De watermolen Bilsermolen of Bouchoutmolen is gelegen aan de Demer, op zo'n tien kilometer van de bron. De voormalige graanmolen is van het onderslagtype en werd als complex reeds in 1569 vermeld. Het molenhuis en woonhuis bevinden zich in hetzelfde gebouw.
Historiek
De Bilsermolen, een watermolen op de Demer aan de Kattebroekstraat in Bilzen, bestond reeds in de 13de eeuw. De molen wordt verschillende malen vermeld in documenten, onder meer in 1569. Ze stond ook bekend als Bouchoutmolen, vermits Bilzen-stad zo genoemd werd om haar te onderscheiden van Munster en Eigenbilzen. De molen werd in 1593 door de Rekenkamer van de Luikse prins-bisschop in erfpacht uitgegeven. Het was de officiële banmolen van Bilzen, de enige die door de prins-bisschop als dusdanig werd erkend. De families die hier sinds 1600 een belangrijke rol speelden waren Castermans en hun nazaten Maurissen, Martens en Withofs. Het gebouw werd in 1893 aanzienlijk beschadigd en nadien hersteld. De molen hield als bedrijf op te bestaan omstreeks de Tweede Wereldoorlog.
Na de overstromingen van 1998 werden de taluds aan de molenkant zwaar beschadigd. In 2001 werd een bypass gebouwd rond de molen. Deze bypass dient in eerste instantie om bij verstoppingen van de molensluis geen overstromingen te krijgen.
Beschrijving
Het molencomplex bestaat uit een combinatie van het molenhuis met de watermolen en een woonhuis. Het bakstenen gebouw op een rechthoekig grondplan is van het langgevelig type onder een zadeldak met mechanische pannen. De huidige voorgevel was aanvankelijk achtergevel. Beide langsgevels zijn voorzien van één toegang. Het woonhuis heeft segmentbogige vensteropeningen. De bakstenen gevel aan de rivierzijde heeft een natuurstenen plint, en wit geschilderde eerste bouwlaag en een geveltop bestaande uit een houten skelet met een houten beslagberd van verticale planken.
Sluiswerk en waterrad
Het sluiswerk bestaat uit een lossluis met tand en heugelbediening en een maalsluis die bediend wordt door middel van een houten hefboom, met een houten sluisdeur en een ijzeren staart. De bypass uit 2001 bestaat uit bak- en hardsteen.
De watermolen is van het onderslagtype en fungeerde als korenmolen. Het waterrad, met een diameter van ongeveer vier meter, bestaat uit houten armen op een gietijzeren sterstuk, ijzeren velgen en ijzeren pluiplanken. Het rad is door midden van spieën op de houten as bevestigd. De as is voorzien van een ijzeren lagering, het asgat is met bakstenen rondbogig afgedekt.
Interieur en maalinrichting
In de bakstenen asput bevinden zich 19de-eeuwse wielen. De kleine raderen zijn volledig in gietijzeren, de grote in gietijzer met houten kammer. Eén van de drie steenkoppels is met de dieselmotor Moess Waremme van 1962-1963 gekoppeld. De lagering en taatsen met verstelbouten zijn in ijzer. Het balkwerk bestaat uit zware eiken balken met pen- en gatverbinding. Op de maalvloer gebeurt de uitschakeling van de geerijzers door middel van een hefboom waarmee de rondsels uit de naaf gelicht worden. Het lichtsysteem wordt geregeld door middel van schroefwieltjes. Er is een weegschaal.
Op de steenzolder bevinden zich drie steenkoppels: één Franse van 1,50 meter diameter en twee kunststenen van respectievelijk 1,40 meter en 1,30 meter. De rijnen zijn van het tweetakstype, er is een hoed. Alle toebehoren (spelten, steenkisten, slepers, slagbakken, graanbakken) zijn integraal behouden en in situ bewaard. Het geheel werd grijs geschilderd. De maalinrichting is verder voorzien van:
- twee houten galgen, waarvan één met een ronde boom.
- graankruiser van het type met planzeven, "Excelsior, Bellem", hout, elektrische aangedreven.
- builinstallatie, hout (ook houten trommel), buiten bedrijf sinds de Tweede Wereldoorlog.
- twee elevatoren en voeding graantrechters door middel van gegalvaniseerde ijzeren buiten (na graankuiser).
- haverpletter Ley Sullingen en Wolfrath (recent), elektrisch aangedreven.
De omgeving van de watermolen wordt verder voornamelijk ingenomen door het park Haffmans. Dit stadspark sluit naadloos aan bij het natuurpark De Katteberg en werd vernoemd naar de eerste burgemeester van Groot-Bilzen. Het park is een voorbeeld van een Engelse landschapstuin, met een mix van golvende grasvelden, beboste delen, twee vijvers, een beek, een helling met rotsblokken en een bronnetje. Aan de Brugstraat ligt de voormalige notariswoning van de familie Haffmans in neorococostijl.