Typisch laat-19de- tot vroeg 20ste-eeuws Ringlaanhuis in de betrekkelijk gaaf bewaarde gevelrij. Opvallend is dat De Engelkes is opgenomen in een gesloten straatwand, terwijl aan de andere zijde van de opnieuw in 19de-eeuwse trend aangelegde boulevard is geopteerd voor vrijstaande villa’s met grote tuinpercelen.
Opgetrokken na afbraak van de stadswallen op de toen vrijgekomen bouwterreinen, samenhangend met de aanleg van de monumentale ringlanen, waar verschillende grote instellingen ruimte vonden voor de bouw van monumentale gebouwencomplexen.
Art-nouveaugetint enkelhuis van het bel-etagetype, twee traveeën en drie bouwlagen onder leien zadeldak met twee later ingebrachte dakkapellen. Gecementeerde lijstgevel met lage plint, lambrisering in bossagewerk, vlak cementparament met schijnvoegen, bovenaan afgeboord door een fries met verdiepte panelen, waarin gestileerde bloem- en bladmotieven zijn uitgewerkt in groene, okerkleurige en witte sgraffito, aan weerszijden van beide traveeën onderbroken door de houten modillons die de zwaar overkragende, geprofileerde kroonlijst ondersteunen. Uitstekende geveldetails als trappen, consoles en druiplijsten zijn afgewerkt in hardsteen.
Licht beklemtoonde zijrisaliet links met rondbogige toegangsdeur in verdiept, rechthoekig portaal, afgeboord door rechtstanden in bossagewerk en bekroond door een sterk uitstekende druiplijst op consoles; de deur heeft een paneelverdeling, uitmondend in een cirkelvormig bovenlicht, en is voorzien van een brievenbus met zweepslagmotief; boven de deur is een rechthoekig, gerekt muurvlak voorzien, met een verdiept paneel, waarop een in sgraffito uitgewerkte voorstelling van een muzische of allegorische vrouwenfiguur, het geheel in een korfbogige omlijsting met bloem- en bladslingers; boven het paneel is nog een rondboogvenster voorzien, met sierlijke raamvleugels met quasi vegetaal gewelfde roedeverdeling, die bij het halfrond van het bovenlicht aansluit, zodat een oculus wordt gesuggereerd; op dakniveau wordt de risaliet beklemtoond door een torendakconstructie met smeedijzeren vorstnok.
Venstertravee met korfbogig souterrainvenster, waarboven rechthoekig, driedelig bel-etagevenster achter smeedijzeren balkon met régencemotief, bekroond door een verdiept paneel met groene, okerkleurige en witte sgraffito-tekening van engelenfiguurtjes (vanwaar de huisnaam), die als borstwering fungeert voor het brede korfboograam op de eerste verdieping, drieledig gestructureerd met dubbel oculusmotief.
Het interieur is representatief voor de typische laat-19de- tot vroeg-20ste-eeuwse, door art-nouveau-geïnspireerde ruimteverdeling die mede wordt bepaald door de aanwezigheid van een geprononceerd souterrain. Hierdoor krijgt de vestibule met traphal links een letterlijke doorstromingsfunctie, aangezien de nodige trapsystemen dienden te worden voorzien. Enkelhuisindeling met de hal links en één à twee al dan niet aansluitende ruimten rechts.