappen, Bestuur voor Monumenten en Landschappen, Provinciale Directie Antwerpen, beschermingsdossier.
  • Kadaster Antwerpen, Mutatieregisters Bornem/Hingene, schetsen 1907/5.
  • BUNGENEERS J. & DE VLIEGER-DE WILDE K. 2010: Kasteel d’Ursel in Hingene: from maison de plaisance to ducal lieu de mémoire?, in Vivre Noblement, De veranderende levensstijl van de Belgische adel, 15de-21ste eeuw, Belgisch tijdschrift voor filologie en geschiedenis, 88, 2, 455-478.
  • BUNGENEERS J. & DE VLIEGER-DE WILDE K. 2012: Zomers in Hingene, Het kasteel d’Ursel en zijn bewoners, Leuven.
  • MANDERYCK M., Het kasteel d'Ursel te Hingene. Classicisme in de 18de en de vroege 19de eeuw, in: M & L, X, 1991, nummer 5, p. 48-55.
  • VAN RECK P., Het Kasteel van Hingene, Hingene, 1991,

Auteurs: Kennes, Hilde; Migom, Serge
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is deel van
    Domein d'Ursel

  • Is deel van
    Wolfgang d'Urselstraat

  • Is gerelateerd aan
    Koetsierhuis van het kasteel

  • Is gerelateerd aan
    Paardenstalling De Casteleyn

  • Is gerelateerd aan
    Schildershuis


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kasteel d'Ursel [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/2002 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.