Een charter van 7 februari 1375 vermeldt dat Geeraert Van Blankaer een huis afstond aan de cellebroeders. In 1478 openden de cellebroeders hun nieuwe kerk, die in 1481, toegewijd aan Sint-Augustinus, volledig voltooid was. Ze bouwden een nieuwe "kerk" en op 22 september 1780 waren de fundamenten voltrokken. Ze werd ingewijd in 1781. Door giften en aankopen groeide hun klooster al vlug uit tot een complex dat in de tweede helft der 18de eeuw geheel vernieuwd werd. Het zijn deze gebouwen die het huidige geheel uitmaken dat bestaat uit: een kapel, keuken, grote en kleine refter, gastenverblijf, brouwerij, stallingen, slaapverblijven, een grote binnenplaats en twee kleinere en een ruime binnenkoer.

De kapel is uiterst merkwaardig: een zeer mooi gewelf versierd met in stucwerk uitgevoerde kapitelen, roosmotieven en het wapen der cellebroeders. De grote trap in het hoofdgebouw is een prachtig stuk beeldhouwwerk. Hij is gans uitgevoerd in eik, de leuning bestaat uit vaasvormige baluster en de aanzetten zijn gebeeldhouwd in Lodewijk XV-stijl. Vele voor handen zijnde waardevolle en interessante overblijfselen geven een beeld van de toenmalige bouwtrant. Structuurelementen, buitendeuromlijstingen, smeedijzeren onderdelen timmerwerk (dakspanten) stucadoorversieringen, en zo meer.