Begijnhofhuisje ()

De bewaarde huizen op het begijnhof geven nog een relatief goed beeld van de ontwikkeling van de wooncultuur. De oudste bewaarde gebouwen dateren uit de 16de eeuw. Het gros van de huizen dateert uit de 17de (toename van het aantal begijnen) en 18de eeuw (stijgende populatie met daaruit voort vloeiend nieuw- en vernieuwbouw).

Vakwerkbouw, die later volledig versteend werd. Toepassing van enkelhuis- en dubbelhuisstructuur, al dan niet onder strodak. Gesloten architectuur, gericht op een leven van werk en gebed in relatieve afzondering.


Bron: Coomans, T. en Bergmans, A. (red): In zuiverheid leven. Het Sint-Agnesbegijnhof van Sint-Truiden, Brussel, 2008.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Begijnhofhuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/125940 (geraadpleegd op ).


Begijnhofhuis ()

Breedhuis van vier traveeën en anderhalve bouwlaag in wit gekalkte baksteen, met sporen van een aanwezige vakwerkconstructie, op een gepikte plint onder een zadeldak met Vlaamse pannen.

De voorgevel omvat drie rechthoekige ramen op het gelijkvloers niveau en drie lage ramen onder de dakrand, maar de traveespreiding varieert al naargelang de bouwlaag. In het parement bleven balkkoppen zichtbaar van een schijnbaar nog bewaarde kern in vakwerk. Links leunt het huis aan bij een volledig gemoderniseerd, hoger pand, maar de rechterzijgevel is volledig zichtbaar en omvat een ingangsdeur en een raam op het niveau van de tweede bouwlaag.

Naar achteren toe sluit bij het breedhuis een diephuis aan, onder één en dezelfde dakstructuur. De topgevel achteraan, die niet de gehele breedte van het voorste huis overspant en waarvan het bovenste gedeelte met plankwerk is beslagen, omvat sporen van stijlen, en waarschijnlijk gaat er achter het plankwerk een volledige vakwerkstructuur schuil. De gevel omvat op het gelijkvloerse niveau één groot raam zoals vooraan, en ter hoogte van de tweede bouwlaag een hoog, smal raam met schrijnwerk van een ander type.

Voor zover het diephuis niet de volledige breedte van de achtergevel van het voorste huis overspant, dekte ten tijde van de bescherming een linkse uitbreiding van het geciteerd diephuis, minder diep, maar opnieuw onder dezelfde dakstructuur, het laatste beetje achtergevel van het breedhuis af. De lage zijgevel van dit tweede diephuis lag in het verlengde van de zichtbare zijgevel van het breedhuis en omvatte een klein kozijntje. De halve topgevel achteraan omvatte verschillende kleinere raampjes met elegant schrijnwerk. Deze uitbreiding werd in het begin van de 20ste eeuw vervangen door een nieuw volume van één bouwlaag bekleed met hout.


Bron: Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier DL002393, Sint-Truiden: Bescherming Begijnhof.
Auteurs:  Gyselinck, Jozef; Defresne, Serge
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Begijnhofhuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/189820 (geraadpleegd op ).