is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoeve Speelhoven met tuinen en boomgaard
Deze vaststelling is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd monument Hoeve Speelhoven en bijgebouwen
Deze bescherming is geldig sinds
is deel van de aanduiding als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Hoeve Speelhoven met omgeving
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Hoeve Speelhoven
Deze vaststelling was geldig van tot
Voormalige hoeve van de heren van Speelhoven, afstammelingen van het huis van Aarschot. De herenhoeve uit de 16de-17de eeuw en vergrotingen uit de 19de eeuw met binnenplaats, tuin en boomgaard van circa 1,5 hectare werd omringd door een trapeziumvormige ringgracht. De site is nagenoeg onveranderd sinds de 18de eeuw; monumentale perelaar.
Gebouwen die relatief ongeschonden drie tot vier eeuwen hebben overleefd, zijn zeldzaam. Dit geldt voor het gebouwencomplex van Speelhoven in het gehucht Haterbeek ten zuidoosten van Aarschot, in het bijzonder voor het woonhuis, een bakstenen gebouw met ijzerzandstenen plint en deuromlijstingen, waarin nog een in 1575 gedateerde moerbalk aanwezig is; boven de ingangsdeur is er een datumsteen waarop vroeger het jaartal 1636 of 1656 te lezen stond.
De toponiemen 'speelhof ', 'speelhuis' en 'speelgoed' komen regelmatig voor in de regio, bijvoorbeeld het Kasteel de Biolley-T'Serclaes te Lubbeek, het voormalige buitenverblijf van de Leuvense Sint-Geertruiabdij. Volgens sommigen zou de naam echter van een familienaam afgeleid zijn. Over de oorspronkelijke functie zijn geen gegevens bekend. Mogelijk gaat het om een boerenhof, waarop tijdens de late Middeleeuwen een buitenverblijf of een jachtpaviljoen werd geënt. De vorm van de ringgracht en sommige elementen (bijvoorbeeld geknotte zomereiken op de buitenoever van de ringgracht) herinneren sterk aan sommige omwalde pastorieën die in de loop van de 17de eeuw in de regio werden gebouwd, zoals die van Sint-Pieters-Rode, Onze-Lieve-Vrouw-Tielt, Weseplaar of de rond 1900 afgebroken pastorie van Sint-Joris-Weert. Van de ophaalbrug over de ringgracht zijn alleen de fundamenten bewaard.
De vroegste afbeeldingen – op de kaarten van J.B. Joris en de Ferrariskaart, beide uit 1775 – tonen een omgracht gebouwencomplex tussen een spievormige boomgaard (west) en twee rechthoekige vijvers (oost). De oevers van de ringgracht en de vijvers zijn met bomen beplant. Het eilandje waarop de gebouwen zijn gelegen bestaat voor de helft uit tuin, vermoedelijk een combinatie van sier- en nutstuin. De site van Speelhoven beantwoordt nog in hoge mate aan het 18de-eeuwse beeld en de renovatie en herinrichting door de huidige eigenaars hebben dit nog versterkt. Op de Primitieve kadasterkaart, uitgetekend door Bastendorff in 1822, wordt de 17de-eeuwse configuratie ongewijzigd weergegeven. De kadastrale legger laat vermoeden dat het goed toen weinig intensief gebruikt werd, want het spievormige perceel boomgaard (sectie C nr. 98, 63 are 40 centiare) werd als heide geregistreerd. Het landgoed vormde een aaneengesloten blok van bijna 23 hectare, grotendeels bouwland, volgens de Primitieve kadastrale legger (in 1831) eigendom van notaris Jan Frans Beckers uit Vilvoorde.
Op de stafkaart van 1865 (ICM, 1883) zijn de twee vijvers ten oosten van Speelhoven (percelen 90 en 91) opgenomen als twee met bomen afgezoomde weiden – min of meer de huidige situatie. Het goed is op dat moment eigendom van Joséphine-Elisabeth Nyst, weduwe van Martin Martens (1797-1863), professor in de plantkunde en de chemie aan de universiteit van Leuven en reorganisator van de Leuvense kruidtuin. Het enige belangrijke feit na het verdwijnen van de vijvers is de restauratie van de gebouwen in 1996-1998 (Speelhoven werd op 3 maart 1979 beschermd als monument samen met bijna 25 à 30 hectare omgeving als 'dorpsgezicht'). Samen met de omgeving van het kasteel van Horst mag Speelhoven beschouwd worden als een van de meest archaïsche sites van de regio. Het 18de-eeuwse beeld wordt versterkt door het huidige bodemgebruik en beheer. De moestuin achter de gebouwen roept qua aanleg en beplanting (paden volgens dambordpatroon, combinatie van bloemen en groenten) de sfeer op van de 18deeeuwse tuin van 'nut en sier' die op de kaarten van Ferraris en Joris wordt gesuggereerd. De ringgracht bleef volledig bewaard, maar de – oorspronkelijk brede – zuidelijke arm is door verlanding tot een smal kanaal herleid. Tijdens de laatste decennia is het waterpeil in de ringgracht erg wisselvallig geworden; in de zomer ligt ze soms voor lange tijd droog. De nabijgelegen drinkwaterwinning is daar wellicht niet vreemd aan.
De Herenhoeve telt zeven traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak. Het rechter gedeelte (vijf traveeën) dateert uit de eerste helft van de 17de eeuw, is opgetrokken in baksteen op ijzerstenen plint, met gebruikmaking van zandsteen voor de kruiskozijnen (met geprofileerde tussendorpel) en steigergaten; twee ijzerstenen rondboogdeuren (met waterlijst, sleutel, imposten); de middentravee is bekroond door een Vlaams venster met overhoekstopstuk.
De twee linker traveeën (waarvan de eerste toegemetseld werd) dateren uit de tweede helft van de 19de eeuw, toen de hoeve in die richting vergroot werd; ze contrasteren fel met het oude gedeelte. De zijtrapgevel (op schouderstukken) is asymmetrisch: de achterkant telt slechts één bouwlaag. De achtergevel heeft zeven traveeën en een derde ervan dateert uit de tweede helft van de 19de eeuw. Recentelijk werden de vensters aangepast en moderne dakvensters aangebracht.
Haaks ten opzichte van het woonhuis (zuidelijk), staat de oude schuur (met dakvenster en grote poort met ijzerstenen negblokken), waarvan het dak verlaagd werd in de tweede helft van de 19de eeuw. Het rechter gedeelte werd in recente tijden aangebouwd. In noordelijke richting bevinden zich de stallen.
Men bereikt de hoeve langs een dreef (160 meter lang) van Amerikaanse eiken (Quercus rubra) en enkele tamme kastanjes (Castanea sativa); deze dreef loopt dwars door het weideland dat de hoeve omgeeft in noordelijke en oostelijke richting. De bomen hebben een stamomtrek van circa 300 cm en zijn mogelijk aangeplant begin 1900.
Het hoevecomplex was voorheen langs de vier zijden omgeven door grachten, die in zuidelijke richting de afmetingen van een vijver benaderen. Deze zijn nu grotendeels verzand. Perzikboomgaarden op een heuvelhelling ten noorden van de hoeve, begrenzen het weideland. Ten westen en ten zuiden is de hoeve omgeven met boomgaarden. Destijds (13de-14de eeuw) was de heuvelhelling in noordwestelijke richting beplant met wijngaarden van lokale vermaardheid. De hoeve is dus gelegen te midden van een ongerept golvend landschap.
Opmerkelijk is de monumentale perelaar (Pyrus communis) ten zuiden van het gebouw, die met 233 cm stamomtrek tot de dikste geregistreerde van België behoort. Langs een pad ten noordoosten van Speelhoven staan bovendien enkele dikke pruimelaars ('Conducta') met sculpturaal gedraaide stammen. Opvallend is ook de aanwezigheid van een grote, op alant lijkende composiet Telekia speciosa, soms ook koeienoog genoemd; grote berenklauw (Heracleum mantegazzianum); Thladianta dubia, een klimplant met hechtranken uit de komkommerfamilie; en een rijke inheemse flora met als opmerkelijkste soorten: zaagblad (Serratula tinctoria) en grote bremraap (Orobanche rapum-genistae).
Merkwaardige boom (opname 4 juli 2002)
Deze tekst is een samenvoeging van volgende twee teksten:
Auteurs: Deneef, Roger; Wijnant, Jo; Halflants, Jacques; Lybeer, Leen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Aarschot
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hoeve Speelhoven met tuinen en boomgaard [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/200260 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.